Bij het formuleren van een antwoord op de Nederlandse excuses zet Suriname zelf graag de ‘komma’s en punten’

Al dansend komt een groep vrouwen een zaaltje binnen in koto’s – traditionele Afro-Surinaamse jurken – en kleurrijke en kunstig gebonden hoofddoeken, angisa’s. Een vrouw zet met lange uithalen een couplet in, het koor antwoordt en de drums zwellen aan.

Het publiek juicht en Siegmien Staphorst, voorzitter van NAKS – de Afro-Surinaamse culturele organisatie die het evenement organiseert, staat op en gooit haar handen in de lucht. „Prachtig zijn jullie!” roept ze en voegt zich tussen de dansende vrouwen. Ze hebben in aanloop naar Keti Koti een cursus gevolgd bij Akuba, de vrouwengroep van NAKS, om traditionele Afro-Surinaamse vrouwenkleding te ontwerpen. NAKS (Na Afrikan Kulturu fu Sranan – Onze Afrikaanse Cultuur van Suriname) is de oudste Afro-Surinaamse organisatie van Suriname, opgericht in de jaren veertig.

Staphorst volgde het afgelopen jaar op de voet wat er gebeurde in Suriname nadat de excuses door Nederland waren aangeboden. Die kwamen voor Suriname vrij plotseling. Geen van de belangrijke Afro-Surinaamse organisaties in het land was er in aanloop naar de excuses bij betrokken. „Het was een Nederlandse en vooral eenzijdige aangelegenheid, waar Suriname plotseling mee opgescheept werd”, zegt Staphorst als ze even wegloopt van het evenement en een stille plek zoekt. Maar toen de excuses eenmaal waren uitgesproken werd er volgens haar wel direct een antwoord van Suriname verwacht. „Maar daar hebben we tijd voor nodig want zo’n antwoord formuleren we op onze manier”, zegt ze.

Op de grondvesten van slavernij

Het verhaal „achter de komma”, zoals in Nederland het proces na de excuses is gaan heten, is in Suriname volgens Staphorst al veel langer gaande. De Surinaamse samenleving is gebouwd op de grondvesten van eeuwenlange slavernij en kolonisatie. Na de slavernij moesten de mensen met elkaar verder in het land waar het zich allemaal afspeelde en waar de geschiedenis ook nu, eeuwen later, nog voelbaar en tastbaar is. „Er zijn diepe wonden geslagen, we zijn eeuwenlang ontmenselijkt en die erfenis is nog steeds van generatie op generatie doorgegeven en voelbaar in Suriname.

Ondertussen leeft de vraag ook of de fondsen voor Suriname – maar ook de excuses – nog wel overeind blijven staan onder de nieuwe, rechts-radicale regering in Nederland

Vanuit zo’n positie een nieuwe stap maken kost tijd. Dat zie je ook aan de sociaal-economische achterstand in Suriname”, zegt ze. Tegelijkertijd is het herstel, aangestuurd door organisaties zoals NAKS, ook al decennialang aan de gang. „We zijn al lang bezig met een stuk ontwikkeling van onszelf, met onze identiteit en economische versterking tegen de onderdrukking. We laten dat niet afhangen van een komma of een punt uit Nederland. We bepalen zelf onze eigen komma’s en punten”, zegt Staphorst.

Koto dansers tijdens de Naks Prodo Spikri woensdag 26 juni in Paramaribo.
Foto Ranu Abhelakh

Dat de behoefte om een eigen antwoord te formuleren groot is bij de nazaten in Suriname, blijkt ook uit een brief die verschillende Afro-Surinaamse gemeenschappen, inheemse gemeenschappen en marrons – nazaten van gevluchte plantageslaven – schreven aan Koning Willem-Alexander en aan premier Rutte, vorig jaar augustus. „In die brief stond dat de excuses zijn ontvangen en aangehoord en dat er een antwoord zou komen”, vertelt theoloog en marron Frank Jabini. „Daarvoor worden er nu in het hele land zogeheten krutu’s georganiseerd, een traditionele vorm van vergaderen, waarin de leiders van de gemeenschappen met de nazaten in gesprek gaan en uiteindelijk zal er dan een antwoord komen of de excuses geaccepteerd worden of niet, en hoe nu verder”, zegt Jabini. Samen met socioloog Helmut Gezius is hij betrokken bij dit proces. Hoe lang dit gaat duren is onbekend, er is geen tijdsbestek voor uitgetrokken. „Je kunt dat niet snel doen, daarvoor is het te belangrijk.” Het is een zorgvuldig proces dat veel losmaakt.


Lees ook

Koning Willem-Alexander biedt excuses aan voor slavernijverleden, vraagt vergiffenis voor rol Oranjes

De toespraak van de koning volgt op de excuses van premier Mark Rutte (VVD) namens de regering eind vorig jaar.

Aan de excuses heeft Nederland een bedrag van 200 miljoen euro gekoppeld, voor projecten en zogeheten beleidsversterking. Van dit bedrag is een deel voor de Koninkrijk-eilanden bestemd, en een deel voor Suriname. Daartoe is een speciaal platform slavernijverleden Suriname opgericht waarvan econoom en oud-minister Silvano Tjong Ahin de coördinator is. Hoe projecten kunnen worden ingediend in Suriname, wie ze goedkeurt, en hoe gelden worden verdeeld zal later nog duidelijker worden.

Ondertussen leeft de vraag ook of de fondsen voor Suriname – maar ook de gemaakte excuses – nog wel overeind blijven staan onder de nieuwe, rechts-radicale regering in Nederland. De PVV heeft in haar partijprogramma geschreven dat de excuses moeten worden teruggetrokken. Siegmien Staphorst hoopt dat het niet zover komt, maar mocht dat wel zo zijn dan nóg moet Suriname verder. „Stel dat alles wordt teruggedraaid dan gaan wij toch door met onze eigen herstelprogramma’s. Dat proces moeten we sowieso door, met of zonder excuses uit Nederland.”


Lees ook

Wat is de oogst na een jaar herdenken van het slavernijverleden?

Mitchell Esajas:  „Op 1 juli eindigt het Herdenkingsjaar, op 2 juli begint het meest racistische kabinet sinds WOII.”