Bij asielaanvragen moeten persoonlijke omstandigheden altijd meewegen, besluit Raad van State

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) moet voortaan de individuele omstandigheden van asielzoekers beter meewegen in het beoordelen van asielaanvragen, zo heeft de Raad van State woensdag besloten.

Als een asielzoeker in zijn of haar thuisland gevaar loopt door persoonlijke omstandigheden , dan maakt diegene vanaf nu meer kans op een asielstatus. Het kan gaan om mensen die vanwege een handicap of hun werk als arts of journalist, meer kans maken getroffen te worden door willekeurig geweld van bijvoorbeeld een burgeroorlog.

De afgelopen vijftien jaar toetste de IND bij een asielaanvraag eerst de individuele omstandigheden van de asielzoeker, en vervolgens de situatie in het land van herkomst. Vreemdelingen konden een asielstatus krijgen vanwege persoonlijke omstandigheden waardoor zij het gevaar lopen vervolgd te worden, zoals geaardheid, etniciteit of lidmaatschap van de politieke oppositie.

Waren er geen heel specifieke omstandigheden van de persoon zelf, dan keek de IND of de situatie in het land van herkomst dusdanig gevaarlijk was dat een asielstatus sowieso gerechtvaardigd was. Bijvoorbeeld door een hevige (burger-)oorlog. . Maar bij de beoordeling of dat land van herkomst in het algemeen te gevaarlijk is voor de asielzoeker, woog de IND niet mee hoe iemands individuele omstandigheden zijn veiligheid beïnvloeden.

De uitspraak van de Raad van State kwam tot stand in een zaak over een Libisch gezin met zes minderjarige kinderen, van wie de vader als persoonsbewaker van verschillende hooggeplaatste politici had gewerkt. Volgens het gezin liepen zij in Libië gevaar door de uiterst instabiele en gewelddadige politieke situatie in het land, én vanwege het voormalige werk van de vader en de kwetsbaarheid van de kinderen. De IND had het gezin geen asielstatus toegekend. De Raad van State ging mee in die beslissing, omdat het gezin onvoldoende had gemotiveerd waarom het in aanmerking kwam voor bescherming.

Ondanks de tegenvaller voor het gezin is de uitspraak volgens asieladvocaat Flip Schüller, die het gezin bijstond, goed nieuws. De Raad van State heeft volgens Schüller met deze uitspraak een helder beoordelingskader gecreëerd dat met name belangrijk zal zijn voor mensen uit Irak, Afghanistan, Soedan en ook Libië. Daar vindt veel willekeurig geweld plaats, maar niet in zo’n mate dat asielzoekers uit deze landen automatisch bescherming krijgen. „Voorheen kregen veel asielzoekers uit deze landen geen vluchtelingenstatus, terwijl ze wel gevaar liepen vanwege de combinatie van algemeen (oorlogs)geweld en individuele risicofactoren”, zegt de advocaat.

Voor de pas aangetreden minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber (PVV) kan de uitspraak van de Raad van State een tegenvaller zijn: zij is juist aangesteld om „het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit” uit te voeren, zoals het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie het stelt. Het Nederlandse toelatingsregime kan door de uitspraak juist minder streng worden. .

De IND, die kampt met hoge werkdruk en grote personeelstekorten, laat weten de uitspraak te bestuderen.

Andere EU-lidstaten nemen zowel het land van herkomst als de individuele omstandigheden al lange tijd mee in het beoordelen van asielaanvragen. Over de strikte Nederlandse methode is de afgelopen jaren veel juridische discussie geweest. Dat terwijl het logisch is, aldus hoogleraar asielrecht Carolus Grütters van de Radboud Universiteit, dat persoonlijke- én omgevingsomstandigheden allebei een rol spelen in de veiligheid van een asielzoeker. „Er is natuurlijk een groot grijs gebied hierin – of iemand gevaar loopt in zijn thuisland hangt vaak af van zijn individuele omstandigheden én van de algemene veiligheidssituatie.”

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in 2009 voor het eerst expliciet gemaakt dat zowel land van herkomst als persoonlijke omstandigheden moeten worden meegewogen, maar de Raad van State vond de uitspraak onduidelijk. Afgelopen december heeft het Europees Hof naar aanleiding van een uitlegverzoek van de rechtbank Den Bosch nogmaals duidelijk gemaakt dat de Nederlandse beoordelingsmethode te strikt is. Met de uitspraak van woensdag voegt de Raad van State zich na vijftien jaar bij de zienswijze van het Europees Hof.

Asieladvocaat Schüller is niet helemaal tevreden met het nieuwe kader. „Vandaag is geen mooie dag voor kinderen in oorlogsgebied”, zegt hij. „Wij hebben aangedragen dat in delen van Libië zoveel landmijnen liggen dat het onverantwoord is om kinderen daarheen te sturen.” Kinderen worden disproportioneel vaak het slachtoffer van landmijnen omdat ze denken dat de explosieven speelgoed zijn. „Volgens de Raad van State kunnen ouders of de gemeenschap kinderen prima beschermen tegen dat gevaar. Wij vinden dat een overspannen verwachting in een quasi-oorlogssituatie. Dan zijn ouders niet bij machte om altijd zicht op hun kinderen te houden.”