Kan het dorp wel veilig, „robuust en klimaatbestendig” worden gebouwd in die diepe polder?

Het moet een „nieuw, innovatief dorp” worden met achtduizend woningen. Een vijfde dorp in het midden van de overige vier dorpen – Moerkapelle, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen – in de Zuid-Hollandse gemeente Zuidplas. In een van de laagste polders van Nederland, vier tot vijf meter onder NAP.

Maar wordt het dorp wel klimaatbestendig? „We laten zien waar een relatief kleine gemeente groot in kan zijn”, aldus een gemeentelijke brochure van een halfjaar geleden. De plannen zijn voorgelegd aan „sterke partners”, onder wie de watermanagers van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (dat verantwoordelijk is voor het waterbeheer) en „die deze ontwikkeling omarmen”. Wethouder Jan Willem Schuurman (ChristenUnie/SGP): „De behoefte aan woningen is enorm en het is keihard nodig aan de slag te gaan.”

Onlangs stelde de gemeenteraad van Zuidplas het bestemmingsplan vast. Kort daarop besloot het hoogheemraadschap, waarmee de gemeente de afgelopen jaren zo intensief had samengewerkt, tegen het plan in beroep te gaan bij de Raad van State. Er is volgens het hoogheemraadschap „onvoldoende zekerheid” dat het dorp op deze „complexe locatie” de komende honderd jaar of meer een „duurzaam goede en klimaatbestendige inrichting en daarmee ook een goede leefomgeving” zal zijn.

Het vorige kabinet bepaalde dat niet zomaar kan worden gebouwd: voor bouwplannen moeten de waterstaatkundige voorwaarden worden bekeken

„We vinden het heel vervelend dat dit beroep noodzakelijk is”, zegt dijkgraaf Toon van der Klugt. „Wij snappen dat er ook in laag Nederland woningen moeten worden gebouwd. Daarom hebben wij ook graag meegedacht met de gemeente toen die drie jaar geleden het masterplan opstelde. We hebben samen met de gemeente doelen en ambities afgesproken. We hebben daarom ook steun toegezegd en aangeboden bij een lobby door de gemeente voor extra geld. We hebben zelfs met de provincie meebetaald aan een professionele organisatie en campagne daarvoor.”

Toch ging het mis. Van der Klugt: „The proof of the pudding is in the eating. Bij de uitwerking in het ontwerp-bestemmingsplan hebben we onvoldoende teruggezien van wat we hadden afgesproken over een klimaatbestendige inrichting. Terwijl dat echt nodig is om te voorkomen dat mensen die daar straks een huis kopen, uiteindelijk een groot probleem krijgen.” Bovendien is het mogelijk dat de gemeente zelf ook voor „enorme kosten komt te staan”. Zo kan dat de „rioleringen verzakken of dat de waterkwaliteit in het dorp tekortschiet”.

Toon van der Klugt, de dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard: „Het schuurt al lang met de gemeente.”
Foto Walter Herfst

Betreurenswaardig

Of het de allereerste keer is dat een waterschap zich tegen een gemeente keert, wil dijkgraaf Van der Klugt niet beweren. Zeker is wel dat dit de eerste bestuurlijk-juridische clash in Nederland is over de onlangs afgesproken uitgangspunten van de ruimtelijke ordening, namelijk dat daarbij „water en bodem sturend” moeten zijn. Zo bepaalde het vorige kabinet dat in een brief van toenmalig minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat, VVD). Kort samengevat: er kan niet zomaar worden gebouwd, klimaatverandering vergt dat bij het maken van plannen eerst goed wordt bekeken of en zo ja onder welke waterstaatkundige voorwaarden een gebied kan worden bebouwd. Van der Klugt: „Het beleid is nog niet in een wet verankerd. Dat wreekt zich nu. Gemeenten kijken bij geldtekort naar wat wettelijk moet en schuiven de rest terzijde.”

De gemeente Zuidplas vindt het „jammer” en „betreurenswaardig” dat het hoogheemraadschap naar de Raad van State is gestapt, zegt wethouder Jan Willem Schuurman. „We wisten dat dit kon gebeuren. Wat mij betreft moeten we de komende periode in gesprek blijven om te kijken of we er alsnog uit kunnen komen.” Schuurman stelt dat wel degelijk rekening wordt gehouden met de kwetsbare ligging van het gebied, vooral met de slappe bodem. „We gaan vooral bouwen op een oude kreekrug, die sterker is dan het veenweidegebied.”

Verder stelt Schuurman dat het risico op overstromingen ook is onderzocht. „We hebben simulaties gemaakt van wat er gebeurt als hier regenbuien vallen zoals in Limburg drie jaar geleden, en hoe we moeten omgaan met droogte.” In dat kader is ook gekeken naar hoe gebouwen water kunnen vasthouden en of het mogelijk is het waterpeil te laten fluctueren. „Ook hebben we rekening gehouden met de waterkwaliteit en met de biodiversiteit.”

Maar voor het hoogheemraadschap zijn deze maatregelen niet voldoende. In het bestemmingsplan staat bijvoorbeeld dat het vloerpeil van de woningen op minimaal 4,45 meter onder NAP moet liggen, terwijl het hoogheemraadschap liever uitgaat van 4,20 meter onder NAP. Verder voorziet het plan in een fluctuatie van het waterpeil van minimaal dertig centimeter, hoewel het hoogheemraadschap pleit voor minimaal vijftig centimeter. „Maar we sluiten niet uit dat het peil in de toekomst naar vijftig centimeter gaat”, zegt wethouder Schuurman.

Hoe dit ook zij, dit had kunnen worden beschreven en berekend in een zogenoemd waterhuishoudkundig plan. Zo’n plan ontbreekt. Dijkgraaf Van der Klugt: „Wij zijn niet te beroerd om van mening te veranderen als uit een gedegen waterhuishoudkundig plan blijkt dat een paar centimeter minder fluctuatie van het peil afdoende is om dit dorp de komende honderd jaar robuust en klimaatbestendig te maken. Maar zonder zo’n plan kunnen we daar niet over praten. Het complete beeld ontbreekt.”

Jan Willem Schuurman hoopt dat de gemeente en het hoogheemraadschap alsnog overeenstemming bereiken: „Ik heb daar vertrouwen in.”
Foto Nena Sahetapy

Mona

De wethouder van Zuidplas legt uit dat er weinig tijd was. Schuurman: „Wij hebben pas later een waterhuishoudkundig plan gemaakt, omdat we onder druk stonden.” Drie jaar geleden namelijk, bij het vaststellen van het eerste masterplan, vestigde de gemeente het voorkeursrecht op de gronden en de gemeente is wettelijk verplicht om binnen drie jaar een bestemmingsplan vast te stellen. Verloopt deze termijn, dan kunnen de gronden opnieuw vrij verhandeld worden. „En we wilden niet dat er ongewenste grondspeculatie zou ontstaan,” aldus Schuurman. „Want er zitten bij de bouw van zo’n dorp ook allerlei niet-winstgevende aspecten aan, zoals de aanleg van infrastructuur en groen.” Hij hoopt dat de gemeente en het hoogheemraadschap alsnog overeenstemming bereiken en dat een beroep bij de Raad van State wordt ingetrokken. „Ik heb daar vertrouwen in.”

Of hij gelijk krijgt, is de vraag. Dijkgraaf Van der Klugt: „De gemeente en wij zijn het al een jaar niet eens. Het schuurt dus al lang. Dat geeft me niet zo veel vertrouwen dat we er straks dan ineens wél samen uit zullen komen. We hadden het eens moeten worden vóór de vaststelling van het bestemmingsplan. Wij zoeken echter het gesprek met de gemeente om tot een oplossing te komen.”

Misschien komt de redding uit Den Haag. Wellicht wil de nieuwe minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, BBB’er Mona Keijzer, het plan financieel ondersteunen? Van der Klugt: „Als geld het probleem is, zou het Rijk zeker en om meerdere redenen kunnen bijspringen.” Wethouder Schuurman: „Een bijdrage van het Rijk zou ons enorm helpen om niet alleen wat wij minimaal noodzakelijk vinden te realiseren maar ook de hogere ambities.”


Lees ook

Nederland beschermen tegen water wordt steeds lastiger: de problemen stapelen zich op

Wateroverlast in centrum van Valkenburg aan de Geul door zware regenval en het buiten haar oevers treden van het riviertje de Geul. Gestrande vakantiegangers worden geëvacueerd.