N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Gaswinning Gasunie vindt de internationale gaslevering te onzeker vanwege de oorlog in Oekraïne. Daarom adviseert het bedrijf het Groningerveld nog een jaar op de zogenoemde waakvlam te houden.
Het Groningse gasveld bij het dorp Froombosch.
Foto Kees van de Veen
Het staatsgasbedrijf Gasunie heeft het kabinet geadviseerd het Groningse gasveld langer open te houden voor minimale gaswinning. Volgens Gasunie is dat nodig om de levering van gas aan Nederlandse huishoudens komende winter nog te kunnen garanderen mede vanwege de oorlog in oorlog in Oekraïne, laat staatsecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw, D66) dinsdag weten aan de Tweede Kamer. Het Groningerveld zou eigenlijk in oktober dit jaar sluiten.
Het Groningse gasveld staat op de zogenoemde ‘waakvlam’, wat betekent dat de gasputten alleen open zijn voor een minimale hoeveelheid gaswinning. Of de putten in oktober kunnen sluiten zal liggen aan of er voldoende geïmporteerd gas is. Volgens Gasunie is de internationale situatie onzeker. Daarom adviseert het bedrijf het veld nog een jaar op de waakvlam te houden. Het kabinet zal in juni een beslissing maken.
Vijlbrief laat weten dat het sluiten van het Groningerveld in oktober vooralsnog het uitgangspunt blijft en dat alles voor de sluiting nagenoeg is gerealiseerd. „Dat is goed nieuws”, schrijft de staatssecretaris. „Want gaswinning in Groningen is gevaarlijk. Tegelijkertijd is momenteel de toevoer van voldoende hoogcalorisch gas allerminst zeker door de oorlog in Oekraïne.”
Terwijl ballonpiloot Sven de Hoogd (30) de gasbrander af en toe „een tikkie” geeft, kijkt de familie Butz haar ogen uit. Het gezelschap zweeft op zo’n zevenhonderd meter hoogte. De oude binnenstad van Breda trekt onder de ballon door. Tussen de Hoogds „brandjes” door, valt vooral de stilte op.
„Je hoort geen wind”, zegt Ad Haarhuis (72), „omdat we daarop meedeinen.” Haarhuis witte haren, blauw overhemd, is de oprichter van Ad Ballon. Sinds 1972 heeft hij al meer dan vijfduizend ‘vaaruren’ (een ballon vliegt niet maar vaart) afgetikt, in tientallen landen. Maar, zegt hij, de blik gericht op de horizon: „Dit blijft een vorm van meditatie.”
Ballonvaren is een complexe onderneming. Hoe staat de wind? Hoe warm is het? Waar stijg je op zodat de wind de ballon de gewenste kant opduwt? En hoeveel mensen kunnen mee? „Het is niet voor niets dat ik zeven theorievakken moest halen voor m’n brevet”, zegt De Hoogd. „Je bent constant aan het rekenen.”
De ballonvaarders Ad, Sven en Martijn (links) stippelen een vaarroute uit.
In Oosterhout wordt een heteluchtballon volgepompt met warme lucht.
Foto Merlin Daleman
Instabiel
Komende jaren wordt die rekensom alleen maar lastiger. Onlangs publiceerde het KNMI een „klimaatbericht” over de uitdagingen voor de ballonvaart. Conclusie: ballonvaren wordt moeilijker. Het gematigde zeeklimaat ging al gepaard met wisselvallig weer – door klimaatverandering wordt het nog grilliger.
En ballonvaarders gedijen juist bij stabiel, zonnig – maar niet té zonnig – weer. Midden op de dag kan überhaupt niet gevaren worden vanwege te veel warme luchtbellen, maar ook regen, onweer of te harde wind kunnen een vlucht verpesten. Hoewel het aantal dagen met regen ongeveer gelijk blijft, neemt de hoeveelheid neerslag volgens het KNMI toe (met 9 procent). Verwacht dus in de toekomst kortere en hevigere buien, afgewisseld met langere periodes van droogte.
Ballonvaarders zullen ook vaker stuiten op onverwachtse luchtstromen. Zogenoemde inversies (dalende en samengeperste lucht die steeds warmer wordt) en convergentielijnen (lucht die uit diverse richtingen naar elkaar toe stroomt en buien, turbulentie en winddraaiingen kan veroorzaken) bemoeilijken het stijgen of dalen van een heteluchtballon, of duwen het gevaarte in een ongewenste richting.
„Je bent als ballonvaarder volledig afhankelijk van de weersomstandigheden”, zegt De Hoogd. „In een ballon kun je niet sturen.” Die onvoorspelbaarheid is ook mooi, zegt de ballonpiloot, maar die afhankelijkheid betekent wel dat „je met te heftige wind niet kunt opstijgen of varen. En de laatste paar jaar waait het steeds harder. Normaal konden we al zo’n twee uur voor zonsondergang varen. Nu moeten we vaak langer wachten, vanwege te harde wind en omdat je de ballon moeilijk overeind krijgt.”
Je bent als ballonvaarder volledig afhankelijk van de weersomstandigheden
Soms moet je op het laatste moment een groep teleurstellen. „Vorige week nog”, vertelt Ad Haarhuis. „Tot 17.00 uur lag het er allemaal goed bij. En toen kreeg ik vlak voor ik wilde opstijgen een update: vlagen van boven de tien knopen.”
En dan het warmere weer: sinds 1907 is Nederland gemiddeld zo’n twee graden warmer geworden, het aantal hittegolven neemt toe. Een ballon stijgt als de lucht erbinnen warmer is dan erbuiten. Ergo: hoe warmer buiten, hoe moeilijker het is om op te stijgen. De Hoogd: „Tien graden verschil betekent al snel dat ik één of twee personen minder kan meenemen.”
Dat gaat de ondernemers raken. Het KNMI spreekt van „hoger verbruik van brandstof” en kortere vluchten om „materiaalbelasting te beperken”. Een hittegolf leidt soms zelfs tot annuleringen, als de temperatuur in de mand te hoog wordt. „We kunnen de veiligheid dan niet garanderen, zeker niet die van oudere passagiers”, zegt Alex Jan Barends, voorzitter van de afdeling Ballonvaart bij de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart.
Toch denkt Barends, een ballonvaartveteraan die al langer dan 25 jaar het beroep uitoefent, niet dat klimaatverandering de branche echt in gevaar brengt: „Ballonvaarders zijn zo getraind, zo professioneel, die kunnen zich aanpassen. En je kunt altijd proberen iets eerder in de ochtend of later in de avond te vertrekken.”
Video Merlin Daleman
Landschap
Barends maakt zich drukker over het landschap, dat hij ingrijpend heeft zien veranderen. Een ballon laten landen vereist ruimte en een relatief vlakke ondergrond, bij voorkeur een wei- of grasland. Er moeten dus niet veel objecten hoog de lucht in steken. Een piloot wil niet verstrikt raken tussen de windmolens of een oefengebied voor drones indrijven.
Maar die ruime plekken zijn er steeds minder. Er verrijzen velden met zonnepanelen, rijen van windmolens en woonwijken. De Randstad, Flevoland en Brabant zijn al „aardig volgebouwd”, aldus hoogleraar landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen Theo Spek: „ Flevoland heeft linies aan windmolens. En in Brabant heb je wat ze de ‘Brabantse stedenband’ noemen: Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven en alles aan bebouwing daartussen. Ik kan mij dus wel voorstellen dat het ballonvaren gaat slinken.”
Volgens de laatste cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is het oppervlak met zonneparken „in verschillende provincies ruim verdubbeld” in het jaar 2022. Het aantal windturbines op land- en binnenwateren is gestegen van 323 in 1990 naar 2.509 eind 2022. PBL-experts wijzen ook naar de ‘verdozing’ van het landschap door grote distributiecentra, die vooral in West-, Midden- en Zuid-Nederland in hoog tempo worden gebouwd.
Een ballonvlucht boven Breda.
Foto Merlin Daleman
Lees ook
Magie van een doek, een mandje en een vuurtje
Champagne
Niet alleen klimaatverandering en fysieke obstakels hinderen ballonvaarders. „Er is recent een golf aan extra regelgeving. Met extra Natura 2000-gebieden en sinds kort zelfs oefengebieden voor drones”, vertelt hoogleraar Spek. Ballonvaarders mogen alleen op een bepaalde hoogte over die gebieden vliegen, of dat is zelfs volledig verboden.
Ook die uitdaging kan de beroepsgroep aan, daarvan is Barends overtuigd: „Vooraf maak je altijd een risico-analyse, dus als het goed is, komt er niets onverwachts op je pad. Wellicht zou een oudere ballonvaarder zeggen: het was vroeger allemaal makkelijker. Maar de jongere generatie weet niet beter dan dit.”
Een oudere ballonvaarder kan zeggen: het was vroeger makkelijker. Maar de jongere generatie weet niet beter
Eenmaal geland in Noord-Brabant – exact op het weilandje in Rucphen dat Ad Haarhuis en Sven de Hoogd hadden uitgerekend – is het tijd voor champagne, een traditie binnen de ballonvaart. En iedereen van de familie Butz ontvangt een „luchtvaartoorkonde”, ondertekend door De Hoogd.
Haarhuis, nippend aan een tweede glas champagne, maakt zich geen zorgen over de toekomst van het ballonvaren. Als er één ding is dat hij door de jaren heeft geleerd: „De wind is niet je vijand: als je hem leert kennen, dan wordt hij vanzelf je vriend.”
Een 35-jarige man uit Uden is donderdagavond opgepakt als verdachte van het doden van zijn 38-jarige vriendin, dat meldt de politie vrijdag. Agenten troffen de vrouw donderdagavond na meldingen uit de buurt zwaargewond aan in haar woning in het Brabantse Vlijmen, waar ook de verdachte en een jong kind aanwezig waren. Volgens de politie een kind van het slachtoffer. Meerdere ambulances en een traumahelikopter rukten uit. Enkele uren later overleed de vrouw in het ziekenhuis aan haar verwondingen.
De verdachte is overgebracht naar het politiebureau, waar hij wordt vastgehouden. De politie onderzoekt wat zich in de woning heeft afgespeeld. Het huis is afgezet en wordt bewaakt tot het onderzoek klaar is.
Het delict volgt kort op de moord op een 39-jarige vrouw in Gouda. Haar ex-partner schoot haar in het bijzijn van hun twee kinderen dood en werd later zwaargewond gevonden in de Scheveningse duinen, waar hij ter plaatse overleed. De moord is extra pijnlijk, omdat de vrouw ondergedoken zat in een blijf-van-mijn-lijfhuis en de dader eerder werd veroordeeld voor een poging tot moord op een andere ex-partner. Daarvoor werd de Eindhovenaar in 2009 veroordeeld tot 13 jaar celstraf.
Tot nu toe kunnen wensouders hun kinderen via een ivf-traject met embryoselectie alleen behoeden voor het krijgen van een erfelijke ziekte. Embryoselectie mag nog niet toegepast worden om te voorkomen dat een kind drager van de ziekte wordt; dan heeft iemand wel de erfelijke aanleg, maar de ziekte uit zich (nog) niet. Dat laatste moet een voorstel van Jan Paternotte (D66) en Harry Bevers (VVD) veranderen. Zij willen de Embryowet wijzigen.
Het voorkomen dat iemand drager van een ziekte is, is bijvoorbeeld relevant bij de spierziekte Duchenne. De ziekte kan worden doorgegeven via een genetische fout op het X-chromosoom, daarvan hebben vrouwen er – over het algemeen – twee en mannen één. Als een van de X-chromosomen bij vrouwen het foutieve gen bevat, kan de ander er nog voor compenseren. Jongens worden met hun ene X-chromosoom zeker ziek. „Al in de kinderjaren gaat hun spierfunctie hard achteruit, vanaf hun tiende hebben ze vaak een rolstoel nodig. In de tienerjaren kunnen ze hun armen niet goed meer gebruiken en later zijn ze afhankelijk van kunstmatige beademing”, zegt Elizabeth Vroom van de Wereld Duchenne Organisatie. Mensen met Duchenne worden vaak niet ouder dan dertig jaar.
Selecteren op een erfelijke ziekte is echt iets anders dan embryoselectie om geslacht of oogkleur te beïnvloeden
Vrouwen worden technisch alleen gezien als dragers van het genetische defect, terwijl ze er wel degelijk klachten van kunnen ondervinden, bijvoorbeeld aan het hart. Nu kunnen wensouders met een hoog risico om de ziekte van Duchenne door te geven, tijdens een ivf-traject alleen selecteren op gezonde jongensembryo’s. Ze mogen er volgens de huidige Embryowet niet voor kiezen om een meisjesembryo met een ‘ongezond’ X-chromosoom te elimineren. Zo kunnen ze ook niet voorkomen dat hun dochter hetzelfde ingewikkelde traject in moet om later zelf een gezond kind te krijgen. Vroom: „Het zou mooi zijn als ouders die keuze wel krijgen. Dat dit niet voor hen wordt beslist.”
Kinderwens
Dat vinden D66 en VVD ook. Harry Bevers noemt het doorgeven van dragerschap een „duivels dilemma” voor ouders. „Je hebt een kinderwens, maar je wil niet dat je kind ziek wordt en je wil de ziekte ook niet doorgeven aan volgende generaties.” Jan Paternotte: „Wij zeggen: laat dit een keuze zijn van wensouders en hun artsen, niet van de politiek. Een erfelijke ziekte is iets wat families generaties lang in de greep kan houden. Als de wetenschap ons in staat stelt om ernstig lijden te voorkomen, dan zijn we het aan elkaar verplicht dat ook mogelijk te maken.”
In 2022 diende Paternotte, toen nog met VVD-collega Sophie Hermans, het eerste voorstel voor de wetswijziging in. Na enkele aanpassingen op advies van de Raad van State is het nu klaar om naar de Tweede Kamer te gaan.
Lees ook
Wat levert het de wetenschap op als het mogelijk wordt om embryo’s te kweken? Een initiatiefwet is in de maak
Een ivf-traject met embryoselectie wordt in Nederland alleen uitgevoerd door het Maastricht UMC, een medisch-ethische commissie bepaalt voor welke ziekten dit is toegestaan. Naast Duchenne zijn dit bijvoorbeeld taaislijmziekte en de bloedstollingsziekte hemofilie. In de afgelopen dertig jaar zijn er zo’n 1.800 kinderen geboren na embryoselectie, staat op de website van het ziekenhuis.
Problematisch
Embryoselectie om dragerschap te voorkomen ligt vooral gevoelig bij de christelijke partijen. Mensen die alleen drager zijn van een erfelijke ziekte, kunnen een relatief gezond leven leiden, vindt bijvoorbeeld het CDA. Het vernietigen van deze embryo’s is daarom problematisch, stelde het wetenschappelijk instituut van de partij in 2022 in een rapport.
Ook andere medisch-ethische kwesties spelen een rol bij de wetswijziging. Want in hoeverre mag je keuzes maken voor een volgende generatie? Ontstaat er door de wetswijziging een maatschappelijke druk voor ouders om voor embryoselectie te kiezen? En wanneer gaat een ivf-traject over in cosmetisch sleutelen aan de mens?
Als je met betrokken ouders hierover spreekt, voel je hoe het dilemma op mensen drukt. Dan snap je waarom ze hun kinderen daarvoor willen behoeden
Volgens de twee Kamerleden is die grens nog niet in zicht. Paternotte: „Selecteren op een erfelijke ziekte is echt iets anders dan embryoselectie om geslacht of oogkleur te beïnvloeden, zoals in de Verenigde Staten gebeurt. Dat willen we niet en sluiten we volledig uit.”
Of het wetsvoorstel op een meerderheid in de Kamer kan rekenen, is nog geen uitgemaakte zaak. Niet in de laatste plaats vanwege de verkiezingen op 29 oktober. Veel partijen kiezen er bij stemmingen over medisch-ethische onderwerpen voor om dit een vrije kwestie te maken, zodat Kamerleden bij de stemming de lijn van hun partij niet hoeven te volgen. Paternotte: „Het zal spannend worden. Als het nodig is, gaan we 148 Kamerleden langs om ze te vertellen waarom dit een belangrijk wetsvoorstel is.” Bevers: „Als je met betrokken ouders hierover spreekt, voel je hoe het dilemma op mensen drukt. Dan snap je waarom ze hun kinderen daarvoor willen behoeden.”
Lees ook
Genetische afwijkingen bij het embryo kunnen met één test in beeld komen