N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De wereldeconomie staat er in 2023 iets beter voor dan verwacht. Maar met name de industrielanden staat alsnog een periode van zeer lage groei te wachten. Dat blijkt uit nieuwe, tussentijdse prognoses van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) die in de nacht van maandag op dinsdag zijn vrijgegeven.
Terwijl eind vorig jaar nog werd gedacht dat het IMF zijn verwachtingen verder zou terugschroeven, is de stemming over de economie wereldwijd juist iets verbeterd. De negatieve sfeer werd nog rond de jaarwisseling benadrukt door IMF-directeur Kristalina Georgieva, die 2023 een ‘moeilijk jaar’ noemde. Ook omkleedde het IMF zijn prognoses van afgelopen oktober al met bijzonder veel neerwaartse risico’s.
Met 3,1 procent is de wereldwijde economische groei in 2024 =nauwelijks hoger dan dit jaar
Dat blijkt enigszins mee te vallen. De verwachte wereldwijde economische groei dit jaar bedraagt 2,9 procent, en dat is juist 0,2 procentpunt méér dan eerder gedacht. Dat betekent niet dat de pijn van de wereldwijd opgelopen inflatie ten einde is: mondiaal bedroeg de inflatie gemiddeld 8,8 procent in 2022, en daalt dit jaar naar 6,6 procent om in 2024 te belanden op 4,3 procent. Dat is nog steeds hoger dan de gemiddeld 3,5 procent in de jaren vóór de pandemie. Het IMF wijst erop dat de dempende invloed van de renteverhogingen die centrale banken hebben doorgevoerd zich pas na enige tijd laat gelden. De wereldwijde economische groei in 2024 is, met 3,1 procent, dan ook nauwelijks hoger dan dit jaar.
Dat geldt al helemaal voor de rijke industrielanden. Bij hen groei de economie gemiddeld met 1,2 procent in 2023, en met 1,4 procent in 2024. Dat zijn magere cijfers.
Kleine meevaller
Toch blijven de prognoses voor dit jaar een kleine meevaller vergeleken met eerdere doemscenario’s. De Verenigde Staten kunnen rekenen op een economische groei van 1,4 procent, 0,4 procentpunt meer dan de prognose van oktober vorig jaar. Die opwaardering geldt ook voor Duitsland, dat maandag nog een verrassende krimp van 0,2 procent over het vierde kwartaal van 2022 rapporteerde. De Duitse economie wordt nu geacht niet te krimpen in 2023, maar nipt te groeien, met 0,1 procent.
Andersom moet het Verenigd Koninkrijk, dat vandaag drie jaar geleden formeel uit de EU stapte, rekenen op een krimp met 0,6 procent waar eerder nog een groei met 0,3 procent werd verwacht. Andere opvallende bijstellingen zijn voor China (plus 0,8 procent naar een groei van 5,2 procent) dat het strenge Covid-beleid eind vorig jaar abrupt liet varen en Rusland, waar de groei met maar liefst 2,6 procentpunt is opgewaardeerd, hetgeen leidt tot een groei van 0,3 procent tegenover een eerder verwachte forse economische krimp.
Het IMF waarschuwt dat er op de financiële markten op dit moment wel erg hard vooruitgelopen wordt op een verder dalende inflatie. Daardoor zijn de verwachtingen van beleggers over toekomstige rentestappen die de grote centrale banken in de VS en Europa nemen om de inflatie de kop in te drukken erg rooskleurig geworden. Voor de grote industrielanden bedroeg de gemiddelde inflatie 7,3 procent in 2022, die daalt naar 4,6 procent dit jaar en 2,6 procent in 2024. Dat is nog steeds boven het beleidsdoel van 2 procent.
Bovendien wijst het Fonds erop dat de inflatie dan wel daalt, maar dat de kerninflatie – zonder energie en voeding – hardnekkig hoog blijft. Centrale banken letten vooral op die kerninflatie. Woensdag eindigt een vergadering van de Amerikaanse Federal Reserve met de aankondiging van de volgende rentestap omhoog. Donderdag volgt een even cruciale vergadering van de Europese Centrale bank.
De risico’s voor de prognose van vandaag zijn volgens het IMF nog steeds overwegend neerwaarts, met dus een grotere kans dat ze toch zullen tegenvallen. Maar die risico’s zijn wel veel minder dan in oktober nog werd gedacht.