Ook Arnhem biedt excuses aan voor slavernijverleden

Arnhem heeft zondag excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Dat meldt ANP. De gemeente liet anderhalf jaar lang onderzoek doen naar het slavernijverleden van de stad. Dat onderzoek, door Erfgoed Gelderland, werd in maart overhandigd aan burgemeester Ahmed Marcouch.

„Wat onomstotelijk vaststaat is dit: het Arnhemse stadsbestuur was eeuwenlang actief en rechtstreeks betrokken bij het opzetten, uitbouwen en exploiteren van een onmenselijk economisch systeem dat gebaseerd was op slavernij en de handel in slaafgemaakten”, zei Marcouch zondag. „Daarvoor bied ik, namens het stadsbestuur van de gemeente Arnhem, de nazaten mijn diep doorvoelde excuses aan.”

Eerder boden onder meer de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen, Utrecht, Vlissingen en Middelburg excuses aan, net als de provincies Zuid-Holland en Zeeland. Arnhem had al aangekondigd dat het een herdenkingsmonument wil neerzetten in Park Zypendaal.

Villa’s

Burgemeester Marcouch zei zondag dat Arnhem veel van zijn landgoederen en villa’s dankt aan de opbrengsten van slavernij. Ook twee vroegere burgemeesters speelden volgens Marcouch hierbij een rol: Laurens de Sille was betrokken bij de oprichting van de West-Indische Compagnie en Henrich van Eck investeerde.

Marcouch ziet ook „dagelijks twee tot slaaf gemaakte jongens in het familiewapen van burgemeester Pels Rijcken, in het glas in lood van mijn werkraam. Het herinnert mij eraan hoe goed het is om discriminatie en uitbuiting onze stad uit te werken”.

De Arnhemse wethouder Maurits van de Geijn (Inclusie) pleitte er zondag op X voor om van 1 juli, de dag waarop het einde van de trans-Atlantische slavernij wordt herdacht, een nationale feestdag te maken.


Lees ook

Wat is de oogst na een jaar herdenken van het slavernijverleden?

Mitchell Esajas:  „Op 1 juli eindigt het Herdenkingsjaar, op 2 juli begint het meest racistische kabinet sinds WOII.”