PVV-leider Geert Wilders zei na afloop van de presentatie van het coalitieakkoord in mei dat hij met name „ontzettend blij is dat de ‘asieldwangwet’ van tafel is”, want daar had hij „misschien wel het hardst voor gevochten”. Wilders refereerde aan de spreidingswet, die asielzoekers over Nederland verdeelt om met name opvangcentrum Ter Apel te ontlasten.
Zijn pas aangestelde minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber, die deze dinsdag haar eerste debat heeft in de Eerste Kamer, heeft beloofd de wet zo snel mogelijk in te trekken.
Maar de strijd van de PVV tegen de spreidingswet is nog niet gestreden: de coalitie kan niet unilateraal beslissen om die „van tafel” te vegen, zoals Wilders het stelde. Hoogleraar staatsrecht Hansko Broeksteeg wijst erop dat de wet is aangenomen door beide Kamers én in werking is getreden. Daarom moet de wet worden gewijzigd of ingetrokken. Intrekken is het makkelijkst, dan hoeft het ministerie van Asiel en Migratie alleen een wet op te stellen waarin staat dat de spreidingswet niet langer van kracht is. Faber kan ook kiezen om de spreidingswet te ontmantelen in combinatie met een breder anti-asielpakket. Haar ministerie geeft aan NRC te kennen nog niet te weten welke route wordt genomen.
Het voorstel moet hoe dan ook vervolgens hetzelfde democratische traject als een reguliere wet doorlopen: via de Tweede en de Eerste Kamer.
In de Tweede Kamer heeft de coalitie een ruime meerderheid, maar „de oppositie heeft desondanks het volste recht om de intrekkingswet in commissiedebatten en schriftelijke rondes” te bevragen, aldus Broeksteeg. Dat kan het proces vertragen en ongemakkelijke momenten opleveren voor Faber, wanneer zij haar asielmaatregelen en het beëindigen van de spreidingswet moet verdedigen. Alsnog zal het waarschijnlijk niet spannend worden in de Tweede Kamer.
Lees ook
Schrappen Spreidingswet raakt Budel hard: ‘Waar moeten al die mensen dan heen? In tentjes, hier in het dorp?’
Geen senaatsmeerderheid
In de Eerste Kamer ligt dat anders, daar heeft de coalitie geen meerderheid. Dezelfde lichting senatoren stemde begin dit jaar nog vóór het invoeren van de spreidingswet. Toen waren de formerende partijen onderling verdeeld: PVV en BBB stemden tegen de wet. NSC had (en heeft) geen zetels in de Eerste Kamer. De top van de VVD, aangevoerd door demissionair minister van Justitie Dilan Yesilgöz, had zich ook tegen de wet gekeerd en de senaat gevraagd „pas op de plaats” te maken. Desondanks stemden de VVD-senatoren unaniem in met de spreidingswet. De formatieonderhandelingen liepen een deuk op, PVV-leider Wilders sprak van een „groot probleem”.
De VVD-senaatsfractie steunde de wet van demissionair staatssecretaris voor Asiel Eric van der Burg – ook VVD’er –, omdat uitvoeringsinstanties, belangenorganisaties en burgemeesters „expliciet hebben aangegeven dat ze uit de voeten kunnen met deze wet”, aldus asielwoordvoerder Marian Kaljouw destijds.
Van het aanvankelijke optimisme van Wilders over het intrekken van de spreidingswet, is in het kabinet niets meer te merken
Inmiddels is het politieke landschap veranderd. Van der Burg is niet langer staatssecretaris. Maar het bestuurlijk umfeld dat begin dit jaar hard nodig werd geacht voor de spreidingswet, is niet verdwenen. De coalitieplannen kunnen in de senaat op weinig steun rekenen. De bestuursvoorzitter van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers zei eerder in NRC dat het vroegtijdig intrekken van de wet „funest” zou zijn voor de Nederlandse asielopvang. Waarnemend burgemeester van Westerwolde, Leendert Klaassen, waar Ter Apel ligt, noemde het „onbegrijpelijk” dat een paar maanden „na het ingaan van de wet plannen liggen om deze niet uit te voeren”.
De vraag is of de VVD-senatoren die geluiden naast zich neerleggen wanneer ze opnieuw stemmen over de spreidingswet. De voorzitter van de VVD-senaatsfractie Edith Schippers reageerde op vragen van NRC dat de VVD-senatoren het intrekken van de spreidingswet „in de context van dat moment zullen toetsen op uitvoerbaarheid, rechtmatigheid, handhaafbaarheid en doeltreffendheid, zoals we dat altijd doen”.
Coalitiepartners
Ook als alle Eerste Kamerleden van de VVD zich tegen de spreidingswet keren, schort het de coalitie aan acht zetels voor een meerderheid. De zeven senatoren van FVD, JA21, SGP en 50Plus waren in januari tegen de spreidingswet. Als ze deze ook weer willen afschaffen, hoeft de coalitie maar één senator te vinden om voor de intrekkingswet te stemmen. Die ene senator moet dan van de linkse- of centrumpartijen vandaan komen. Die fracties waren in januari allemaal voorstander van invoering.
Theo Bovens, voorzitter van de senaatsfractie van het CDA, liet aan NRC weten dat zijn fractie de spreidingswet onverminderd noodzakelijk acht en ziet „geen argumenten om een ander standpunt in te nemen dan in januari”.
Volgens hoogleraar staatsrecht Broeksteeg kan het „ruim een jaar duren” voordat de toekomst van de spreidingswet duidelijk wordt, aangezien de wetsbehandeling door de Kamers en de Raad van State hoe dan ook maanden kost. Als de afschaffing bovendien wordt geregeld in een breed maatregelenpakket, kan dat de behandeling verder vertragen. Een deel van de door de coalitiepartijen voorgestelde maatregelen is juridisch omstreden. De behandeling zou daardoor langer kunnen duren.
Optuigen
Van het optimisme van Wilders over het intrekken van de spreidingswet na de presentatie van het coalitieakkoord, is in het kabinet niets meer te merken. Minister Faber zei tijdens haar hoorzitting: „Het is niet zo dat we het volgende maand voor elkaar hebben. We hebben een lange weg te gaan.” Premier Dick Schoof benadrukte tijdens het debat over de regeringsverklaring dat „zorgvuldigheid belangrijker is dan snelheid”. Maar beide bewindspersonen herhaalden ook dat het afschaffen van de wet wel degelijk zal gebeuren, als het aan hen ligt.
Op 1 november moeten provincies hun verdeelplannen voor asielopvang bekendmaken. Intussen zijn veel gemeenten al bezig met het optuigen van de opvang die ze vanaf dan gereed moeten hebben. Dat moedigde minister Faber aan tijdens haar hoorzitting, waarin ze ook benadrukte dat de spreidingswet voorlopig gewoon geldt voor alle gemeenten. Of ze gemeenten zo nodig gaat dwingen opvangplekken te realiseren, blijft onduidelijk. Premier Schoof en Faber zijn optimistisch dat genoeg gemeenten vrijwillig opvangplekken zullen verschaffen, ook om de asielpiek op te vangen die waarschijnlijk deze zomer komt.
Binnenkort is het regelen van zoveel opvang niet meer nodig, hoopt de coalitie. PVV, VVD, NSC en BBB gaan ervan uit dat de afschrikwekkende maatregelen en Europese migratiedeals die ze voor ogen hebben het aantal asielzoekers aanzienlijk zullen doen dalen. Als dat niet lukt, zoals experts inschatten, kan het minister Faber nog weleens goed uitkomen als de spreidingswet nog even in stand blijft.
Lees ook
Zeker tweeduizend opvangplekken minder door voornemen van aanstaande coalitie om spreidingswet in te trekken