Babyoesters naar de Noordzee dragen in de hoop dat de oesterbanken herstellen

Het gaat niet meteen helemáál zoals de bedoeling is. Ongeveer dertig mensen, vooral twintigers en dertigers in korte broek, proberen een menselijke keten te vormen op het zonovergoten strand aan de Brouwersdam, tussen Zeeland en Zuid-Holland. Het plan was om tientallen kratten met oesterschelpen uit een bestelwagen te laden en efficiënt door te geven, als emmers water bij een brand, zó over het strand naar een boot. Maar niet iedereen let even goed op.

Sommige mensen besluiten dan maar zelf heen en weer te lopen om de zware kratten naar de boot te tillen. Een paar kinderen lopen er doorheen om min of meer te helpen. Vrolijke chaos. Een badgast slaat het tafereel verbaasd gade en komt in zwembroek vragen: „Wat gebeurt hier allemaal?”

„We zetten vandaag babyoesters uit”, zegt Marijke van de Staak, die als projectleider Noordzee van natuurorganisatie ARK Rewilding Nederland deze actie heeft opgezet. In de kratten zitten enkele miljoenen levende oestertjes die de natuurorganisatie de afgelopen weken heeft gekweekt. „Zie je dat puntje op de schelp zitten? Dat is er één.” Oesterlarven zwemmen los door het water en ontwikkelen dan een soort voetje. Daarmee hechten ze zich vast aan een schelp of steen, waarop ze kunnen groeien en een eigen schelp kunnen ontwikkelen. Zo ontstaan oesterbanken: grote formaties van talloze oesters op de zeebodem.

De natuurherstellers hebben voor deze uitzetactie tienduizenden oesterschelpen verzameld, onder meer bij oesterkwekerijen en restaurants, om de larven een stevige ondergrond te bieden, en vandaag gaan ze al die oestertjes uitzetten. „Hier bij de Brouwersdam ligt een oesterbank, vlak bij de golfbrekers, die hopen we zo een boost te geven”, zegt Van de Staak. Een rubberen motorboot vaart rustig heen en weer met de kratten.

De natuurherstellers hebben voor deze uitzetactie tienduizenden oesterschelpen verzameld.

Foto’s: Marijn Smulders / ARK Rewilding

Koraalriffen van de Noordzee

Oesterbanken zijn wat biodiversiteit betreft een beetje de „koraalriffen van de Noordzee”, vertelt Joost Bergsma, die als ecologisch projectleider al enkele jaren betrokken is bij deze oesterbank en vandaag komt kijken naar de uitzetactie. Hij duikt er regelmatig. „Oesterbanken bieden beschutting aan allerlei ander zeeleven”, zegt hij. „Zoals anemonen, sponzen, kreeften en krabben, zeebaarzen die die krabben weer komen eten. Roggen fourageren er, zeekatten en pijlinktvissen komen er hun eieren leggen. Je kunt de oesterbank hier zelfs op Google Earth zien liggen: het water is hier opvallend helder omdat oesters het water filteren.” Er gaat per dag ongeveer 140 liter water door een volwassen oester heen. Op deze warme, vrijwel windstille dag doet het water hier inderdaad bijna Mediterraan aan.

De inheemse platte oester wordt zelfs met uitsterven bedreigd

Maar deze plek is uitzonderlijk. Onderzoek naar oude zeekaarten en logboeken suggereert dat vóór de industrialisatie ongeveer 30 procent van de Nederlandse Noordzeebodem bedekt was met schelpenbanken. Nu is dat naar schatting van natuurorganisaties minder dan 1 procent.

„De Noordzeebodem is op veel plekken een woestijn”, zegt Marijke van de Staak. De inheemse platte oester wordt zelfs met uitsterven bedreigd, de populatie stortte de laatste jaren vrijwel volledig in, volgens onderzoeksorganisatie IUCN.

Daar willen zij dus verandering in brengen. De wat rommelige menselijke keten verraadt dat het merendeel dit niet professioneel doet: de meeste aanwezigen vandaag zijn hier als vrijwilliger. Ze zijn uit het hele land hierheen gekomen, om oesters naar de zee te dragen.

Twee van hen, Milan Jagt (29) en Rosanne Bartholomeus (26) staan voorafgaand te kletsen. „Als je het nieuws over klimaat en natuur ziet, is het makkelijk om cynisch te worden,” zegt Bartholomeus. „Maar hierbij heb je in elk geval het gevoel dat je iets goeds aan het doen bent”, zegt Jagt. „Meer natuur is meer beter, toch?”

Taleya Ouellet (24) komt uit Canada en is net afgestudeerd in Leiden. Zij komt hier om nieuwe mensen te ontmoeten, en om wat nuttigs bij te dragen, zegt ze: „Iedereen kan iets veranderen aan de wereld, dus dat probeer ik zo.”

Foto Marijn Smulders / ARK Rewilding

Olav de Geus (25) is vanuit Strijen, in de buurt van Dordrecht, hierheen gekomen om mee te helpen. „Je kunt gaan doemdenken, en dat doe ik ook weleens. Maar dit is altijd beter dan niks doen.” En hij wordt hoopvol van hoe snel natuurherstel kan gaan. „Neem de buizerd.” Die roofvogel was in de jaren zeventig bijna uitgestorven, maar door effectieve beschermingsprogramma’s is het nu de meest algemene roofvogel in Nederland.

Delfina Duggan (29), oorspronkelijk Argentinijnse, werkt in biodiversiteitsmanagement en is professioneel duiker. „Ik vind deze vorm van ‘rewilding’ heel interessant omdat je met relatief kleine ingrepen grote veranderingen in gang kunt zetten. Oesterriffen kunnen een soort onderzeese bruggen tussen ecosystemen vormen, ik hoop dat dit slechts het begin is.”

Acupunctuur voor de natuur

De bedoeling van dit soort ‘rewilding’ is inderdaad om ecosystemen een handje te helpen om zelf weer te kunnen opbloeien. Door middel van het uitzetten van zogeheten sleutelsoorten in een natuurgebied, hopen rewilders de motor van de natuur weer op te starten op plekken waar die is stilgevallen. Opvallend kleine ingrepen, speldenprikjes haast, kunnen verrassend grote effecten hebben. Acupunctuur voor de natuur.

In de Noordzee is de oester zo’n sleutelsoort. Riffen bouwen zichzelf, is het idee. Meer oesters betekent meer vaste ondergrond voor nieuwe oesters en andere schelpdieren, die meer beschutting bieden voor anemonen, sponzen, wieren, schaaldieren, die op hun beurt vissen aantrekken, en zo verder.

De heilige graal is de zogeheten ‘trofische cascade’: een soort waterval van positieve effecten op het ecosysteem waardoor er binnen enkele jaren al heel tastbaar herstel kan optreden.

Je kunt blijven praten over natuurherstel, maar wij willen het dóén

Marijke van de Staak
ARK Rewilding

Of dat lukt, verschilt per diersoort en per natuurgebied. Zo zette ARK Rewilding vorig jaar 74 steuren uit in de Biesbosch, om te onderzoeken hoe zij de waterwegen gebruiken. Vorige maand bleek dat er waarschijnlijk slechts vijf exemplaren de zee hebben bereikt. Dat kunnen er meer worden, maar het laat wel zien hoe weerbarstig de natuur kan zijn.

De organisatie heeft de afgelopen 35 jaar diverse diersoorten zoals lynxen, bizons en wilde paarden succesvol teruggebracht in Europese natuurgebieden. In Nederland is dat onder meer met de bever gelukt. „Of het uitzetten van de oesters effect heeft, weten we pas echt over een jaar of twee à drie”, zegt Van de Staak. Dan kunnen ze zien of ze uitgegroeid zijn tot volwassen oesters die zich voortplanten. „Voor ons is dit ook echt een experiment. Je kunt wel blijven praten over natuurherstel, maar wij willen het dóén, en dan leren van wat werkt en wat niet werkt.”

Met de rug naar de zee

Het tafereel op de Brouwersdam wordt ook gadegeslagen door Annet Pauwelussen, antropoloog aan Wageningen University & Research. Zij doet, notitieboekje in de hand, onderzoek naar hoe culturele relaties tussen mensen en de zee kunnen helpen bij het herstellen van zeenatuur. „Ik denk dat we in Nederland nogal met de rug naar de zee leven”, zegt ze.

Pauwelussen bestudeert ook hoe in delen van Engeland de oester een belangrijk deel is van de cultuur, en mensen betrekt bij het welzijn van de zeenatuur. Daar bestaat bijvoorbeeld een jaarlijkse ‘Oyster Dredging Match’ op het eiland Mersea, een ritueel om gezamenlijk oesters te vissen, eten en bewonderen.

Foto Marijn Smulders / ARK Rewilding

„Dat zorgt ervoor dat mensen heel direct zien hoe het gaat met de oester. Als die achteruitgaat, zet dat hen aan het denken over hoe dat komt.” Is dat door te veel visserij die de bodem aantast? Of stromen er giftige bestrijdingsmiddelen de zee in? „Bewustzijn daarover kan een nieuwe relatie tussen mens en de zee, en ervoor zorgen dat er een maatschappelijke beweging op gang komt van onderaf, bottom-up.

Daar hoopt ARK Rewilding ook op, daarom proberen ze vrijwilligers hiervoor te porren. Sinds vorig jaar organiseert ARK Rewilding zich met appgroepen en bijeenkomsten voor ‘jonge rewilders’, om zo een maatschappelijke beweging te starten voor natuurherstel. Dat zal de komende jaren wel nodig zijn: in de recent aangenomen Europese Natuurherstelwet staat dat landen in 2030 herstelmaatregelen moeten hebben getroffen voor 30 procent van de natuurgebieden die in slechte staat zijn, daaronder is ook zeker de Noordzee.

Behalve ARK Rewilding zijn ook start-ups zoals Oyster Heaven en ReefSystems recent begonnen met het creëren van kunstmatige nieuwe schelpenriffen, en ook in sommige windmolenparken gebeurt dat.

Maar of dit soort acties genoeg zijn om het tij te keren voor de Noordzeenatuur? Is de uitzetting van vandaag daarvoor niet te, eh, schattig? „Natuurlijk is er meer nodig dan dit, maar kan wel een eerste stap zijn richting grootschaliger riffen”, zegt Van de Staak.

Aan de horizon bij de Brouwersdam is te zien dat de industriële machine intussen volop doordraait. Er varen grote schepen, er verrijzen reusachtige windmolenparken, de zee wordt steeds drukker. De laatste jaren verliest de Noordzee-natuur het steevast van andere grote belangen die op de zee om ruimte concurreren, constateerde de Europese Rekenkamer vorig jaar nog.

Maar dat houdt deze vrijwilligers niet tegen. Beurtelings gaan ze mee de boot op, reddingsvesten aan. Na een kort tochtje houdt de boot stil, dobbert boven de oesterbank die net te diep ligt om goed te kunnen zien. „Hier is het”, zegt de kapitein. Dat nemen ze dan maar aan. Vanaf de rand van de boot kieperen ze de kratten om, zo de zee in. Daar gaan de baby-oesters, met honderdduizenden tegelijk de Noordzee in.