Mark Cavendish grijnst van oor tot oor als hij half juni een verslaggever te woord staat in het Zwitserse bergdorp Villars-sur-Ollon. Tijdens de Ronde van Zwitserland is bekend geworden dat de Britse wielrenner is geridderd door koning Charles. „Alles wat ik doe in mijn carrière is gericht op resultaat. Om dat erkend te krijgen door Zijne Majesteit is heel speciaal, ik voel me vereerd”, zegt Sir Mark Cavendish voordat hij begint aan zijn laatste bergetappe in voorbereiding op de Tour de France.
Het is een bijzondere erkenning van het talent van de meest succesvolle sprinter aller tijden. In mei behaalde Cavendish in de Ronde van Hongarije zijn 164ste profzege, eentje meer dan die andere grote sprinter, de Italiaan Mario Cipollini. Maar er is één erkenning waar de 39-jarige Cavendish alles voor doet, het record dat al jaren onlosmakelijk met zijn naam is verbonden. Als hij dit jaar voor de 35ste keer een Tour-etappe wint, komt hij los van Eddy Merckx – algemeen beschouwd als de beste wielrenner ooit – en wordt hij alleen recordhouder wat betreft etappezeges in de grootste wielerwedstrijd ter wereld. Deze maandag krijgt hij in Turijn zijn eerste kans.
De recordjacht is de reden dat Cavendish nog op de fiets zit, vertelt Cees Bol, zijn ploeggenoot bij Astana: „Je merkt aan hem dat hij het fietsen en het sprinten nog supermooi vindt, maar het is wel duidelijk waarom hij doorgaat. Dat heeft hij ook wel zo gezegd.” Vorig seizoen zou zijn laatste zijn, maar Cavendish moest de Tour na acht etappes verlaten met een gebroken sleutelbeen – nadat hij een dag eerder nog tweede was geworden.
Ploegbaas Aleksandr Vinokoerov vroeg hem direct na de val of hij niet nog een jaartje door wilde gaan. Cavendish begon te twijfelen, overlegde het met zijn gezin en kondigde in het najaar aan dat zijn carrière nog niet voorbij was.
Diep dal
Cavendish staat bekend als een veelvraat die alles doet voor overwinningen. Maar kort na de Tour van 2023 maakte het publiek kennis met een andere kant van de Brit. In de openhartige documentaire Never Enough is te zien hoe Cavendish zo’n vijf jaar eerder door valpartijen en een virus in een depressie belandde. „Voordat ik zelf mentale problemen had, zag ik het als een excuus”, zegt Cavendish hierover in The Rich Roll Podcast. „Ik ben niet blij dat ik eronder geleden heb, ik wens het niemand toe. Maar ik begrijp het nu tenminste.”
Cees Bol wist dat Cavendish een mindere periode had gehad, maar was verrast dat hij een aantal jaar „toch echt wel diep heeft gezeten.” Na het zien van de documentaire bracht hij het onderwerp bij Cavendish ter sprake. „Uiteindelijk is hij hartstikke open, en als je het gesprek aangaat dan vertelt hij er wel over. Maar het is niet zo dat hij het uit zichzelf vertelt”, zegt Bol.
Bol kwam in januari vorig jaar tegelijk met Cavendish bij Astana terecht, hij moet voor hem de sprint aantrekken. Bol kan het goed vinden met zijn Britse ploeggenoot : „We sloten als twee nieuwe renners laat bij de ploeg aan, dus dan zoek je elkaar gelijk op.” De twee vonden samen hun weg in de ploeg, die op dat moment vooral nog uit Kazachstanen en Italianen bestond. Dit seizoen is de ‘sprinttrein’ aangevuld met Michael Morkov en Davide Ballerini, twee renners die Cavendish kent uit zijn tijd bij Quick-Step.
Bij Astana is alles gericht op de recordjacht van Cavendish. Hij hoeft zich gedurende het seizoen niet te bewijzen om de Tour-selectie te halen, wat wel het geval was in zijn tweede periode bij Quick-Step. Hij gebruikt die ruimte om zich voor te bereiden in Griekenland met zijn coach Vasilis Anastopoulos. De Griek speelde een belangrijke rol in de sportieve comeback van Cavendish na de donkere periode en werd speciaal voor hem binnengehaald door Astana.
Regie in handen
Tijdens gezamenlijke trainingen ziet Bol niets bijzonders aan de manier waarop Cavendish traint. „Gewoon wat je kan verwachten van een ervaren prof. Daarin is hij niet uniek.” Wel ziet hij dat Cavendish richting de Tour steeds meer de regie in handen neemt en zich zonder afleiding richt op eten, trainen en slapen. „Hij heeft vijf kinderen, hij staat in de belangstelling, hij woont in Londen. Dus hij maakt een hele goede keuze om in Griekenland met zijn trainer te zitten”, zegt Bol.
Op het laatste trainingskamp met de ploeg, een hoogtestage in de Spaanse Sierra Nevada, hebben de sprinters van Astana zich voorbereid op de Tour onder leiding van Mark Renshaw. Renshaw trok de sprint aan voor Cavendish bij een groot deel van zijn 34 etappezeges en is door Astana aangetrokken als ploegleider met de sprint als specialiteit. „Renshaw is niet bang om Cavendish feedback te geven”, zegt Bol. „Ze kennen elkaar heel goed, ze hebben het spel lang samen gespeeld.”
Aan Cavendish wordt vaak gevraagd of hij blijft fietsen uit liefde voor de koers of om de recordjacht. Volgens Bol liggen die twee in elkaars verlengde: „Wat de koers zo mooi voor hem maakt? Hij is supercompetitief. Het is natuurlijk nog mooier als je een groot doel hebt om na te jagen.”
In Turijn is de opdracht maandag simpel voor de sprinttrein van Astana: het maakt niet uit hoe ze het doen, maar ze moeten Cavendish zo fris mogelijk afzetten in de laatste tweehonderd meter. Over zijn eigen aandeel is Bol bescheiden, met de 34 ritzeges van Cavendish in de Tour had hij immers niets te maken. „Maar je voelt wel dat die ene rit nu iets heel bijzonders zou kunnen betekenen.”
Zangeres Davina Michelle kan hoog schoppen, hoog zingen, en heeft hooggeplaatste ambities. Michelle streeft een internationale carrière na, vandaar dat ze het grootste deel van haar liedjes in het Engels zingt. Na de aftrap in Paradiso zaterdag, vervolgt ze haar nieuwe tournee met een reeks optredens in Duitsland.
Davina Michelle (28) heeft de kenmerken van een ster: de stem, met zijn ongelimiteerde orkaankracht, een innemende houding op het podium, en doorzettingsvermogen. Daar gaan haar meeste teksten dan ook over: ‘Aiming for the stars’, ‘hold on’, ’Aim higher’.
De in Nieuwerkerk aan den IJssel, als Michelle Davina Hoogendoorn geboren zangeres werd rond 2018 bekend met covers van onder anderen Pink, en door de uitvoering van ‘Duurt Te Lang’, geschreven door Glen Faria, dat een grote hit werd en haar tot nationale popster maakte.
Voor haar net verschenen, derde album Higher schreef ze een verzameling poprocksongs waarin haar stem op de voorgrond staat. Die stem is als een goed ontwikkelde spierbal: indrukwekkend in zijn mogelijkheden, en soms een beetje ongenuanceerd. Toch is de expressie in een aantal nummers raak: in ‘Lullaby’ bijvoorbeeld glijdt ze soepel van rafelig naar fluwelig, naar keihard. Het vrolijke ‘All Is Ours’, met zijn jaren tachtig-synthesizermotief, zingt ze snel en opruiend in een spervuur van woorden.
Live was ‘All Is Ours’ een hoogtepunt, een van de eerste liedjes waarbij ze over het podium wervelde. Paradiso was niet helemaal uitverkocht, dat zal waarschijnlijk in Ahoy’, volgende maand, wel het geval zijn. In Rotterdam, de omgeving van haar geboortegrond, heeft ze veel fans. Maar het aantal aanwezigen lijkt haar niet uit te maken, Michelle zingt voor iedereen persoonlijk. Als een hartelijke tv-presentatrice leidde ze de nummers in: ’Okay lieve mensen’, legde de bedoeling van het liedje uit en barstte los in wild dansen met kickbox-bewegingen en wapperend haar.
Visueel was er weinig opsmuk. Maar muzikaal was er de mooie toevoeging van twee violen en een cello. Zo kreeg haar eigen band van vier personen, versterking in bijvoorbeeld ‘Higher’ en bij ‘No One Said It Was Easy’, de strijkers gaven een subtiele extra laag aan het rockgeluid.
Non-stop paradeerde Michelle, in wisselende korte rok en fetisj-achtige attributen, over het toneel. Maar ze was niet uitsluitend energiek. Zo riep ze met haar liedje ‘No Angel’ op tot zelfliefde (‘Okay lieve mensen?’) en als iemand je onderuit haalt dan zeg je ‘fuck you’. Ook de boodschap van ‘I Said No Sir’ is duidelijk: ‘Keep your hands off/ I’m the boss of these breasts and ass’. Het refrein, ‘I said no sir’, wordt toepasselijk ondersteund door een koor aan vrouwelijke proteststemmen.
Haar nummer ‘My Own World’ werd lang uitgebouwd, soepel aangedreven door de straffe slagen van drummer Sebastiaan Brouwers. En, verrassing, hier dook een citaat op uit Nirvana’s ‘Smells Like Teen Spirit’. Als het aan Davina Michelle ligt mag de vuistslag van de rock nooit ontbreken.
De Israëlische vergeldingsacties voor de terreuraanval van Hamas, nu een jaar geleden, leidden het afgelopen studiejaar tot protesten aan Nederlandse universiteiten. Met petities, demonstraties, marsen, teach-ins, walk-outs, tentenkampen en bezettingen betuigden studenten en docenten hun steun aan de Palestijnse bevolking in Gaza. Ze eisten dat hun universiteiten alle banden met Israëlische partnersinstellingen zouden verbreken. In mei bereikte het protest een kookpunt aan de Universiteit van Amsterdam, waar barricades werden opgeworpen en gebouwen werden bezet, tot de mobiele eenheid er een einde aan maakte. Elders in het land waren ook bezettingsacties, maar nergens ging het er zo hevig aan toe als aan de UvA.
Waar de ene student meedeed aan de protesten, voelde de andere student zich er niet prettig bij. NRC blikte met twee studenten terug. De Amerikaans-Nederlandse Eden Mehldau (22), student aan de Universiteit Leiden, deed aan zeker zeven acties mee. Zij voelt zich gepriviligieerd in Nederland en wil daarom opkomen voor de Palestijnen. Benyamin Heller, een Joodse student aan de UvA, had moeite met de protesten. In gesprek gaan is constructiever dan leuzen roepen, vindt hij.
‘Een oproep tot vrijheid voor één ontkent niet de vrijheid van een ander’
Naam: Eden Mehldau (22)
Studie: bachelor International Studies (Universiteit Leiden)
„Na 7 oktober zag ik een genocide in Gaza gelivestreamd worden op sociale media. Door het onrecht dat ik zag kon ik mijn telefoon niet wegleggen. Dit is geen oorlog tussen twee gelijkwaardige partijen. De Palestijnen hebben vergeleken met Israël veel beperktere middelen. Israël heeft een van de meest geavanceerde legers ter wereld en kreeg al vroeg geopolitieke en financiële steun van de Verenigde Staten. Terwijl de Palestijnen geen sterk eigen leger hebben en kampen met blokkades en honger.
Ik zag wat er gebeurde in Gaza, onder andere via de kanalen van Palestijnse journalisten. Ze vroegen de rest van de wereld om hulp en daardoor wist ik het: ik moest iets doen.
„Ik ben half Amerikaans en half Nederlands, en ik heb in beide landen gewoond. Ik zie regelmatig in het nieuws een beeld van het Midden-Oosten dat niet overeenkomt met de gesprekken die ik heb met mensen uit die landen. Er werd in de media gedaan alsof de aanval van Hamas op 7 oktober vorig jaar helemaal op zichzelf stond. Maar het was een reactie op de jarenlange onderdrukking van de Palestijnen door Israël. Ik vind ook dat er te weinig kritisch wordt gekeken naar de Verenigde Staten, die zich voortdurend mengen in conflicten in het Midden-Oosten.
„En nu heeft het geweld daar een nieuw dieptepunt bereikt. Sinds het begin van het Israëlische offensief op 7 oktober vorig jaar zijn meer dan veertigduizend Palestijnen om het leven gekomen, onder wie ook veel kinderen.
„Wat er na 7 oktober is gebeurd, was voor mij niet onverwacht, hoe tragisch het ook is. Daarvoor deed ik al zelfstudie naar de situatie van de Palestijnen. Ik heb boeken van Palestijnse schrijvers gelezen en documentaires over de bezetting van Palestina gezien. Tijdens mijn studie heb ik ook veel geleerd over de historische context van het conflict. Ik doe een bachelor International Studies, mijn focusgebied is het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De Palestijnen worden al 75 jaar onderdrukt en hebben te maken met een vorm van kolonialisme.
„Ik heb zeker aan zeven demonstraties voor de Palestijnse zaak meegedaan het afgelopen jaar. Ik had in actie willen komen voor 7 oktober, maar ik wist nog niet met wie, of waar. Toen vond op 9 november vorig jaar een studentendemonstratie plaats op de Haagse Wijnhaven-campus van de Universiteit Leiden. Ik was daar voor een les en begon te luisteren naar een student die er stond met een megafoon. Die sprak zich uit over de banden van de Universiteit Leiden met Israël. En hoe die banden bijdragen aan de schending van mensenrechten.
„Ik was al boos om de duizenden Palestijnen die gedood waren in de afgelopen maanden, dus ik besloot om mee te doen. Zowel studenten als professoren deden een oproep voor een academische boycot. Ik vond er mijn plek binnen de pro-Palestijnse beweging. Na de Russische invasie van Oekraïne in 2022 werden banden binnen tien dagen verbroken tussen universiteiten in Nederland en die in Rusland. Dat liet zien dat een academische boycot mogelijk is.
„Ik heb daarna met medestudenten en academici gewerkt aan een onderzoek naar de banden van de Universiteit Leiden met Israëlische instellingen. Er is een uitwisselingspartnerschap met de Universiteit van Tel Aviv. Die Israëlische universiteit heeft allerlei connecties met het Israëlische leger. Door die banden, draagt de universiteit mede-verantwoordelijkheid voor wat er nu gebeurt in Gaza, vinden wij. Een samenwerking met zo’n universiteit kun je daarom niet moreel verantwoorden.
„Bij de bezetting van de Haagse campus op 16 mei eisten we met studenten dat de Universiteit Leiden alle banden met Israëlische universiteiten verbreekt.
„We deden ons best om bij het afsluiten van een deel van de derde verdieping geen universitaire eigendommen te beschadigen. We dachten strategisch na over hoe we de deur konden afsluiten met touwen zonder schade aan te richten en schreven met uitwisbare pen op de ramen. We lieten alles zo achter dat de volgende dag de universiteit weer open kon. Er waren geen vernielingen.
„Toch stuurde de universiteit de mobiele eenheid op ons af. Ik zag met medestudenten geen kans om te blijven en dus gingen we weg. Ik was bang voor fysiek geweld van de politie. Want enkele dagen voor de demonstratie in Den Haag werden de demonstranten in Amsterdam, waar ik ook bij was, geslagen met wapenstokken. Ik zag het gebeuren, maar het overkwam mij niet.
„Toch bleef ik demonstreren voor de Palestijnse zaak. Ik vind het te belangrijk om het niet te doen. Ik voel mij bevoorrecht dat ik ergens woon waar geen oorlog is, dat ik geen honger lijd en dat ik kan studeren. Ik vind dat je je in zo’n geval moet inzetten voor anderen die minder privileges hebben, en dat is wat ik probeer.
„Als er demonstranten zijn die uit naam van de Palestijnse zaak geweld gebruiken en spullen vernielen, vind ik dat niet constructief. Ik zou het persoonlijk niet doen. Als ze worden gearresteerd of gewond raken, kunnen ze ook niet meer meedoen aan acties. Ik vind ook dat mensen zich niet antisemitisch moeten uitlaten.
„Ik heb medelijden met en begrip voor Israëlische mensen die persoonlijk getroffen zijn door de aanslag van Hamas. Ik hoop dat zij ook begrip tonen voor de vele Palestijnen en ook Libanezen die lijden door Israëlische bombardementen en nooit weten of ze veilig zijn. De onderdrukking van Palestijnen door Israël is de wortel van het probleem. Een einde daaraan zou een begin van vrede voor iedereen in de regio zijn. Zoals activisten vaak zeggen: ‘No justice, no peace.’
„Daarom blijf ik pleiten voor een vrij Palestina. Een oproep tot vrijheid voor één groep ontkent niet de vrijheid van een ander.”
‘We moeten de stem voor vrede helpen overleven’
Naam: Benyamin Heller (25)
Studie: master psychologie (Universiteit van Amsterdam)
„Ik ben de universiteit gaan vermijden als er studentenprotesten over Gaza zijn. Begin mei moest ik dwars door de demonstranten heen. Dat was voor mij als Joodse student een moeilijke ervaring. Ik snap waarom mensen boos zijn en hun geluid willen laten horen vanwege alle doden in Gaza. Dat er burgerslachtoffers vallen is vreselijk, waar dan ook. Maar er worden dingen gezegd die verder gaan dan kritiek op de Israëlische regering, die ik zelf ook heb.
„Ik zag die dag een student eenzaam en verdrietig op een bankje zitten, op zijn T-shirt stond ‘Bring them back’. Dat gaat over de Israëlische gijzelaars die bij de terreuraanval van Hamas op 7 oktober vorig jaar zijn meegenomen. Ik heb even met hem gepraat, hij kwam uit Israël. Bij hem kwamen die leuzen bij de protesten nog veel harder aan dan bij mij. Er is enorm veel Palestijns leed, dat staat buiten kijf, maar ik vind het pijnlijk dat er al heel snel na 7 oktober geen ruimte meer was voor de rouw over de Israëlische slachtoffers en gijzelaars. Alsof die er niet toe doen.
„Het zou goed zijn als er bij de protesten ook kritiek zou zijn op de rol van Hamas, die de burgers in Gaza gebruikt als schild. We moeten niet onderschatten wat de remmende rol van Hamas in het vredesproces is. Mocht er een staakt-het-vuren komen, dan zal Hamas blijven proberen Israël te vernietigen, zeggen ze zelf.
„Israël is belangrijk voor mij, ik heb er een jaar gewoond en heb er vrienden en familie. Tijdens de studentenprotesten wordt er vaak geroepen: ‘We don’t want zionists here’. Zionisme wordt bij de demonstraties beschouwd als een besmette term, die gelijkstaat aan kolonisatie en anti-Palestijnen. Voor veel Joden betekent deze term iets heel anders. De oorspronkelijke definitie, waar ik achter sta, is: het streven naar een veilig en onafhankelijk land voor de Joden. De band met Israël is voor veel Joden onderdeel van hun Joodse identiteit, ook voor mij.
„Ik ben altijd open geweest over mijn Joodse identiteit. Ik ben er trots op en ik vertel graag over de geschiedenis en tradities. Tegelijk denk ik er wel over na hoe openlijk Joods ik kan zijn. Ik draag een ketting met een Davidster, meestal boven mijn shirt, maar ik kijk wel uit waar ik dat doe.
„Ik organiseer binnen de liberale Joodse gemeente projecten zoals Leer Je Buren Kennen, waarbij we jongeren uitnodigen om in de synagoge met ons in gesprek te gaan. Vanwege dat project ben ik kort na de terreuraanval van Hamas door burgemeester Halsema uitgenodigd in de ambtswoning, om in gesprek te gaan met andere Joden en moslims. Ik heb dat als heel fijn en constructief ervaren, want we konden elkaars zorg en pijn delen.
„Mijn indruk is dat er op de universiteiten tot mei niet zoveel van dit soort gesprekken zijn georganiseerd. Ik denk dat dat misschien had geholpen om tegenstellingen te overbruggen. Het is makkelijk om over mensen te praten, maar het is belangrijk om ook zelf met mensen te praten. Ik heb van mijn eigen docenten wel veel steun gekregen, zij leefden mee.
„In juli ben ik in Israël geweest, om familie en vrienden te bezoeken en steun te bieden. Ik heb ook wat vrijwilligerswerk gedaan: ik heb voedsel- en kledingpakketten gemaakt voor mensen die uit het noorden van Israël zijn gevlucht en niet meer naar huis kunnen door de lancering van raketten door Hezbollah uit Libanon.
„In Tel Aviv ben ik op een plein geweest waar familieleden van gegijzelden samenkomen. Daar sprak ik een moeder van wie de zoon is ontvoerd door Hamas. Hij vervulde zijn dienstplicht door humanitaire hulp te verlenen. Op een briefje dat zij thuis in zijn zakken had gevonden, stond: ik wil vrienden maken, mensen helpen en niemand pijn doen. De familie wist niet of hij nog leeft. Volgens Joodse traditie blijft iemand leven zolang wij de naam blijven noemen. Daarom wil ik die van hem graag zeggen: zijn naam is Tamir Nimrodi. Terwijl ik dit verhaal vertel, realiseer ik me dat er in Gaza ook vaders en moeders zijn die rouwen. Dat vind ik ook heel erg.
„Er zijn genoeg Israëli’s die nog steeds streven naar vrede en coëxistentie met de Palestijnen, maar hun stem is door 7 oktober zwakker geworden. Het hele land is in diepe rouw. En in Gaza maakt de verschrikkelijke oorlogssituatie het voor Palestijnen die voor 7 oktober openstonden voor toenadering heel moeilijk om hun stem voor vrede nog te laten klinken. Sowieso was dat altijd al erg moeilijk, omdat Hamas dit geluid met geweld onderdrukt. We moeten die stem voor vrede helpen overleven. Het zou goed zijn als we in Nederland, ook bij de protesten, initiatieven steunen die Israëliërs en Palestijnen dichter bij elkaar brengen.”
„Vind je het naspelen van hoe Obama en zijn gezinnetje campagne voerden voor het presidentschap ook niet een beetje mager voor een film over het thema kleur in 2024?” Halverwege de voorstelling Duizend aanslagen op de Obama’s richt acteur Urmie Plein zich gefrustreerd tot haar tegenspeler Michiel Blankwaardt. En als kijker denk je: „oh, ze hebben het dus zelf ook door?”
Tot op dat punt is de nieuwe voorstelling van Raymi Sambo Maakt namelijk nogal een beproeving. Vriendelijk leggen Blankwaardt en zijn ‘mede-initiatiefnemer’ Thijs Prein aan het begin van het stuk uit dat we te gast zijn bij de opnames voor een film over de aanloop naar en nasleep van het presidentschap van Barack Obama, waarbij vooral de relatie tussen de president en Michelle Obama (Plein) centraal zal staan. Prein zelf speelt Obama’s trouwe adviseur David Axelrod, die tevens dienst doet als therapeut voor het stel anno 2024, als ze in de visie van de makers flink uit elkaar zijn gegroeid vanwege de littekens die de politiek heeft nagelaten.
Het levert extreem clichématige scènes op die even goed dienst hadden kunnen doen in een willekeurige andere biopic over een gevierd politicus. De politieke standpunten van Obama worden genegeerd ten faveure van hoe er campagne wordt gevoerd, en Michelle Obama komt er al helemaal bekaaid vanaf: in plaats van een gelijkwaardige politieke sparring partner voor haar man wordt ze uitsluitend neergezet als moeder die zich zorgen maakt over het effect dat de politieke ambities van haar man op het gezin zullen hebben. Verbijsterend is ook dat Barack Obama wordt geportretteerd als gedweeë volgeling van Axelrod – Blankwaardt speelt hem volledig kleurloos, zonder een spoortje van de charme of retorische brille die de president kenmerkt.
Pas als Plein en haar vrouwelijke co-acteurs (Femi van Elshuis en Jaralsey Andrews, die de dochters van het echtpaar spelen) steeds meer in verzet komen tegen Prein en Blankwaardt begint het stuk interessant te worden. Van Elshuis en Andrews fungeren daarbij als de activistische katalysator die Plein nodig heeft om haar eigen stem steeds luider te laten klinken – de (veel te korte) discussies tussen twee generaties zwarte vrouwen zijn eigenlijk de interessantste passages in het stuk. De jonge acteurs hebben geen last van de neiging tot hagiografie van hun oudere tegenspelers en pleiten er onder andere voor om ook ruimte te maken voor de dronemoorden in Jemen, Syrië en Afghanistan waarvoor Obama verantwoordelijk was.
Prein vertegenwoordigt ondertussen de archetypische witte centrist, die zijn zwarte medemens graag het zwijgen oplegt om ‘polarisatie’ te voorkomen. Zo ontpopt Duizend aanslagen op de Obama’s zich steeds meer als een aanklacht tegen zichzelf: een pleidooi tegen kunstenaars en politici die zich te veel gelegen laten liggen aan de vraag of de ‘witte meerderheid’ aanstoot neemt aan anti-racisme en zwart zelfbewustzijn. Daarmee blijft de vraag echter: waarom dan niet al vanuit dat zelfbewustzijn vertrekken, in plaats van eerst nog zoveel ruimte te bieden aan een perspectief dat de makers zélf achterhaald en oninteressant vinden? Duizend aanslagen op de Obama’s maakt vooral hongerig naar een stuk waar vanaf moment één al de verpletterende kracht van de laatste vijf minuten wordt omarmd.
Lees ook
NRC-interview met hoofdrolspeler (en Colombina-winnaar) Urmie Plein uit 2023.