Einde Co-Med zorgelijk voor artsen én patiënten: ‘Niemand neemt me aan, want niemand heeft plek’

Vorige week woensdag kreeg Perone Cobben (60) uit Breda een MRI-scan vanwege rugpijn. De uitslag zou ze binnen drie werkdagen via de huisarts horen. Maar de dag erna las ze in de krant dat ze helemaal geen huisarts meer had – en met haar 50.000 andere patiënten: verzekeraars stopten de financiering van huisartsenketen Co-Med en de keten sloot op zijn beurt alle praktijken. „Ik zit in de penarie”, was het eerste wat ze dacht.

Reden voor de beslissing van de verzekeraars was dat Co-Med volgens hen geen goede zorg meer kon garanderen. Ook NRC berichtte eerder dat het goed mis kon gaan in de twaalf praktijken van de keten: patiënten stonden voor gesloten deuren, op sommige momenten was er geen huisarts aanwezig en wegens gebrek aan protocollen moesten assistenten soms taken uitvoeren waarvoor ze niet bevoegd waren. Zorgverzekeraar CZ onderzocht of de bereikbaarheid, het spoedprotocol en de zorg in de avond, het weekend en ’s nachts op orde was – dat gold voor geen enkele praktijk op alle drie die onderwerpen, aldus woordvoerder Arjen Zwaan.

Deze week vraagt Co-Med faillissement aan, bleek afgelopen weekend. En het sloot vorige week dus al alle praktijken – ook die van Cobben, die zelf overigens wel tevreden was over Co-Med. Via CZ kon ze uiteindelijk terecht bij digitale huisartsenpraktijk Arene, dat de zorg voor patiënten van negen van de twaalf praktijken van Co-Med opvangt. Afgelopen maandag kreeg ze daar iemand aan de lijn, maar die hadden nog geen inzage in haar dossier. Uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bleek inderdaad dat Co-Med patiëntendossiers „niet of onvoldoende” overdroeg aan vervangende huisartsen. Daartoe verplichtte het de keten afgelopen donderdag.

Cobben ontving pas donderdag de uitslag van haar MRI-scan. „Ik ben goed geholpen door de arts van Arene, maar zo duurde het toch een week langer waarin ik met pijn rondliep.” Bij een fysieke huisarts in de buurt kan ze ook niet terecht: „Niemand neemt me aan, want niemand heeft plek.”

Cobben vindt haar weg wel in de digitale zorg, zegt ze, maar ziet dat het voor ouderen moeilijk is. „Ik maak me zorgen om mensen van, zeg, boven de 80 jaar. Die kunnen dat niet allemaal.”

In allerijl opgetuigde spoedzorg

50.000 patiënten van Co-Med zijn sinds vorige week aangewezen op de digitale zorg van Arene of op in allerijl opgetuigde spoedzorg van lokale huisartsen – die er daardoor erg veel patiënten bij krijgen, boven op een vaak al vol patiëntenbestand.

Tot nu toe registreerden zo’n vijfduizend mensen zich bij Arene, daar kwamen dagelijks zo’n 180 consulten en honderden belletjes uit. Het is „een stuk drukker dan normaal”, zegt woordvoerder Sijmen Veenstra, en ook op de website staat aangegeven dat er langere wachttijden zijn vanwege de drukte. Maar meer huisartsen aantrekken is niet nodig, zegt Veenstra: „De veertig artsen die voor ons werken, kunnen meer uren draaien. Daar is veel animo voor – iedereen zet een tandje bij.”

Toch vindt David Baden, spoedeisende hulp-arts in het Utrechtse Diakonessenhuis, de huidige situatie „zorgelijk”, want „teleconsulten zijn geen vervanging van reguliere zorg”. „Een vaste huisarts is bewezen beter voor de gezondheid van patiënten én voor de zorgkosten. Mensen met een vaste huisarts gaan minder vaak naar de spoedeisende hulp en maken minder lang gebruik van zorg.”

Het tekort aan huisartsen is al langer een probleem, deels doordat praktijkhoudende huisartsen die met pensioen gaan geen opvolging kunnen vinden

Baden hoopt dat er voor de lange termijn andere oplossingen worden gezocht. Het huisartsentekort is al langer een probleem in Nederland, voor een deel omdat praktijkhoudende huisartsen die met pensioen gaan geen opvolging kunnen vinden. Maar dat is niet onomkeerbaar, volgens Baden. „Ik vind het intrigerend dat er nu vooral gekeken wordt naar manieren om de huisarts te vervangen, en niet naar manieren om méér huisartsen te krijgen. Alsof het een natuurwet is dat die er niet zijn. Je kunt bijvoorbeeld minder artsen inzetten in het ziekenhuis, zodat er meer overblijven om huisarts te worden. Want als we de huisartsenzorg goed op orde hebben, gaat de zorgvraag in het ziekenhuis weer omlaag.”

Drempel voor jonge huisartsen

Dat zegt ook huisarts in Gelderland en vertegenwoordiger van de Landelijke Huisartsen Vereniging Isabel Hövell-Ullmann. „Het beeld dat er nooit opvolging te vinden is klopt voor een deel, maar is niet compleet. Er zijn voorbeelden waarbij er wél andere kopers waren, maar de gemiddelde huisarts kan gewoon lang niet hetzelfde bedrag neerleggen als Co-Med deed.” Dáár moet naar oplossingen gekeken worden, vindt zij. „Er is blijkbaar een drempel om als jonge huisarts in te stappen als praktijkhouder.”

Woordvoerder Zwaan van CZ laat weten dat de verzekeraar inderdaad hard op zoek is naar toekomstbestendige oplossingen, maar kan daar nog weinig concreets over zeggen. „Dat kan pas als het definitief is.” Wel zijn 5.500 patiënten uit Den Haag inmiddels structureel ondergebracht bij andere lokale huisartsen.

Hövell-Ullmann is blij dat patiënten met Arene alsnog enige toegang tot zorg hebben, maar waarschuwt er net als Baden voor dat niet te gaan zien als volledige huisartsenzorg. „Het is generalistische zorg en mist de continuïteit van een huisarts die de context en verhaallijn van een patiënt kent.”

Ik kreeg elke keer de vraag waarom ik in een rolstoel zit.

Grietje Hof (67)
patiente van Co-Med

Steeds iemand anders

Precies daar liep Grietje Hof (67) tegenaan bij Co-Med, dat drie jaar geleden de praktijk van haar huisarts overnam. Vanaf dat moment zat ze steeds tegenover iemand anders en moest ze telkens haar medische geschiedenis uitleggen. „Ik kreeg elke keer de vraag waarom ik in een rolstoel zit.” Dat is zo vanwege complicaties die ze opliep tijdens de behandeling van de ziekte van Hodgkin (een vorm van lymfeklierkanker), dertig jaar geleden, waardoor haar ruggenmerg beschadigd raakte. „Dat is niet zo’n leuk verhaal om steeds uit te leggen. Je huisarts hoort dat gewoon te weten.”

Hof heeft tevens een trage schildklier waar ze medicijnen voor neemt. Soms moet de dosering aangepast worden, als ze merkt dat ze bepaalde klachten zoals vermoeidheid ervaart. Momenteel heeft ze daar last van – normaal gesproken zou ze dan even bloedprikken bij de huisarts. Nu gaat dat niet.

Zij en haar man John Hof, ook 67, zijn aangewezen op de ‘spoedzorg’ die is opgetuigd in het Medisch Spectrum Twente, het ziekenhuis van Enschede. „Maar is dit spoed? Ik weet het niet.” Het is voor haar een stressvolle situatie: „Ik heb niet het idee dat het snel goed komt. Nu heb ik nog genoeg medicijnen, maar wat als die straks op zijn?”

Ook Cobben uit Breda maakt zich zorgen om haar medicijnen. Naast de rugpijn waarvoor ze vorige week de huisarts bezocht, heeft ze longziekte COPD en gebruikt ze verschillende inhalatoren. Eén daarvan is bijna leeg. „Ik neem nu maar wat pufjes minder, want ik weet niet hoe snel ik een nieuwe kan krijgen via die huisarts op internet. Maar daardoor heb ik wel minder lucht.” Dat medicijn heeft ze bijvoorbeeld nodig bij inspanning of als ze in paniek raakt. „Ik heb het eigenlijk altijd bij me. Ik word er wel onzeker van dat ik nu niet zeker weet wanneer ik het weer kan krijgen.”

Twee beroertes

Ook de familie Franken uit Bergen op Zoom zit zonder huisarts, vertelt Johan Franken (63). Hij heeft eerder twee beroertes gehad en slikt daar medicijnen voor. „Op mijn leeftijd en met mijn verleden wil ik terug kunnen vallen op een huisarts.” Een „echte”, bedoelt hij daarmee, geen digitale. „Dat is zo onpersoonlijk. Ze zullen hun best daar wel doen, maar ze kennen me helemaal niet.”

Zijn 40-jarige dochter had vorige week vrijdag een afspraak bij de huisarts voor stressklachten – maar ze stond voor een gesloten deur. „Nu kon zij het online wel regelen, maar er stond daar ook een mevrouw van 83. Die was helemaal in paniek.” Ook zijn kleinzoon van 5 jaar ondervond de gevolgen al. ‘Het manneke had last van zijn oortjes. Maar hij kon geen digitale afspraak maken, want daar heb je een e-mailadres voor nodig, en die heeft hij nog niet.” Een woordvoerder van Arene laat weten dat een ouder een account voor een kind kan maken en dat aan het eigen account kan koppelen, maar dat daar inderdaad wel een eigen e-mailadres voor nodig is. Franken vindt het maar gedoe. „Tja, liever dat online dan niets, maar doe me nog liever mijn eigen dokter.”