Donald Trump heeft opnieuw tijd gewonnen in zijn streven om uit de gevangenis te blijven en in het Witte Huis te belanden. De Amerikaanse ex-president – die in november zeer vermoedelijk weer de Republikeinse kandidaat is – dwong maandag bij het federale Hooggerechtshof zeker enkele weken en mogelijk maanden uitstel af in één van de drie nog lopende strafzaken tegen hem. De kans dat hij nog voor verkiezingsdag terechtstaat voor zijn sabotagepoging tegen de uitslag van 2020 en Capitoolbestorming van 6 januari 2021 is daarmee verder geslonken.
Op de allerlaatste dag van hun juridische seizoen bepaalden de hoge rechters in een langverwacht vonnis dat ook ex-presidenten enige immuniteit tegen strafvervolging genieten voor daden begaan terwijl ze nog in ambt waren. Weliswaar niet in de welhaast absolute mate waar Trumps advocaten voor hadden gepleit, maar genoeg om de ‘6-januari’-zaak die speciaal aanklager Jack Smith tegen hem heeft geopend terug te verwijzen naar een lagere rechtbank. Daarmee wint Trump mogelijk cruciaal uitstel.
Volgens het Hof geniet een president alleen bescherming voor daden die hij pleegt vanuit zijn grondwettelijke macht en niet voor „onofficiële daden”. Het is nu aan lagere rechtbanken om in Smiths aanklacht een onderscheid te maken tussen die twee categorieën. Het gaat dan onder meer om de druk die Trump in de opmaat naar 6 januari uitoefende op zijn vicepresident Mike Pence en zijn minister van Justitie, Bill Bar. Dit zou kunnen betekenen dat enkele – maar waarschijnlijk lang niet alle – tenlastegelegde delicten geschrapt worden.
Volgens het Hof geniet een president alleen bescherming voor daden die hij pleegt vanuit zijn grondwettelijke macht en niet voor „onofficiële daden”
Het negenkoppige Hof was niet unaniem in zijn oordeel. Zoals vaker de afgelopen jaren vormden de zes conservatieve leden een 6-3 meerderheid tegenover hun drie progressieve, door Democratische presidenten voorgedragen collega’s. Deze laatsten namen een minderheidsstandpunt in waarin ze scherpe kritiek hadden op het vonnis, dat volgens hen „de spot drijft met het principe dat niemand boven de wet staat”.
Scheiding der machten
Speciaal aanklager Smith opende zijn aanklacht in de zomer van 2023, maar Trumps advocaten wisten inhoudelijke behandeling vooralsnog te vertragen met een barrage aan bezwaarschriften en procedures. Het Hooggerechtshof hield op 25 april hoorzittingen over Trump immuniteitsclaim. Dat het een oordeel vervolgens zo lang mogelijk voor zich uitschoof, wekte onder progressieve Amerikanen de indruk dat het conservatieve blok de ex-president wilde helpen bij het ontlopen van verdere strafvervolging. In eerdere politiek beladen zaken velde het Hof veel sneller een oordeel.
Voor deze uitspraak begaf het Hof zich op onbekend terrein. Eerdere immuniteitskwesties die het behandelde, gingen slechts over de aansprakelijkheid van presidenten in civielrechtelijke zaken. Trump is de eerste Amerikaanse ex-president die strafrechtelijk vervolgd wordt.
Drone-aanvallen
Trump – die in de campagne van 2016 pochte dat hij nog „iemand zou kunnen neerschieten op 5th Avenue en er geen kiezer door zou verliezen” – liet zijn advocaten in april pleiten voor zeer ruime immuniteit. Die zou voortvloeien uit de grondwettelijke scheiding tussen de rechtsprekende en uitvoerende macht. Als een president moet vrezen na zijn vertrek vervolgd te worden, zou hij niet daadkrachtig kunnen regeren. Een president zou dan bijvoorbeeld geen bevel tot drone-aanvallen op vijanden durven geven, voerden Trumps advocaten onder meer aan.
Ook stelden ze dat een president alleen vervolgd kan worden, nadat hij eerst door de wetgevende macht veroordeeld is. Trump werd als president twee maal ‘impeached’ door (een eenvoudige meerderheid van) het Huis van Afgevaardigden, maar beide keren uiteindelijk niet veroordeeld en afgezet door (de daarvoor benodigde twee derde meerderheid van) de Senaat. Ook niet in zijn tweede afzettingsprocedure, begin 2021, wegens zijn ophitsende rol rond de Capitoolbestorming. Volgens Trumps advocaten kon hij na die ‘vrijspraak’ niet nog eens voor hetzelfde feit worden vervolgd voor een strafrechter.
Met de uitspraak van maandag velt het Hof een soort salomonsoordeel. Het gunt ex-presidenten geen absolute bescherming voor strafvervolging, maar kadert deze wel in. Het Hof stuurt de zaak terug naar rechter Tanya Chutkan van de districtsrechtbank in Washington, D.C. Zij moet nu bepalen welke delicten in Smiths tenlastelegging overeind blijven. Pas daarna kan de zaak verder doorgang vinden. De kans dat dit nog voor verkiezingsdag 5 november lukt, is door de trage uitspraak van het Hof sterk afgenomen, zo niet uitgesloten.
Weerbarstige rechter in Florida
Trump werd begin deze maand door een jury in de staat New York al wel schuldig bevonden in een ander strafproces. Deze zaak, die draaide om het afkopen van een minnares tijdens de presidentsrace van 2016, werd echter gezien als de juridisch én electoraal minst riskante voor hem. Trump hoeft naar alle waarschijnlijkheid geen cel te vrezen wanneer de rechter op 11 juli de strafmaat bepaalt. Ook ligt de affaire bij kiezers minder vers in het geheugen dan de Capitoolbestorming.
Trump heeft nog drie strafprocessen lopen – eveneens vorig jaar geopend – maar zijn advocaten wisten ook de aanvang hiervan tot op heden effectief te traineren Een dient op staatsniveau, in zuidelijk Georgia, en een op federaal niveau, in Florida. Ze draaien respectievelijk om Trumps bemoeienis met de uitslag van 2020 in Georgia en het meenemen van dozen vol staatsgeheime documenten naar zijn privéresort Mar-a-Lago na zijn vertrek uit het Witte Huis.
Vooral deze laatste aanklacht, die ook is ingediend door Smith, oogt waterdicht en juridisch hoogst riskant voor de ex-president. Het vonnis van het Hof van maandag heeft geen betrekking op deze zaak, omdat Trump de documenten meenam en ondanks herhaaldelijk aandringen niet teruggaf aan het Nationale Archief, toen hij al president-af was.
De onder Trump voorgedragen districtsrechter Aileen Cannon geeft echter volop ruimte aan alle vertragingstechnieken van het juridisch team van de ex-president. Vorige week ging ze op zitting mee in Trumps klacht dat het ministerie van Justitie hem uit politieke motieven zou vervolgen. Door deze en andere obstakels die zij opwerpt, ligt ze toenemend op ramkoers met Jack Smith. Hij zou kunnen proberen Cannon van de zaak te halen, maar ook dit zou waarschijnlijk maanden vertraging betekenen.
Lees ook
Trump in de beklaagdenbank: zo staan zijn strafzaken ervoor
Zaak in Georgia verlamd
In Georgia ligt de zaak die hoofdofficier van justitie Fani Willis afgelopen augustus opende om andere reden al maanden goeddeels stil. Trumps advocaten wisten Willis in opspraak te brengen via een amoureuze affaire die ze had met een door haar ingehuurde hulpaanklager. Hij heeft inmiddels moeten terugtreden, maar de advocaten willen ook Willis van de zaak halen. Ook de verzoeken daartoe moeten eerst worden behandeld voordat het proces daadwerkelijk kan beginnen.
Nettoresultaat van al dit juridisch touwtrekken tussen justitie en Trump is dat er vier maanden en vier dagen voor verkiezingsdag nog geen enkele nieuwe procesdatum op de rol staat. Mocht Trump in november herkozen worden, dan wint hij niet alleen vier jaar immuniteit. Hij zou na zijn aantreden op 20 januari 2025 een nieuwe minister van Justitie benoemen. Die zou in zijn rol van procureur-generaal Smith kunnen dwingen zijn federale aanklachten wegens de documenten en ‘6 januari’ in te trekken. Zelfs als de verkiezingszaak in Georgia overeind blijft, zou Trump daarvoor pas na zijn presidentschap terecht kunnen staan.