Jonas Vingegaard weet het gat met Tadej Pogacar te dichten. ‘Echt ongelooflijk na al die pech’

Een woedend gebaar met zijn hoofd, vlak na de finish bij het afstappen – eigenlijk vertelde dat alles over hoe Tadej Pogacar zich na deze etappe voelde. Vijftien minuten later, bij de uitreiking van een nieuwe gele trui, was de teleurstelling nog steeds niet geweken: hij stond op het podium met een gezicht als een oorwurm, zijn mond nog vol met eten.

Opnieuw viel Pogacar deze woensdag aan, in een lange en zware etappe door het Centraal Massief. En opnieuw lukte het hem niet om zijn naaste concurrent Jonas Vingegaard een slag toe te dienen. Sterker nog, hij moest zélf een mentale tik incasseren. Na de demarrage van Pogacar wist Vingegaard terug te komen en – nog nooit eerder vertoond tussen de twee renners – won hij het sprintje om de dagzege.

In plaats van de verwachte tijdwinst, verloor Pogacar uiteindelijk één seconde op zijn rivaal in het algemeen klassement en ligt de Tour, tot ieders verbazing, halverwege nog steeds helemaal open.

Wie had gehoopt dat de etappe naar ski-oord Le Lioran in de vulkanische regio Cantal (vier beklimmingen, meer dan 4.000 hoogtemeters) een dag voor de vluchters zou worden, kwam bedrogen uit. Na een onrustige start ontstond een kopgroep van zes met sterke renners als Ben Healy en Richard Carapaz, maar veel tijd kregen ze niet. Al snel pakten de twee beste wielrenners ter wereld, de nummers een en drie van het algemeen klassement, hun strijd uit de eerste week van deze Tour weer op – met een fascinerend gevecht als resultaat.

Keer op keer

Die eerste week kende een duidelijk patroon: Pogacar viel aan, Vingegaard volgde. De Sloveense coureur probeerde het keer op keer: in de tweede rit naar Bologna, in etappe vier over de Col du Galibier, in de tijdrit in de Bourgogne, in de ‘graveletappe’ over de witte wegen bij Troyes. Hij pakte tijd – maar beslissend was het nooit. Vingegaard wist, op zijn tandvlees en door slim en gedisciplineerd werk van zijn ploeg Visma-Lease a Bike, de schade beperkt te houden tot 1.15 minuut.

Zowel Pogacar als de Belg Remco Evenepoel, die verrassend sterk rijdt en nog altijd tweede staat, hadden kritiek op het defensieve rijden van Vingegaard en diens ploegmaats. Maar bij Visma-Lease a Bike was op de rustdag, afgelopen maandag, vooral tevredenheid te bespeuren over de manier waarop ze hun kopman in koers hadden weten te houden. Hun tactiek was volstrekt gerechtvaardigd, vonden ze: Vingegaard kwam naar de Tour met slechts anderhalve maand training in de benen, na een zware val in de Ronde van het Baskenland in april.

Iedereen verwachtte dat Pogacar in deze tweede Tourweek niet zou wachten met nieuwe aanvallen tot komend weekend, wanneer twee zware ritten in de Pyreneeën op het programma staan. En dat klopte. Vlak nadat de twee laatste vluchters zijn teruggehaald, vijfhonderd meter voor de top van de Puy Mary, gaat Pogacar ervandoor. Nog 32 kilometer en twee beklimmingen te gaan.

Vingegaard kan aanvankelijk niet volgen. De paar seconden die hij heeft verloren op de top, zijn na de afdaling van de Puy Mary opgelopen tot meer dan een halve minuut – mede door het snoeiharde, risicovolle afdalen van Pogacar (inclusief een bijna-slip in een bocht). Toch weet Vingegaard op de volgende klim, de Col de Pertus, het gat met Pogacar weer te dichten. „Ik was behoorlijk verrast”, zei Pogacar na afloop. „Vlak voor de top keek ik achterom en zag ik Jonas naar me toe vliegen.”

Daarna rijden de twee samen over de laatste col naar de finish op Le Lioran, met Vingegaard die – voor het eerst in deze Tour – kopwerk doet. De laatste beklimming lijkt hem meer pijn te doen dan Pogacar. Terwijl hij voorovergebogen over zijn stuur zit, met een bleek gezicht, trapt zijn rivaal nog steeds achteloos in de rondte. Maar schijn bedriegt: in het sprintje om de etappezege heeft Vingegaard het meeste over.

Euforie

Bij de teambus van Visma-Lease a Bike heerst na afloop euforie. „We hebben zitten zweten in de auto toen Pogacar aanviel op de Puy Mary en Jonas niet meekon”, zegt ploegleider Grischa Niermann, die Vingegaard over de ploegradio terug naar Pogacar coachte. „Rustig blijven was niet makkelijk, maar ik heb tegen hem gezegd: je gaat gewoon een tijdrit rijden naar de finish.” Achter Niermann komt ondertussen de ene blije Visma-renner na de andere aan. „Dat Jonas uiteindelijk wist te winnen, is een grote demonstratie van veerkracht.”

Vingegaard zelf toont zich na de etappe blij én geëmotioneerd. „Na die val in Baskenland dacht ik dat ik zou doodgaan,” zegt hij tijdens zijn persconferentie. „En nu heb ik een etappe gewonnen in de grootste wedstrijd van de wereld. Echt ongelooflijk na al die pech.” Hij speelt misschien „de slachtofferkaart”, vervolgt Vingaard. „Maar dat is omdat ik ook een slachtoffer bén.”

En Pogacar? Die heeft zijn frustratie een half uur na de finish redelijk onder controle. Ja, hij is wel „een beetje teleurgesteld” dat hij de etappe niet heeft gewonnen, zegt hij, maar het is „niet het einde van de wereld” en hij heeft toch „a good day out there” gehad. Hij prijst Vingegaard, die volgens hem „in de beste vorm van zijn leven” verkeert. En hoe het nu verder gaat? „Dat gaan we straks zien in het hooggebergte.”