De opstandige paramilitaire militie de Rapid Support Forces (RSF) in Soedan heeft zaterdag de regionale hoofdstad Singa ingenomen en daarbij een belangrijke strategische overwinning op het regeringsleger van generaal Burhan behaald. De RSF-strijders controleren nu het grootste deel van Soedan evenals de meeste grensgebieden. De RSF heeft het aanzien van een op plunderen gebaseerde beweging en ook dit keer plukten ze winkels, voedselopslagplaatsen en huizen leeg en bezetten het ziekenhuis in Singa. Tienduizenden inwoners, van wie velen al eerder waren ontheemd, laadden hun schamele bezittingen opnieuw op vrachtwagens en pick-ups en sloegen op de vlucht.
Het door het RSF veroverde Singa in de deelstaat Sennar ligt ver ten oosten van de Nijl, een deel van het land dat tot enkele maanden geleden stevig in handen was van het regeringsleger van Burhan. Tot in december de RSF onverwachts de grote stad Wad Madani innam. Sindsdien heeft de paramilitaire eenheid plaatselijk strijders geronseld die met toenemend succes dorpjes en streken innemen. Burhans troepen slagen er nauwelijks in tegengas te geven: Burhan kwam op zaterdag bij zijn soldaten in Sennar lunchen om ze moed in te spreken toen het RSF zijn offensief startte.
Wanneer de strijd zo doorgaat, zal Soedan geheel in handen vallen van de RSF. Deze oorspronkelijk in West Soedan gevormde groep van Arabisch en gearabiseerde strijders is berucht om zijn uiterst ruwe oorlogstactiek. Hun soldij bestaat uit het recht op plunderen, als geneugten mogen ze verkrachten. Hun bazen, zoals de hoogste commandant Mohamed Hamdan Dagalo alias Hemedti, zijn vaak zakenlui en smokkelaars in goud. Door hun connecties in buurlanden hebben ze regionale netwerken opgezet voor rekrutering van strijders en van de smokkel van goud naar Dubai.
Lees ook
Steeds meer gewapende burgergroepen maken van Soedan een nieuw Somalië
Daarom is de inname van Singa belangrijk. Van daar kunnen ze optrekken naar de grens van Ethiopië, dat de RSF-strijders gunstig is gezind. Ook kunnen ze bevoorrading van de laatste regeringsgarnizoenen zuidwaarts in El Obeid en Kosti in de regio Witte Nijl afsnijden. De paramilitaire strijders controleren al de grens met Libië, Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek. Na hun inname van de regionale hoofdstad Al-Fulah eerder vorige maand zijn ze op weg naar de grens met Zuid Soedan, waar ook grote olievelden liggen. Zo ontstaat het mogelijke scenario dat de zeer gehate RSF het hele land in handen krijgt.
Zwermen sprinkhanen
Dat is voor de meeste Soedanezen een angstaanjagend vooruitzicht. Ze vluchten voor de RSF van de ene naar de andere stad. Ieder gehucht, iedere stad die ze veroveren wordt geplunderd alsof getroffen door zwermen sprinkhanen. Als gevolg zijn tien miljoen Soedanezen ontheemd, twee miljoen trokken er naar het buitenland. Meer dan zeventig procent van de gezondheidscentra in het land zijn kapot geschoten, scholen, universiteiten en zelfs moskeeën liggen in puin. En de allergrootste ramp, sterfte door honger, staat er aan te komen.
De in West Soedan gevormde RSF is berucht om zijn uiterst ruwe oorlogstactiek
Schattingen van hulporganisaties voorspellen dat voor het einde van het jaar 2,5 miljoen Soedanezen zullen sterven door honger. Het is al te laat om een ramp te voorkomen, want er zijn geen noodvoorraden in buurlanden aangelegd. Bovendien is van de geschatte 2,7 miljard dollar nodig voor een grote reddingsoperatie slechts 430 miljoen dollar door internationale donorlanden toegezegd. Ruim twintig miljoen mensen (dat is 42procent van de bevolking) wordt momenteel al geconfronteerd met hoge niveaus van acute voedselonzekerheid.
Het grootste obstakel voor een gigantische reddingsoperatie is de weigering van Burhan om vrije toegang te verstrekken aan alle gebieden. Burhan is de internationaal erkende leider van Soedan en hulporganisaties durven daar niet zonder zijn toestemming aan te beginnen. Burhan vreest dat een reddingsoperatie in RSF-gebied de RSF legitimiteit zal geven. Zo is voedselhulp een wapen geworden.