Vanaf het studiejaar 2026-2027 moeten studenten in het hoger onderwijs (hbo en wo) die meer dan een jaar uitlopen met hun studie 3.000 euro per extra studiejaar betalen. Deze langstudeerboete komt bovenop het reguliere collegegeld van 2.530 euro per jaar. Een verhoging van boetes kan zelden op enthousiasme rekenen en ook nu is de kritiek niet mals. Critici vrezen voor krappere financiën, verslechterd mentaal welzijn en minder participatie van studenten in de maatschappij.
EenVandaag peilde dat een kwart van de studenten die hun studie zelf betalen overweegt te stoppen vanwege de langstudeerboete. Maar hoe erg is het dat we mogelijk een klein deel van de theoretisch opgeleide arbeidskrachten verliezen?
Jaarlijks betalen studenten ‘slechts’ 2.530 euro collegegeld. Slechts, omdat het totale instellingsgeld zo’n 12.000 euro bedraagt. Het verschil wordt betaald door de belastingbetaler. Voor een deel investeren we in de toekomst, maar een ander deel wordt weggegooid aan studies waar nauwelijks banen voor zijn op de arbeidsmarkt. Welke maatschappelijke meerwaarde hebben studies als Gender and Diversity studies en Vrijetijdskunde?
Arbeidsmarkt
Ondertussen vraagt de arbeidsmarkt om een ander soort studenten: de techniek, de zorg, de politie, het onderwijs en het leger. Ook iemand als arbeidsmarktonderzoeker Marc van der Meer erkent dat we in Nederland vooral meer praktisch opgeleide werknemers nodig hebben om de welvaartsgroei in Nederland te bevorderen. Desondanks loopt het aantal mbo-studenten volgens het CBS vanaf het schooljaar 2020/2021 steeds verder terug. Minder theoretische arbeidskrachten zijn daarom niet per definitie een probleem. Ze verdwijnen tenslotte niet als arbeidskrachten, maar er is een kans dat ze terugkomen als elektricien.
Verder raakt deze maatregel een groot deel van de studenten niet. De Onderwijsinspectie rapporteerde dat 61 procent van de wo-bachelorstudenten die hun studie begonnen in de periode 2011-2017 ‘gewoon’ een diploma haalden binnen vier jaar. Studenten die binnen vier jaar klaar zijn, lenen gemiddeld ongeveer 25.000 euro. Studenten die zes jaar studeren, lenen nog eens 10.000 extra euro bij. Hoe langer je studeert, hoe hoger je schuld. De toekomst van Nederland start dus met tienduizenden euro’s achterstand. Is studeren dan nog steeds de mooiste tijd van je leven geweest?
Tot slot is het geen gek uitgangspunt dat we studenten geen oneindige tijd geven. Waarom zou de overheid studenten langer moeten financieren dan vijf à zes jaar? Dat zijn voldoende jaren om de meeste wetenschappelijke bachelors en masters af te ronden, uitzonderingen daargelaten.
Studiegrens
Wie door persoonlijke omstandigheden aantoonbaar geen blaam treft, moeten we niet willen bestraffen. Voor dergelijke gevallen kan een uitzonderingsgrond in het leven worden geroepen. Evenals voor langdurende studies, zoals de zes jaar durende specialisatie tot chirurg na de zes jaar studie tot basisarts.
Studeren is een groot voorrecht en het is een ontzettend grote luxe dat studenten in Nederland maar een fractie van het instellingsgeld zelf hoeven te betalen. Een studiegrens, waarna de belastingbetaler deels stopt met jou te financieren, is niet meer dan redelijk.
Het feit is dat theoretisch opgeleide studenten ook veel geld kosten. Terwijl de welvaart van de toekomst door meer mbo’ers moet worden gerealiseerd. Moeten we studenten dan maar laten dobberen in hun eenzame zee? Nee! De rente op studieschuld moet terug naar nul procent, zoals is beloofd door vorige kabinetten. En ook de belofte dat een studieschuld niet mee zou tellen voor een hypotheek, moet gehonoreerd worden. Als laatste moeten de semi-praktische opleidingen, zoals de techniek, zorg, het onderwijs, het leger en de politie, goedkoper (dus aantrekkelijker) gemaakt worden. Kortom: stimuleer de noodzakelijke beroepen en begrens de lakse student.
Lees ook
De groeten met je boete’ roepen honderden studenten in Utrecht
Lees ook
Krijgt de mantelzorger die haar vader met kanker verzorgt straks ook een ‘boete’ als ze studievertraging oploopt?
Zangeres Davina Michelle kan hoog schoppen, hoog zingen, en heeft hooggeplaatste ambities. Michelle streeft een internationale carrière na, vandaar dat ze het grootste deel van haar liedjes in het Engels zingt. Na de aftrap in Paradiso zaterdag, vervolgt ze haar nieuwe tournee met een reeks optredens in Duitsland.
Davina Michelle (28) heeft de kenmerken van een ster: de stem, met zijn ongelimiteerde orkaankracht, een innemende houding op het podium, en doorzettingsvermogen. Daar gaan haar meeste teksten dan ook over: ‘Aiming for the stars’, ‘hold on’, ’Aim higher’.
De in Nieuwerkerk aan den IJssel, als Michelle Davina Hoogendoorn geboren zangeres werd rond 2018 bekend met covers van onder anderen Pink, en door de uitvoering van ‘Duurt Te Lang’, geschreven door Glen Faria, dat een grote hit werd en haar tot nationale popster maakte.
Voor haar net verschenen, derde album Higher schreef ze een verzameling poprocksongs waarin haar stem op de voorgrond staat. Die stem is als een goed ontwikkelde spierbal: indrukwekkend in zijn mogelijkheden, en soms een beetje ongenuanceerd. Toch is de expressie in een aantal nummers raak: in ‘Lullaby’ bijvoorbeeld glijdt ze soepel van rafelig naar fluwelig, naar keihard. Het vrolijke ‘All Is Ours’, met zijn jaren tachtig-synthesizermotief, zingt ze snel en opruiend in een spervuur van woorden.
Live was ‘All Is Ours’ een hoogtepunt, een van de eerste liedjes waarbij ze over het podium wervelde. Paradiso was niet helemaal uitverkocht, dat zal waarschijnlijk in Ahoy’, volgende maand, wel het geval zijn. In Rotterdam, de omgeving van haar geboortegrond, heeft ze veel fans. Maar het aantal aanwezigen lijkt haar niet uit te maken, Michelle zingt voor iedereen persoonlijk. Als een hartelijke tv-presentatrice leidde ze de nummers in: ’Okay lieve mensen’, legde de bedoeling van het liedje uit en barstte los in wild dansen met kickbox-bewegingen en wapperend haar.
Visueel was er weinig opsmuk. Maar muzikaal was er de mooie toevoeging van twee violen en een cello. Zo kreeg haar eigen band van vier personen, versterking in bijvoorbeeld ‘Higher’ en bij ‘No One Said It Was Easy’, de strijkers gaven een subtiele extra laag aan het rockgeluid.
Non-stop paradeerde Michelle, in wisselende korte rok en fetisj-achtige attributen, over het toneel. Maar ze was niet uitsluitend energiek. Zo riep ze met haar liedje ‘No Angel’ op tot zelfliefde (‘Okay lieve mensen?’) en als iemand je onderuit haalt dan zeg je ‘fuck you’. Ook de boodschap van ‘I Said No Sir’ is duidelijk: ‘Keep your hands off/ I’m the boss of these breasts and ass’. Het refrein, ‘I said no sir’, wordt toepasselijk ondersteund door een koor aan vrouwelijke proteststemmen.
Haar nummer ‘My Own World’ werd lang uitgebouwd, soepel aangedreven door de straffe slagen van drummer Sebastiaan Brouwers. En, verrassing, hier dook een citaat op uit Nirvana’s ‘Smells Like Teen Spirit’. Als het aan Davina Michelle ligt mag de vuistslag van de rock nooit ontbreken.
De Israëlische vergeldingsacties voor de terreuraanval van Hamas, nu een jaar geleden, leidden het afgelopen studiejaar tot protesten aan Nederlandse universiteiten. Met petities, demonstraties, marsen, teach-ins, walk-outs, tentenkampen en bezettingen betuigden studenten en docenten hun steun aan de Palestijnse bevolking in Gaza. Ze eisten dat hun universiteiten alle banden met Israëlische partnersinstellingen zouden verbreken. In mei bereikte het protest een kookpunt aan de Universiteit van Amsterdam, waar barricades werden opgeworpen en gebouwen werden bezet, tot de mobiele eenheid er een einde aan maakte. Elders in het land waren ook bezettingsacties, maar nergens ging het er zo hevig aan toe als aan de UvA.
Waar de ene student meedeed aan de protesten, voelde de andere student zich er niet prettig bij. NRC blikte met twee studenten terug. De Amerikaans-Nederlandse Eden Mehldau (22), student aan de Universiteit Leiden, deed aan zeker zeven acties mee. Zij voelt zich gepriviligieerd in Nederland en wil daarom opkomen voor de Palestijnen. Benyamin Heller, een Joodse student aan de UvA, had moeite met de protesten. In gesprek gaan is constructiever dan leuzen roepen, vindt hij.
‘Een oproep tot vrijheid voor één ontkent niet de vrijheid van een ander’
Naam: Eden Mehldau (22)
Studie: bachelor International Studies (Universiteit Leiden)
„Na 7 oktober zag ik een genocide in Gaza gelivestreamd worden op sociale media. Door het onrecht dat ik zag kon ik mijn telefoon niet wegleggen. Dit is geen oorlog tussen twee gelijkwaardige partijen. De Palestijnen hebben vergeleken met Israël veel beperktere middelen. Israël heeft een van de meest geavanceerde legers ter wereld en kreeg al vroeg geopolitieke en financiële steun van de Verenigde Staten. Terwijl de Palestijnen geen sterk eigen leger hebben en kampen met blokkades en honger.
Ik zag wat er gebeurde in Gaza, onder andere via de kanalen van Palestijnse journalisten. Ze vroegen de rest van de wereld om hulp en daardoor wist ik het: ik moest iets doen.
„Ik ben half Amerikaans en half Nederlands, en ik heb in beide landen gewoond. Ik zie regelmatig in het nieuws een beeld van het Midden-Oosten dat niet overeenkomt met de gesprekken die ik heb met mensen uit die landen. Er werd in de media gedaan alsof de aanval van Hamas op 7 oktober vorig jaar helemaal op zichzelf stond. Maar het was een reactie op de jarenlange onderdrukking van de Palestijnen door Israël. Ik vind ook dat er te weinig kritisch wordt gekeken naar de Verenigde Staten, die zich voortdurend mengen in conflicten in het Midden-Oosten.
„En nu heeft het geweld daar een nieuw dieptepunt bereikt. Sinds het begin van het Israëlische offensief op 7 oktober vorig jaar zijn meer dan veertigduizend Palestijnen om het leven gekomen, onder wie ook veel kinderen.
„Wat er na 7 oktober is gebeurd, was voor mij niet onverwacht, hoe tragisch het ook is. Daarvoor deed ik al zelfstudie naar de situatie van de Palestijnen. Ik heb boeken van Palestijnse schrijvers gelezen en documentaires over de bezetting van Palestina gezien. Tijdens mijn studie heb ik ook veel geleerd over de historische context van het conflict. Ik doe een bachelor International Studies, mijn focusgebied is het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De Palestijnen worden al 75 jaar onderdrukt en hebben te maken met een vorm van kolonialisme.
„Ik heb zeker aan zeven demonstraties voor de Palestijnse zaak meegedaan het afgelopen jaar. Ik had in actie willen komen voor 7 oktober, maar ik wist nog niet met wie, of waar. Toen vond op 9 november vorig jaar een studentendemonstratie plaats op de Haagse Wijnhaven-campus van de Universiteit Leiden. Ik was daar voor een les en begon te luisteren naar een student die er stond met een megafoon. Die sprak zich uit over de banden van de Universiteit Leiden met Israël. En hoe die banden bijdragen aan de schending van mensenrechten.
„Ik was al boos om de duizenden Palestijnen die gedood waren in de afgelopen maanden, dus ik besloot om mee te doen. Zowel studenten als professoren deden een oproep voor een academische boycot. Ik vond er mijn plek binnen de pro-Palestijnse beweging. Na de Russische invasie van Oekraïne in 2022 werden banden binnen tien dagen verbroken tussen universiteiten in Nederland en die in Rusland. Dat liet zien dat een academische boycot mogelijk is.
„Ik heb daarna met medestudenten en academici gewerkt aan een onderzoek naar de banden van de Universiteit Leiden met Israëlische instellingen. Er is een uitwisselingspartnerschap met de Universiteit van Tel Aviv. Die Israëlische universiteit heeft allerlei connecties met het Israëlische leger. Door die banden, draagt de universiteit mede-verantwoordelijkheid voor wat er nu gebeurt in Gaza, vinden wij. Een samenwerking met zo’n universiteit kun je daarom niet moreel verantwoorden.
„Bij de bezetting van de Haagse campus op 16 mei eisten we met studenten dat de Universiteit Leiden alle banden met Israëlische universiteiten verbreekt.
„We deden ons best om bij het afsluiten van een deel van de derde verdieping geen universitaire eigendommen te beschadigen. We dachten strategisch na over hoe we de deur konden afsluiten met touwen zonder schade aan te richten en schreven met uitwisbare pen op de ramen. We lieten alles zo achter dat de volgende dag de universiteit weer open kon. Er waren geen vernielingen.
„Toch stuurde de universiteit de mobiele eenheid op ons af. Ik zag met medestudenten geen kans om te blijven en dus gingen we weg. Ik was bang voor fysiek geweld van de politie. Want enkele dagen voor de demonstratie in Den Haag werden de demonstranten in Amsterdam, waar ik ook bij was, geslagen met wapenstokken. Ik zag het gebeuren, maar het overkwam mij niet.
„Toch bleef ik demonstreren voor de Palestijnse zaak. Ik vind het te belangrijk om het niet te doen. Ik voel mij bevoorrecht dat ik ergens woon waar geen oorlog is, dat ik geen honger lijd en dat ik kan studeren. Ik vind dat je je in zo’n geval moet inzetten voor anderen die minder privileges hebben, en dat is wat ik probeer.
„Als er demonstranten zijn die uit naam van de Palestijnse zaak geweld gebruiken en spullen vernielen, vind ik dat niet constructief. Ik zou het persoonlijk niet doen. Als ze worden gearresteerd of gewond raken, kunnen ze ook niet meer meedoen aan acties. Ik vind ook dat mensen zich niet antisemitisch moeten uitlaten.
„Ik heb medelijden met en begrip voor Israëlische mensen die persoonlijk getroffen zijn door de aanslag van Hamas. Ik hoop dat zij ook begrip tonen voor de vele Palestijnen en ook Libanezen die lijden door Israëlische bombardementen en nooit weten of ze veilig zijn. De onderdrukking van Palestijnen door Israël is de wortel van het probleem. Een einde daaraan zou een begin van vrede voor iedereen in de regio zijn. Zoals activisten vaak zeggen: ‘No justice, no peace.’
„Daarom blijf ik pleiten voor een vrij Palestina. Een oproep tot vrijheid voor één groep ontkent niet de vrijheid van een ander.”
‘We moeten de stem voor vrede helpen overleven’
Naam: Benyamin Heller (25)
Studie: master psychologie (Universiteit van Amsterdam)
„Ik ben de universiteit gaan vermijden als er studentenprotesten over Gaza zijn. Begin mei moest ik dwars door de demonstranten heen. Dat was voor mij als Joodse student een moeilijke ervaring. Ik snap waarom mensen boos zijn en hun geluid willen laten horen vanwege alle doden in Gaza. Dat er burgerslachtoffers vallen is vreselijk, waar dan ook. Maar er worden dingen gezegd die verder gaan dan kritiek op de Israëlische regering, die ik zelf ook heb.
„Ik zag die dag een student eenzaam en verdrietig op een bankje zitten, op zijn T-shirt stond ‘Bring them back’. Dat gaat over de Israëlische gijzelaars die bij de terreuraanval van Hamas op 7 oktober vorig jaar zijn meegenomen. Ik heb even met hem gepraat, hij kwam uit Israël. Bij hem kwamen die leuzen bij de protesten nog veel harder aan dan bij mij. Er is enorm veel Palestijns leed, dat staat buiten kijf, maar ik vind het pijnlijk dat er al heel snel na 7 oktober geen ruimte meer was voor de rouw over de Israëlische slachtoffers en gijzelaars. Alsof die er niet toe doen.
„Het zou goed zijn als er bij de protesten ook kritiek zou zijn op de rol van Hamas, die de burgers in Gaza gebruikt als schild. We moeten niet onderschatten wat de remmende rol van Hamas in het vredesproces is. Mocht er een staakt-het-vuren komen, dan zal Hamas blijven proberen Israël te vernietigen, zeggen ze zelf.
„Israël is belangrijk voor mij, ik heb er een jaar gewoond en heb er vrienden en familie. Tijdens de studentenprotesten wordt er vaak geroepen: ‘We don’t want zionists here’. Zionisme wordt bij de demonstraties beschouwd als een besmette term, die gelijkstaat aan kolonisatie en anti-Palestijnen. Voor veel Joden betekent deze term iets heel anders. De oorspronkelijke definitie, waar ik achter sta, is: het streven naar een veilig en onafhankelijk land voor de Joden. De band met Israël is voor veel Joden onderdeel van hun Joodse identiteit, ook voor mij.
„Ik ben altijd open geweest over mijn Joodse identiteit. Ik ben er trots op en ik vertel graag over de geschiedenis en tradities. Tegelijk denk ik er wel over na hoe openlijk Joods ik kan zijn. Ik draag een ketting met een Davidster, meestal boven mijn shirt, maar ik kijk wel uit waar ik dat doe.
„Ik organiseer binnen de liberale Joodse gemeente projecten zoals Leer Je Buren Kennen, waarbij we jongeren uitnodigen om in de synagoge met ons in gesprek te gaan. Vanwege dat project ben ik kort na de terreuraanval van Hamas door burgemeester Halsema uitgenodigd in de ambtswoning, om in gesprek te gaan met andere Joden en moslims. Ik heb dat als heel fijn en constructief ervaren, want we konden elkaars zorg en pijn delen.
„Mijn indruk is dat er op de universiteiten tot mei niet zoveel van dit soort gesprekken zijn georganiseerd. Ik denk dat dat misschien had geholpen om tegenstellingen te overbruggen. Het is makkelijk om over mensen te praten, maar het is belangrijk om ook zelf met mensen te praten. Ik heb van mijn eigen docenten wel veel steun gekregen, zij leefden mee.
„In juli ben ik in Israël geweest, om familie en vrienden te bezoeken en steun te bieden. Ik heb ook wat vrijwilligerswerk gedaan: ik heb voedsel- en kledingpakketten gemaakt voor mensen die uit het noorden van Israël zijn gevlucht en niet meer naar huis kunnen door de lancering van raketten door Hezbollah uit Libanon.
„In Tel Aviv ben ik op een plein geweest waar familieleden van gegijzelden samenkomen. Daar sprak ik een moeder van wie de zoon is ontvoerd door Hamas. Hij vervulde zijn dienstplicht door humanitaire hulp te verlenen. Op een briefje dat zij thuis in zijn zakken had gevonden, stond: ik wil vrienden maken, mensen helpen en niemand pijn doen. De familie wist niet of hij nog leeft. Volgens Joodse traditie blijft iemand leven zolang wij de naam blijven noemen. Daarom wil ik die van hem graag zeggen: zijn naam is Tamir Nimrodi. Terwijl ik dit verhaal vertel, realiseer ik me dat er in Gaza ook vaders en moeders zijn die rouwen. Dat vind ik ook heel erg.
„Er zijn genoeg Israëli’s die nog steeds streven naar vrede en coëxistentie met de Palestijnen, maar hun stem is door 7 oktober zwakker geworden. Het hele land is in diepe rouw. En in Gaza maakt de verschrikkelijke oorlogssituatie het voor Palestijnen die voor 7 oktober openstonden voor toenadering heel moeilijk om hun stem voor vrede nog te laten klinken. Sowieso was dat altijd al erg moeilijk, omdat Hamas dit geluid met geweld onderdrukt. We moeten die stem voor vrede helpen overleven. Het zou goed zijn als we in Nederland, ook bij de protesten, initiatieven steunen die Israëliërs en Palestijnen dichter bij elkaar brengen.”
„Vind je het naspelen van hoe Obama en zijn gezinnetje campagne voerden voor het presidentschap ook niet een beetje mager voor een film over het thema kleur in 2024?” Halverwege de voorstelling Duizend aanslagen op de Obama’s richt acteur Urmie Plein zich gefrustreerd tot haar tegenspeler Michiel Blankwaardt. En als kijker denk je: „oh, ze hebben het dus zelf ook door?”
Tot op dat punt is de nieuwe voorstelling van Raymi Sambo Maakt namelijk nogal een beproeving. Vriendelijk leggen Blankwaardt en zijn ‘mede-initiatiefnemer’ Thijs Prein aan het begin van het stuk uit dat we te gast zijn bij de opnames voor een film over de aanloop naar en nasleep van het presidentschap van Barack Obama, waarbij vooral de relatie tussen de president en Michelle Obama (Plein) centraal zal staan. Prein zelf speelt Obama’s trouwe adviseur David Axelrod, die tevens dienst doet als therapeut voor het stel anno 2024, als ze in de visie van de makers flink uit elkaar zijn gegroeid vanwege de littekens die de politiek heeft nagelaten.
Het levert extreem clichématige scènes op die even goed dienst hadden kunnen doen in een willekeurige andere biopic over een gevierd politicus. De politieke standpunten van Obama worden genegeerd ten faveure van hoe er campagne wordt gevoerd, en Michelle Obama komt er al helemaal bekaaid vanaf: in plaats van een gelijkwaardige politieke sparring partner voor haar man wordt ze uitsluitend neergezet als moeder die zich zorgen maakt over het effect dat de politieke ambities van haar man op het gezin zullen hebben. Verbijsterend is ook dat Barack Obama wordt geportretteerd als gedweeë volgeling van Axelrod – Blankwaardt speelt hem volledig kleurloos, zonder een spoortje van de charme of retorische brille die de president kenmerkt.
Pas als Plein en haar vrouwelijke co-acteurs (Femi van Elshuis en Jaralsey Andrews, die de dochters van het echtpaar spelen) steeds meer in verzet komen tegen Prein en Blankwaardt begint het stuk interessant te worden. Van Elshuis en Andrews fungeren daarbij als de activistische katalysator die Plein nodig heeft om haar eigen stem steeds luider te laten klinken – de (veel te korte) discussies tussen twee generaties zwarte vrouwen zijn eigenlijk de interessantste passages in het stuk. De jonge acteurs hebben geen last van de neiging tot hagiografie van hun oudere tegenspelers en pleiten er onder andere voor om ook ruimte te maken voor de dronemoorden in Jemen, Syrië en Afghanistan waarvoor Obama verantwoordelijk was.
Prein vertegenwoordigt ondertussen de archetypische witte centrist, die zijn zwarte medemens graag het zwijgen oplegt om ‘polarisatie’ te voorkomen. Zo ontpopt Duizend aanslagen op de Obama’s zich steeds meer als een aanklacht tegen zichzelf: een pleidooi tegen kunstenaars en politici die zich te veel gelegen laten liggen aan de vraag of de ‘witte meerderheid’ aanstoot neemt aan anti-racisme en zwart zelfbewustzijn. Daarmee blijft de vraag echter: waarom dan niet al vanuit dat zelfbewustzijn vertrekken, in plaats van eerst nog zoveel ruimte te bieden aan een perspectief dat de makers zélf achterhaald en oninteressant vinden? Duizend aanslagen op de Obama’s maakt vooral hongerig naar een stuk waar vanaf moment één al de verpletterende kracht van de laatste vijf minuten wordt omarmd.
Lees ook
NRC-interview met hoofdrolspeler (en Colombina-winnaar) Urmie Plein uit 2023.