De tijdlusboeken van Solvej Balle blijven onze recensent aardig verslaven: niet perfect, wel telkens prikkelend

Dat het uit de tijd vallen, zoals de boekhandelaar Tara Selter is overkomen in Over de berekening van ruimte, toch vooral neerkomt op een alleen komen te staan, dat maakte de Deense schrijfster Solvej Balle al in de eerste twee delen van haar romanproject kenbaar. Telkens opnieuw diezelfde 18 november te moeten beleven is natuurlijk al hartstikke vervelend, maar wat nog veel erger is: je beleeft hem telkens alléén. Maar in het nu vertaalde derde deel van de reeks (er zullen hierna nog vier delen volgen) werpt Balle haar heldin een reddingsboei toe: er blijkt namelijk nóg iemand vast te zitten in die verduivelde herfstdag. Na de eenzame dagen van deel I en II stuit Selter in Duitsland op de Noor Henry Dale. Eindelijk een lotgenoot. ‘Ik moet glimlachen bij de gedachte aan onze ontmoeting en ik besef hoelang ik geleefd heb zonder deze wederzijdse herkenning’, zegt Selter bij zichzelf, ‘het schokje in je bewustzijn, een zacht sidderen in je hersenen terwijl je een mens herkent die jou herkent.’


Lees ook

Deze ambitieuze roman is Groundhog Day op z’n Deens, maar dan ernstiger van toon

Deze ambitieuze roman is  Groundhog Day  op z’n Deens, maar dan ernstiger van toon

Dale en Selter hebben dingen gemeen, maar vliegen hun tijdgevangenschap ook anders aan. Zo ontwikkelt Selter een bovengemiddelde interesse in de graanoogst in het Romeinse Rijk, maar haalt Dale daar zijn schouders over op. En ook verder zijn tijdgijzelaars net mensen, mensen die nog wel bij de tijd horen bedoel ik, want het duo neemt op een zeker moment ook weer afstand van elkaar: visite en vis blijven drie dagen fris. Toch blijft dit derde deel tot op zekere hoogte een ‘sociaal’ deel, want er duiken later nóg meer lieden op die achtjes draaien in de tijdlus. Ze gaan samenwonen in een afgelegen huis en broeden daarin op een abstract plan waarmee ze de rest van de mensheid uit de brand willen helpen. Wat nogal uit de lucht komt vallen, want Selter en haar gevolg waren voorheen niet bijster geëngageerd. Wel geeft die plotselinge cultuurkritiek deze cyclus de broodnodige pit, want Balle schrijft nu niet bepaald met het mes tussen de tanden. Kleine observaties, opsommingen van wat er allemaal nog in huis is aan levensmiddelen, wikken en wegen, heroverwegingen: er had wel een beetje peper bij gemogen.

Experiment

Wie van deze romancyclus wil genieten moet hem sowieso niet als een pietlut gaan zitten lezen. Wie in de roes wil belanden die Balle onmiskenbaar met dit project aan heeft willen boren, dus dat meezweven met de van alle dingen losgezongen Tara Selter, die moet de kantlijnen niet vol gaan kalken met kritische opmerkingen over de logistieke aannemelijkheid ervan. Als je uit de tijd valt, dan houdt er van alles op voor je, maar dan gaat er ook veel gewoon door, als we Balle moeten geloven. Alles is hetzelfde, maar je kunt wel gewoon allerlei nieuwe locaties bezoeken. Wat is er op een spiksplinternieuwe plek dan nog hetzelfde? En in het verlengde hiervan: wat is dan nog de terreur, de kwaal? Een aardig experiment voor bijvoorbeeld een leesclub zou zijn: tien lezers deze romanreeks voorschotelen en ze dan afzonderlijk van elkaar vragen om echt heel nauwkeurig te benoemen waar Selters aandoening nu uit bestaat. Wedden dat je tien keer iets anders te horen krijgt? Wat Balle overigens goed in de vingers heeft is het afronden van een afzonderlijk romandeel. Ook deze keer denk je op de laatste pagina’s: hier gaat het een verrassende kant op, dat volgende deel ga ik toch maar lezen. De grot van Plato, M. Night Shyamalan, The Matrix: ze duiken plots op in je hoofd.