Scholen in Myanmar zijn steeds vaker het doelwit van aanvallen sinds de militaire staatsgreep van februari 2021. Dat blijkt uit een zaterdag verschenen rapport van het Center for Information Resilience (CIR), dat onafhankelijk onderzoek doet naar mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdrijven in verschillende landen. In de afgelopen drie jaar zouden meer dan 170 aanvallen op onderwijsinstellingen hebben plaatsgevonden, waardoor duizenden kinderen direct of indirect werden getroffen.
De conclusies van het zogeheten Myanmar Witness-project zijn gebaseerd op analyses van beelden op sociale media, drone-aanvalsvideo’s van het regeringsleger – People’s Defense Force (PDF) – en informatie uit nieuwsberichten waarin verifieerbare schade te zien is.
Uit die gegevens registreerden de onderzoekers tussen februari 2021 en mei van dit jaar 174 scholen en universiteiten die zijn beschadigd door luchtaanvallen, zware wapens, grondoffensieven en brandstichting. Een derde van alle geweldsincidenten op scholen werd in de regio Sagaing geconstateerd, een belangrijk strijdtoneel van de oorlog.
Lees ook
In Myanmar leidt dienstplicht van het leger ook tot aanwas voor verzetsgroepen
In Myanmar hebben de afgelopen jaren verschillende gewapende oppositiegroepen de krachten gebundeld om de zittende junta militair uit te dagen. De groepen, die voor autonomie strijden tegen het centrale gezag hebben de afgelopen maanden steeds meer terrein gewonnen op de zittende macht, een groep generaals die in februari 2021 een coup pleegden. „Gevangen in het kruisvuur van de strijd zit een generatie schoolkinderen wiens hoop op onderwijs hen wordt ontnomen”, zegt Matt Lawrence, projectdirecteur van Myanmar Witness.
Door het geweld in Myanmar zijn inmiddels ruim 1.600 mensen gedood en miljoenen mensen ontheemd geraakt. Afgelopen mei bereikte de humanitaire crisis in het land een sombere mijlpaal, toen de VN bekendmaakte dat inmiddels meer dan 3 miljoen mensen ontheemd zijn geraakt sinds februari 2021. Het afgelopen half jaar is dat aantal met de helft gestegen. In de regio Karenni zou het gaan om 80 procent van de bevolking.
Onderdeel militaire strategie
Het CIR stelde vast dat bijna de helft van de aanvallen resulteerde in volledige vernietiging of ernstige schade aan Myanmarese scholen. De bevindingen zijn in lijn met eerdere conclusies van onder meer de VN-vluchtelingenorganisatie UNHRC, waarin werd gesteld dat onderwijs- en medische faciliteiten en gebedshuizen vaker militair doelwit zijn voor beide partijen.
Volgens de CIR-onderzoekers veroorzaakten de luchtaanvallen van het regeringsleger veruit de grootste vernietiging. Het stelselmatig tot doelwit nemen van plaatsen die beschermd worden onder het internationaal humanitair recht, zoals medische voorzieningen en scholen, is een onderdeel van de militaire strategie van het regeringsleger, zo stelden de Verenigde Naties eerder vast. „Militaire tactieken zijn consequent gericht op het bestraffen van burgers die volgens hen hun vijanden steunen”, aldus een hoge VN-gezant afgelopen januari.