N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Statiegeld op flesjes De gewenste 90 procent minder plastic flesjes op straat is nog niet bereikt, ziet ‘Zwerfinator’ Dirk Groot. Hij noemt overconsumptie als belangrijkste oorzaak, en wil ruimer statiegeld-beleid.
Een reiziger gooit een plastic flesje in een inleverautomaat op Utrecht CS. Reizigers krijgen het statiegeld via een Tikkie op hun rekening.
Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP
De milieuwinst stokt. Toen ruim anderhalf jaar geleden het statiegeld op plastic flesjes werd ingevoerd, lag er na een half jaar al bijna 70 procent minder plastic flesjes bij het zwerfafval op straat. Een succes dus. Maar een verdere reductie tot de gewenste 90 procent is uitgebleven; nog steeds schommelt de reductie rond 70 procent, althans volgens de zelfbenoemde ‘zwerfafvalanalist’ Dirk Groot uit Purmerend, die al jaren langs straten en parken loopt om zwerfafval te rapen en te documenteren.
Dinsdag publiceerde Groot, bekend onder de naam Zwerfinator, een onderzoek met cijfers naar drankverpakkingen die hij sinds 2017 heeft geteld en vastgelegd, 111.208 stuks, aangetroffen over een afstand van 3.208 kilometer in 65 verschillende gemeenten.
Meer soorten plastic flesjes
Groot doet in zijn onderzoek enkele suggesties om meer plastic flesjes van de straat te krijgen. Ten eerste: voer statiegeld niet alleen in op flesjes met water, frisdrank en limonade, maar ook op plastic flesjes met sap, zuivel en alcohol, aangezien bijna 35 procent van de door Groot opgeraapte flesjes tot deze categorie behoort. Ten tweede: zorg dat statiegeldmachines plastic flesjes accepteren waarvan de etiketten zijn beschadigd of verdwenen. Ook die flesjes belanden vaak op straat. Ten slotte: accepteer ook plastic flesjes die zijn platgereden. Groot: „De opraapwaarde van de flesjes moet omhoog. Ik ken genoeg mensen die de flesjes op straat oprapen om het statiegeld te innen.”
Over de oorzaken van de stagnerende daling van het zwerfafval lopen de meningen enigszins uiteen. Volgens Ulphard Thoden van Velzen, verpakkingsonderzoeker van de Wageningen Universiteit, doen overheid en bedrijven „hun stinkende best” meer afval te verzamelen en te recyclen, maar laten consumenten het afweten. „Dat de afname van zwerfafval stagneert, is ook mijn indruk. Mensen zijn te beroerd om afval in vuilnisbakken te gooien, en ze weigeren vaak hervulbare verpakkingen te gebruiken.”
Woningnood
Daarnaast speelt volgens Thoden van Velzen mee dat huishoudens kleiner worden en er om die reden meer kleine verpakkingen worden gekocht. Als andere oorzaak noemt hij de woningnood onder jongeren. „Jongeren kunnen geen huis vinden en blijven bij hun ouders wonen. Om toch af en toe privacy te hebben, gaat deze generatie steeds vaker naar het park om daar met vrienden te chillen, met breezers en chips en koeken en fruitsalades. Die gooien ze daar weg.” Thoden van Velzen pleit voor méér plaatsen waar je flesjes met statiegeld kunt inleveren. „Nu kan dat vaak alleen bij supermarkten.” Zwerfinator Groot noemt in het algemeen de „overconsumptie” als belangrijkste oorzaak voor de aanhoudende berg zwerfafval. Groot: „Eten en drinken is altijd en overal beschikbaar. Wie onderweg is, wil tegenwoordig tijdens de reis eten en drinken. Treinstations zijn voedselparadijzen, met producten die vers worden gehouden in plastic.”
Cijfers pas deze zomer bekend
Het Afvalfonds Verpakkingen, dat namens bedrijven verantwoordelijk is voor de inzameling, sortering en recycling van plastic verpakkingen, wijst erop dat de definitieve cijfers over het effect van statiegeld op kleine en grote plastic flessen pas deze zomer bekend worden. Het fonds is „voortdurend bezig” het statiegeldsysteem te verbeteren. De 25.000 inzamelpunten worden volgens algemeen directeur Hester Klein Lankhorst „dagelijks uitgebreid” en vanaf april wordt ook voor blikjes statiegeld ingevoerd. „Verpakkingen horen gewoon niet thuis in het milieu en statiegeld heeft bewezen een goed werkend middel te zijn om dat tegen te gaan”, stelt ze. „Ervaring uit het buitenland leert dat consumenten tijd nodig hebben om te wennen en hun gedrag aan te passen.”
Het aantal eerste asielverzoeken in het tweede kwartaal van dit jaar is met 32 procent afgenomen vergeleken met diezelfde periode in 2024. In totaal werden door de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) ruim vijfduizend asielaanvragen geregistreerd, met name door Eritreeërs. Zij vormden voor het eerst sinds 2016 de grootste groep in Nederland vestigende vluchtelingen, waar dat eerder steevast Syriërs waren, zo blijkt donderdag uit cijfers van het CBS.
Het aantal asielverzoeken nam in het tweede kwartaal met 17 procent toe ten opzichte van de eerste drie maanden van 2025. Die stijging is, over een langere periode bezien, een lichte trendbreuk. Sinds eind 2023, toen er een kleine 13 duizend eerste asielaanvragen werden gedaan, daalt dat aantal.
Geopolitieke en internationale ontwikkelingen zijn vaak van invloed op asielmigratie-ontwikkelingen. Zo waren Syriërs sinds de burgeroorlog in dat land jarenlang de grootste groep asielzoekers in Nederland. Het aantal asielverzoeken daalt echter sinds eind 2024, toen het regime van leider Bashar al-Assad viel.
Volgens demissionair minister David van Weel (Asiel, VVD) is de situatie in Syrië nu dermate veilig dat hij het toelatingsbeleid aanscherpte. Bij de immigratiedienst stonden vorige maand nog ruim 16 duizend aanvragen open. De IND gaat nu beoordelen of zij in aanmerking komen voor een langer verblijf in Nederland.
Lees ook
Syrische asielzoekers wachten in onzekerheid door nieuw toelatingsbeleid. ‘Iedereen voelt de angst’
Eritreeërs vertrekken uit afglijdend land
Tegelijkertijd nam het aantal Eritrese asielverzoeken in Nederland toe. In het tweede kwartaal van 2025 deden 1.175 Eritreeërs een asielaanvraag; dat is een vervijfvoudiging ten opzichte van het eerste kwartaal. Ook ligt dat aantal bijna twee keer zo hoog als het aantal eerste asielverzoeken gedaan door Syriërs (595).
De afgelopen jaren gleed Eritrea af tot een totalitaire en militaristische staat zonder politieke oppositie tegen het zittende bewind. Naast het beknellen van vrijheden is er voor Eritreeërs nauwelijks werk: het is een van de armste landen ter wereld. Met name jongeren proberen het land te ontvluchten. Van alle Eritrese asielverzoeken in Nederland was 64 procent afkomstig van een minderjarige. Daarnaast openden vooral Eritrese mannen (72 procent) een asielprocedure in het tweede kwartaal van dit jaar.
Na Eritreeërs en Syriërs vormden Turken de derde grootste groep die een asielaanvraag deed. In totaal registreerde het IND Turkse 310 asielverzoeken, waarmee dat aantal ongeveer gelijk bleef aan dat van het begin van het jaar.
Nederlands beleid verscherpt
Hoewel het aantal eerste asielverzoeken in het tweede kwartaal van dit jaar een stuk lager lag vergeleken met 2024, viel het kabinet in diezelfde periode over dit onderwerp. Begin juni stapte PVV-leider Geert Wilders uit het kabinet vanwege het in zijn ogen hoge aantal asielzoekers. Ook vond Wilders dat er te weinig voortgang werd geboekt met het door hem beloofde „strengste asielbeleid ooit”.
Het was de bedoeling dat PVV-asielminister Marjolein Faber dat beleid zou vormgeven, maar Wilders vond dat zij daar onvoldoende ruimte voor kreeg van de andere partijen. Hij wilde een tienpuntenplan, met daarin bijvoorbeeld een totale asielstop, iets wat juridisch moeilijk haalbaar is.
Ondanks de demissionaire staat van het kabinet, debatteerde de Kamer in juli over twee asielwetten, die veel elementen bevatten van Fabers eerdere wetsvoorstellen. Daarin werd onder meer illegaliteit strafbaar gesteld. Het was lang onzeker of de wetten een parlementaire meerderheid zouden krijgen, omdat de illegaliteitsstrafbaarheidsstelling voor partijen als NSC en SGP te ver gingen. De twee partijen stemden toch voor de wetten nadat minister Van Weel hen toezegde dat de Raad van State dat nog eens zou beoordelen.
Lees ook
Nederland voert asieldebat over EU-beleid waar de politiek nauwelijks over gaat, zegt docent migratierecht
Stap over het hekje van natuurgebied Willinks Weust in Winterswijk en aan je voeten ligt een afgraving waar kalk uit de aarde is gehakt. Op de achtergrond klinkt het gebrom van de Sibelco kalk- en vulstoffabriek.
Dit is zo’n plek in Nederland waar in één oogopslag te zien is hoe natuur en bedrijfsleven het met elkaar moeten rooien. De fabriek die er sinds 1932 staat en voor werkgelegenheid zorgt maar ook stikstof uitstoot, ligt pal naast een beschermd natuurgebied. Willinks Weust is een Natura 2000-gebied, via Europese wetgeving beschermd. Er zijn soortenrijke bossen, de kamsalamander leeft er, maar het is vooral bijzonder vanwege de kalkrijke bodem, met jeneverbes en graslanden vol zeldzame planten.
Verderop en eromheen ligt het land van boeren. Hun bedrijven staan onder druk, want Europese en nationale regels maken het verlagen van de stikstofuitstoot onontkoombaar. Er is tot nog toe nauwelijks kabinetsbeleid om de wettelijke stikstofdoelen voor 2030 te halen. Provincies zien hoe Nederland daardoor op slot zit, en nemen – vaak onder verantwoordelijkheid van de BoerBurgerBeweging (BBB), die in bijna alle provincies meebestuurt – steeds vaker zélf maatregelen.
We hebben meegedacht en nu worden wij als het probleem gezien
Gelderland heeft van alle provincies het grootste landoppervlak aan Natura 2000-gebieden, de Veluwe voorop. BBB-gedeputeerde Ans Mol trok in maart de aandacht: ze kwam met eigen plannen, nog eerder dan het kabinet en bovendien strenger dan de ideeën waarmee de minister later zou komen.
Zo overweegt het demissionaire kabinet ‘bufferzones’ in te stellen van 250 meter rond stikstofgevoelige natuur. Gelderland koerst op ‘stikstofstroken’ van vijfhonderd meter rond vier kwetsbare natuurgebieden: de Veluwe (veruit de grootste), de Landgoederen Brummen bij Zutphen, en twee gebieden rond Winterswijk.
De uitstoot in die gebieden zou op termijn met 60 tot 70 procent moeten dalen. Voor 350 (boeren)bedrijven lijken verduurzamen, verplaatsen, krimpen of stoppen de opties. Sindsdien staat gedeputeerde Ans Mol voor een ingewikkelde taak: luisteren naar mensen die zich verzetten én maatregelen doorzetten. Kan dat wel tegelijk?
Zo toont zich in Gelderland, waar ongeveer de helft van alle stikstofgevoelige natuur in Nederland ligt, de worsteling die bestuurders – zeker als ze van de BBB zijn – moeten aangaan met stikstof. Een stapje vooruit, dan weer eentje terug, de toon ferm maar niet te hard, praten, uitstellen, emoties bedwingen en respecteren en tegelijk doen wat de wet vraagt.
Coulisselandschap
In de vergaderzaal van kalkfabriek Sibelco zitten locatiemanager Gerard ten Dolle (63) en melkveehouder Stefan te Selle (41), die een eind verderop een boerderij heeft. Allebei zijn ze opgegroeid in Winterswijk, ze kennen elkaar al lang: Ten Dolle was ooit jeugdleider van het voetbalteam waar Te Selle in speelde.
Ze vertellen enthousiast over het bijzondere coulisselandschap met de kleine percelen die worden gescheiden door heggen, houtwallen en muurtjes. En ook over de beschermde Natura 2000-gebieden rond Winterswijk – rond twee ervan, Willinks Weust en Bekendelle, wil de provincie de bufferzones instellen, waardoor hun bedrijven waarschijnlijk onder druk komen te staan.
Melkveehouder Stefan te Selle: „We zien ons bedrijf langzaam in de verdrukking komen.”
Foto Eric Brinkhorst
Dat steekt hen. „We hebben altijd in harmonie met natuur en landschap gewerkt. Maar nu worden wij behandeld als vervuilers”, zegt Stefan te Selle. In hun ogen is in Winterswijk juist altijd samengewerkt met de provincie, de gemeente en natuurbeheerders.
Ten Dolle erkent dat de fabriek stikstof uitstoot (1,3 procent van de neerslag op Willinks Weust), maar er werken óók 75 mensen. En hij denkt mee over oplossingen. Met boeren, gemeenten, natuurbeheerders en vogelbeschermers – dit jaar bouwde een oehoe een nest in de groeve – heeft Ten Dolle afspraken gemaakt over herindeling van gebieden, zodat natuur en bedrijven genoeg ruimte zouden hebben.
Het „ergste”, vindt hij, is dat Sibelco ruim tien jaar geleden zes hectare grond verkocht aan de provincie Gelderland. In ruil daarvoor kocht het bedrijf een gebied iets verderop, om te ontwikkelen. De grond die aan de provincie werd verkocht, werd onderdeel van het beschermde natuurgebied Willinks Weust. Met die beschermde status werden de eisen voor de stikstofuitstoot ook veel strenger.
„We hebben meegedacht en nu worden wij als het probleem gezien”, zegt Ten Dolle. Te Selle: „We zien ons bedrijf langzaam in de verdrukking komen. Hoe meer natuur erbij komt, hoe minder ruimte wij krijgen.”
Lees ook
Van melkvee naar hennep: pionier tegen wil en dank
Een bomvolle schouwburg
De onvrede onder boeren en andere ondernemers in het gebied gist al veel langer. Ruim tien jaar geleden werd in de provincie afgesproken dat er 4.273 hectare (iets minder dan 6.000 voetbalvelden) grond in Gelderland zou worden ‘omgevormd’ tot natuur. Dat kan het stikstofprobleem deels oplossen, maar het geeft boeren en ondernemers het gevoel dat ze letterlijk worden weggedrukt. Dat gevoel werd alleen maar sterker toen de provincie in maart de nieuwe plannen presenteerde.
Het sentiment werd zichtbaar toen gedeputeerde Ans Mol eind maart haar beleid kwam uitleggen in de Winterswijkse schouwburg De Storm. Boeren hadden trekkers op het plein gezet, er hingen spandoeken. Mol probeerde in de zaal uit te leggen dat ze niet anders kon dan stevige maatregelen nemen, en dat de zogenoemde stroken van vijfhonderd meter zelfs niet genoeg zijn.
Aanwezigen riepen dat het „een ramp” is, dat ze „de BBB in het zadel hebben geholpen” en nu met „deze ellende” zitten. Verniel die natuur maar, riep iemand. Toen kwam Stefan te Selle het podium op. Hij las een vlammende verklaring voor. De belangrijkste vragen van mensen, zegt hij, waren helemaal niet beantwoord. „Wat kan ik nog wel? Wat mág ik nog wel? Of wanneer? En hoe?” Te Selle vroeg mensen om te gaan staan als ze de plannen afwijzen. Dat deed bijna iedereen. Zijn laatste woorden gingen bijna verloren in een daverend applaus: „Bezint eer ge begint.”
Met maatregelen die zoveel impact hebben op bedrijven, is het niet wijs om in één keer te zeggen wat de regels zijn. Overleg is nodig
Daarna was het een tijdje stil, en voerden ten Dolle en Te Selle namens boeren en ondernemers uit de omgeving gesprekken met het provinciebestuur. Tot de provincie Gelderland begin juli weer met plannen kwam. De provincie suggereerde „denkrichtingen” voor de circa achthonderd bedrijven in de stroken in Gelderland: energiebesparing en schonere stookinstallaties voor bedrijven en zwembaden, bijvoorbeeld. Voor boeren zouden er uitstootnormen kunnen komen en betere stallen, en moet minder mest worden gebruikt. Er ligt nog niets vast, benadrukte de provincie. „Meedenken? Dat kan!”
Maar de grootste verrassing voor de boeren en ondernemers in Winterwijk: mogelijk komen daar toch géén stikstofstroken. Eerst wordt gekeken wat boeren en bedrijven sinds 2018 al hebben gedaan aan het verminderen van hun uitstoot en wordt nagedacht over nieuwe maatregelen. Als die genoeg opleveren, dan is de provincie bereid om af te zien van stroken rond Winterswijk – hoeveel ‘genoeg’ is, wil de provincie komend najaar bepalen.
Samen met het waterschap en inwoners, ondernemers, bedrijven en maatschappelijke organisaties in het gebied zal worden nagedacht over minder stikstofuitstoot en het creëren van een „welvarend platteland”. De komende twee jaar wordt gewerkt aan een plan voor het ruilen van kavels, waardoor ondernemers verder kunnen en natuurherstel wordt bevorderd.
Het is wat er al jaren gebeurt, maar dan in een nieuw jasje gestoken.
‘Perspectief’ voor de regio
Ans Mol, die ervoor kiest om vragen van NRC schriftelijk te beantwoorden, laat weten dat de nieuwe voorstellen „perspectief” bieden voor de hele regio. Ook kleine uitstoot bij mensen thuis, zoals van een barbecue of houtvuur, zou eerst aan banden gelegd worden, maar dat vindt de provincie bij nader inzien „te diep ingrijpen in de persoonlijke levens van mensen terwijl de opbrengst relatief beperkt is”.
Tegelijk staat heel veel nog niet vast. Nog altijd is niet duidelijk met welke maatregelen mensen precies te maken krijgen. Of de ‘denkrichtingen’ juridisch haalbaar zijn is niet bekend; niet of ze praktisch uitvoerbaar zijn, niet hoeveel stikstofreductie ze zouden opleveren. Mol: „Met maatregelen die zoveel impact hebben op bedrijven, is het niet wijs om in één keer te zeggen wat de regels zijn, overleg is echt nodig, daarom gaat zo’n proces stap voor stap.”
Het leidt tot een zéér langzaam proces, waarin maanden voorbij gaan waarin vrijwel geen vordering wordt gemaakt – echte besluiten zijn nog altijd nauwelijks genomen. En dat alles met een kabinet dat demissionair is en belangrijke besluiten voor zich uitschuift.
Mol, schriftelijk: „Het onderwerp is nationaal weliswaar niet controversieel verklaard, maar het is ook eerlijk om vast te stellen dat we nu van het Rijk niet genoeg helderheid kunnen verwachten over het stikstofbeleid dat op de langere termijn gevoerd gaat worden. De situatie is zo urgent dat wachten niet mogelijk is.” Zij heeft er nog vertrouwen in dat het kán, Gelderland „van het slot”.
Melkveehouder Stefan te Selle: „Ik heb het gevoel dat ze nu zeggen: we maken een pas op de plaats, we zijn te hard gegaan en we gaan weer in overleg.”
Foto Eric Brinkhorst
Melkveehouder Stefan te Selle moet „het allemaal nog zien”. Toch is hij blij dat de provincie weer wil samenwerken. „Ik heb het gevoel dat ze nu zeggen: we maken een pas op de plaats, we zijn te hard gegaan en we gaan weer in overleg.”
Maar of het snel genoeg gaat? Hij vertelt over de dierenartsenpraktijk in de buurt die gaat stoppen, omdat er te weinig toekomst in het vak zit. Te veel boeren stoppen ermee. „Wij zien al langer dat het verenigingsleven achteruit gaat, dat scholen hun klassen minder goed kunnen vullen. De hele stikstofdiscussie gaat uiteindelijk over leefbaarheid, en dat is waar mijn angst ligt: dat we hier straks niet meer goed kunnen leven met z’n allen.”
Lees ook
De melkveehouder ‘huilde, vocht en raakte geïsoleerd’ – tot het niet meer ging
Voor Bo Salomons is het even slikken. Een week geleden ontvangt hij een sommatiebrief waarin hem een rechtszaak in het vooruitzicht wordt gesteld vanwege het artikel ‘De uitsluiting van GL/PvdA’ dat hij eerder deze maand op het linkse weblog Doorbraak plaatste.
In het artikel vestigt hij de aandacht op een tweet van Mark Smits – de VVD-fractievoorzitter van de Provinciale Staten Gelderland. Die noemt Frans Timmermans „de grootste opruier van Nederland” en schrijft: „Extreem-links heeft een gezicht. Wat mij betreft mag de VVD nooit, maar dan ook nooit, in zee gaan met GL/PvdA.”
De VVD’er reageert met de tweet op een bericht van de linkse partijleider over „de stilstand in Nederland na decennia rechts beleid”. Volgens Timmermans groeien kinderen daardoor op in slechte huizen, wonen jongeren langer bij hun ouders en kunnen senioren geen geschikt appartement vinden.
Salomons gebruikt de tweet van Smits als aanleiding voor een breder verhaal waarin hij aan de hand van verschillende voorbeelden een campagne van rechtse partijen tegen GroenLinks-PvdA signaleert en de vrees uitspreekt dat er een cordon sanitaire rond de linkse partij wordt opgetrokken. Het artikel gaat vergezeld van een foto van VVD-fractievoorzitter Smits met het onderschrift: „Extreem-rechts heeft een gezicht.”
Intimiderend
Anderhalve week later ontvangen Salomons en weblog Doorbraak een sommatie. Per aangetekende post wordt namens Smits geëist dat het artikel binnen vijf dagen wordt verwijderd omdat sprake is van een onrechtmatige publicatie en aantasting van de eer en goede naam van de VVD-fractievoorzitter. Ook eist Smit 7.500 euro immateriële schadevergoeding.
Gaan Doorbraak.eu en Salomons niet over tot verwijdering, dan zal namens Smits een juridische procedure gestart worden waarin naast rectificatie en verwijdering een hogere schadevergoeding én de volledige vergoeding van de proceskosten worden gevorderd. De brief, die NRC heeft ingezien, is afgedrukt op het zakelijke briefpapier van Smits Legal Bedrijfsjuristen: het incasso- en adviesbureau van Smits zelf. Hij is geschreven door een van Smits’ medewerkers.
„In het begin schrik je even”, vertelt Salomons telefonisch. „Maar ik ben gespecialiseerd in vrijheid van meningsuiting en zag al snel dat dit eigenlijk een soort SLAPP-zaak was.” Salomons, in het dagelijks leven werkzaam bij de FNV, doelt op Strategic Lawsuits Against Public Participation: rechtszaken die worden gestart door kapitaalkrachtige private partijen om kritische journalisten en activisten het zwijgen op te leggen.
Lees ook
Lees ook: Journalisten en activisten krijgen vaker te maken met SLAPPs
Zo’n zaak kan intimiderend werken, zegt Salomons, ook al heb je juridisch gelijk. „Je hebt alsnog een advocaat nodig om je te verdedigen en moet er veel tijd in steken. Zelfs als je de rechtszaak wint, dekt een proceskostenvergoeding die de rechter oplegt, niet de daadwerkelijk gemaakte kosten van een advocaat.”
Filmpje
Salomons en Doorbraak lieten de sommatiedeadline van maandag verlopen. Wel pasten ze de foto van Smits bij het artikel aan. Bij het oorspronkelijke stuk stond een still uit een filmpje van Smits en zijn incassobureau en volgens de VVD’er is dat beeld auteursrechtelijk beschermd. Omdat Doorbaak en Salomons niet zeker wisten of ze het juridische recht hadden de afbeelding te gebruiken, is die vervangen door een afbeelding van Smits bij de Provinciale Staten.
Dat Smits in de sommatie vroeg om de volledige verwijdering van het artikel en een schadevergoeding van 7.500 euro, vindt hij in retrospect ongelukkig
In gesprek met NRC zegt de VVD-fractievoorzitter dat hij „absoluut niet” journalisten de mond wil snoeren. „Ik vond het niet zo erg wat geschreven werd.” Volgens Smits was het hem enkel om het beeld te doen. Dat was afkomstig uit een filmpje van zijn incassobureau waarvoor hij betaald had. „Die foto wordt zakelijk gebruikt en werd nu in rechts-extremistisch daglicht geplaatst. Daar maakte ik bezwaar tegen.”
Dat Smits in de sommatie echter ook vroeg om de volledige verwijdering van het artikel en een schadevergoeding van 7.500 euro, vindt hij in retrospect ongelukkig. „Ik had daar misschien scherper op moeten zijn.”
Nadat Salomons en Doorbaak de dreigbrief van Smits dinsdag via een nieuw artikel bekendmaakten, zegt Smits zelf bedreigd te zijn. Zo heeft hij ongewenste telefoontjes ontvangen en zouden er – blijkens zijn cameradeurbel – mensen voor zijn huis gestaan hebben. De fractievoorzitter zegt de hele nacht wakker te hebben gelegen van de kwestie en wijst erop dat ook zijn gezin eronder lijdt.
De VVD’er heeft vanwege de situatie X (het voormalige Twitter) verlaten en zegt dat Doorbraak en Salomons geen juridische acties meer van hem hoeven te verwachten. „Ik wil er graag een streep onder zetten.”