Mestuitstoot nog te hoog om onder toekomstig mestplafond te blijven

De uitscheiding van stikstof en fosfaat uit dierlijke mest is afgelopen jaar gedaald, maar de uitstoot is nog altijd te hoog om onder het ‘mestplafond’ te blijven dat vanaf volgend jaar geldt. Dat blijkt uit woensdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Vorig jaar kwam uit onder meer koeien-, kippen- en varkensmest 464 miljoen kilo stikstof vrij. Dat is 26 miljoen kilo onder het stikstofplafond dat voor 2023 gold. In 2025 geldt echter een maximum van 440 miljoen kilo. De uitscheiding van fosfaat was 147 miljoen kilo, 3 miljoen kilo onder het fosfaatplafond dat voor 2023 gold. Komend jaar wordt het fosfaatplafond 135 miljoen kilo.

Het mestplafond werd eind 2022 door toenmalig minister Piet Adema (Landbouw, ChristenUnie) verlaagd om daarmee aan aangescherpte eisen te voldoen vanuit de Europese Commissie. Nederland moet van ‘Brussel’ zijn waterbeheer verbeteren. Het grond- en oppervlaktewater is hier sterk vervuild door te veel fosfor en nitraat, vooral afkomstig van mest uit de landbouw.


Lees ook

De mestcrisis jaagt boeren op kosten

Een boer op Texel verspreidt mest .

Sinds 2017 is de stikstofuitscheiding van de Nederlandse veestapel afgenomen met 48 miljoen kilo, en de fosfaatuitstoot met 22 miljoen kilo. Het grootste deel van die daling komt door de melkveehouderij, die minder koeien is gaan houden. De afschaffing van het melkquotum in 2015 en het daarna gestegen aantal melkkoeien zorgde in 2017 juist voor een piek in de uitstoot.

Een andere factor in de uitstoot via mest is het voer dat de dieren krijgen. Zo stootten melkkoeien in 2023 wat meer stikstof uit en minder fosfaat, omdat het gras dat zij gevoerd kregen door weersomstandigheden meer stikstof bevatte en minder fosfor.