Hoe gaan we om met een lastig kleinkind?

‘Mijn vrouw en ik passen regelmatig op onze drie kleinkinderen van 11, 13 en 15”, schrijft een opa. „We blijven daar soms een paar dagen achter elkaar als de ouders voor werk en zorg elders moeten zijn. Ik loop tegen de 80, en mijn gezondheid laat te wensen over, dus dat vraagt veel van ons. We ergeren ons aan de vanzelfsprekendheid waarmee dat oppassen verwacht wordt. Daar komt bij dat de oudste ineens haar pijlen op haar oma richt. Ze maakt nare opmerkingen als: ‘Door jou raakt iedereen hier geïrriteerd.’ Ze is brutaal: ‘Waarom heb je mijn fiets niet binnengezet?!’ Dwingend: ‘Geef de mayonaise aan!’ Ze weigert iets te doen als we haar dat vragen, zoals de honden uitlaten. We hebben dit geprobeerd te bespreken met haar ouders, met wie we een enigszins afstandelijke relatie hebben, maar kregen dooddoeners te horen als: ‘Het was een grapje’, en ‘Ze is nu eenmaal een puber.’ Ik heb op deze manier geen zin meer in dat oppassen. Hoe komen wij hierover constructief in gesprek met de ouders?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.)

Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Serieus gesprek

Bas Levering: „Verreweg de meeste grootouders scheppen een uitzonderlijk genoegen in het zorgen voor de kleinkinderen en in de unieke persoonlijke band die ze zo met hen opbouwen. Ze spreken vaak zonder ironie van ‘wel de lusten, maar niet de lasten’. Aan het eind van de middag gaan ze lekker naar huis, maar dan zijn ze ook echt helemaal op.

„Wat in een serieus gesprek met uw zoon en schoondochter aan de orde moet komen is dat het u op deze manier echt te veel is. ‘We kunnen dat gewoon niet meer op onze leeftijd en jonger worden we niet.’ Dat gesprek uit de weg gaan is uitstel van executie.

„Het gedrag van de kleindochter afdoen als puberaal helpt van geen kant. De andere twee kinderen lijden waarschijnlijk ook onder haar gedrag. Vraag vooral aan uw kleindochter: ‘Waarom doe je zo? Hoe zou jij zelf zou willen dat het gaat?’ Daar moet ze ideeën over hebben. Vijftien jaar zijn en nog oppas hebben staan natuurlijk op gespannen voet.”

Investeren

Stijn Sieckelinck: „Het is problematisch dat uw zoon en schoondochter dat vele oppassen vanzelfsprekend vinden. Een keer weggeroepen worden voor zorgtaken is legitiem, voor werk al veel minder.

„Het chagrijn van uw kleindochter kan hiermee te maken hebben. Misschien lijdt ze onder het feit dat pappa en mamma haar steeds ‘uitbesteden’. Er zijn voorbeelden van kinderen die zich door ouders in de steek gelaten voelen, en dat niet aan de ouders zelf laten merken, maar wel aan de andere zorgdragers. Dan gaat het niet om de mayonaise.

„Een kind van 15 maakt andere ontwikkelstappen door dan een kind van 11. Daar hoort het af en toe opzoeken van conflict bij. Zeker wanneer er een diepere bron van ontevredenheid onder ligt.

„Ga in gesprek met uw kleinkinderen zelf, en met uw kleindochter in het bijzonder. Vraag op een moment dat jullie het prettig hebben samen: ‘Wat vinden jullie eigenlijk van dat oppassen?’ Wees direct: ‘Vorige keer dat we bij jullie waren, viel ons op dat…’ Laat u niet weerhouden door puberaal oogrollen. U bereikt haar echt wel.

„U laat zo niet alleen zien dat het normaal is om over deze zaken te praten, maar ook dat u als opa in de band met uw kleinkinderen wil investeren. Daarom begint het met introspectie van uw kant: wat voor opa wil u zijn voor uw kleinkinderen? Is daarin sprake van onvoorwaardelijkheid?”

Bas Levering is oud-lector Algemene Pedagogiek. Stijn Sieckelinck is opvoedfilosoof en lector jongerenwerk aan de Hogeschool van Amsterdam.

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.