Alle Britse problemen komen samen in Grimsby

„Twee tachtig. Twee tachtig… Kom op, heren, geef me een bod! Twee dertig, twee dertig… Twee twintig, twee twintig…” Verkocht. In de overdekte hal van de visveiling in Grimsby gaan de kratten schelvis vanochtend weg voor een gemiddeld prijsje: 2,20 pond per kilo, ongeveer 2,60 euro. Na de verkoop legt de veilingmeester er een briefje met de naam van de koper bovenop. En door gaat hij, naar de volgende stapel.

Met diezelfde kratten sjouwde Boris Johnson vierenhalf jaar geleden enthousiast over deze veilingvloer. Hij kletste met de handelaren, poseerde met een dikke kabeljauw voor de fotografen. Iedereen was op die winterse dag in 2019 gecharmeerd van de Conservatieve partijleider, vertelt de directeur van de veiling Martyn Boyers. „Het was een geweldige dag. Mensen vinden het prachtig als je meer vis en meer vissersboten belooft.”

Om de vissers kon niemand heen, tijdens die verkiezingscampagne. Alles stond in het teken van de Britse uittreding van de Europese Unie. Het Verenigd Koninkrijk zou de ‘eigen’ zee weer voor zichzelf hebben, beloofde Johnson in Grimsby. Dat werkte. Voor het eerst in 84 jaar stemde een meerderheid van de inwoners van het kuststadje niet op Labour, maar kozen ze voor de Conservatieven.

Maar Boyers wist toen al, zegt hij nu: de Brexit gaat voor onze handel amper gevolgen hebben. In Grimsby komt vooral kabeljauw en schelvis uit IJsland en Noorwegen binnen, geen lidstaten van de EU. „Die beloftes zouden voor ons niets betekenen. Alleen had het grote publiek daar geen idee van.”


Sindsdien is er veel veranderd. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Europese Unie verlaten. De Conservatieve Partij wisselde van partijleider en premier, tot twee keer toe. Oppositiepartij Labour staat op het punt om een grotere meerderheid te behalen dan Johnson in 2019, bij de Lagerhuisverkiezingen komende donderdag. Over de visserij hoort de gemiddelde Brit nooit meer wat.

De Britten, zegt Martyn Boyers, zijn helemaal klaar met alle beloften van de Conservatieve Partij waar de afgelopen jaren weinig van is terechtgekomen. „Ze zijn zo geïrriteerd dat ze vinden dat het tijd is voor verandering.”

Het verhaal achter de verkiezingen van komende donderdag is dat van een gedesillusioneerd land, van verloren vertrouwen in de politiek en van krakkemikkige publieke voorzieningen. Plus de vraag waar Labour moet beginnen met het fiksen daarvan, als die partij inderdaad aan de macht komt nadat de Conservatieven veertien jaar hebben geregeerd.

Bijna alle problemen die nationaal spelen, zijn ook in Grimsby terug te vinden. Het vissersstadje is in de Britse media uitgegroeid tot clichévoorbeeld van wat er mis is in het land. Het is één van de vele kiesdistricten die nu waarschijnlijk weer Labour-rood kleuren, terwijl de inwoners in 2019 voor de Conservatieve Partij kozen.

De winkelstraat

In het centrum staan bijna net zoveel panden leeg als dat er winkels open zijn. Warenhuis House of Fraser is opgedoekt. Schoenenzaak Shoezone staat leeg. Bakkerij Cooplands is dicht, er zijn houten constructieplaten tegen de winkelruit aan getimmerd. Op een zuil met een plattegrond van de binnenstad zit een sticker geplakt met een mannetje onderweg naar de nooduitgang: Tories OUT.

Door de centrale winkelstraat loopt Grimsbarian Andy Grace. Elke dag maakt hij na zijn werk een wandeling. Hij gaat op Reform UK stemmen, de radicaal-rechtse partij van provocateur Nigel Farage. „Ik weet dat Reform niet aan de macht zal komen, maar ik heb geen vertrouwen meer in de twee grote partijen.” Grace stemde eerder altijd op Labour, behalve toen hij in 2019 voor de Conservatieve Partij koos. Precies zoals de meerderheid van de inwoners hier. „Mensen werden misleid en dachten dat ze iets zouden krijgen dat niet waar bleek te zijn. Ons is niet de waarheid verteld.”

Dichte rolluiken op Freeman Street in Grimsby, in het noordoosten van Engeland.
Foto Justin Griffiths-Williams

De belofte van de Conservatieven was dat de immigratiecijfers naar beneden zouden gaan als het VK de EU zou verlaten. Maar de afgelopen jaren kwamen veel meer migranten het land binnen dan in de jaren voor de Brexit. Lastig vindt Andy Grace om te zien dat buitenlanders vaak werk hebben dat slecht betaalt en ze hun inkomens aanvullen met uitkeringen. „Dat is contraproductief en het kost de staat geld.” In en rond Grimsby zijn veel voedselverwerkingsfabrieken – ze verwerken vis, produceren soep of diepvriespizza’s – waar migranten uit bijvoorbeeld Polen of Roemenië werken.

Premier Rishi Sunak heeft wel maatregelen genomen om de legale immigratie te beperken. Sinds april zijn de minimum salariseisen voor een werkvisum verhoogd, wat het voor werkgevers minder aantrekkelijk maakt om buitenlanders te laten overkomen. En studenten en werknemers in de zorg mogen gezinsleden niet meer zomaar laten overkomen. Voorlopige cijfers laten een daling in het aantal visa zien, maar voor conclusies vinden deskundigen het te vroeg.

Andy Grace legt een verband tussen de hogere immigratie en de lange wachtlijsten in de gezondheidszorg. De honderden miljoenen die het VK niet meer aan Brussel zou hoeven betalen, zouden rechtstreeks naar de zorg gaan, beloofden de Conservatieven. „Mijn vader van in de tachtig heeft laatst vier uur op de grond gelegen omdat hij op een ambulance moest wachten. Dat is toch belachelijk? We moeten scherper kiezen wie ons land binnenkomt. Uiteindelijk zijn we maar een klein eiland dat een beperkt aantal mensen kan ondersteunen.”

Het ziekenhuis

In het ziekenhuis van Grimsby, in het zuiden van het stadje, is het moeilijk om de roosters rond te krijgen. Langere werkdagen maken dan je officiële uren is normaal en extra diensten draaien kan altijd, vertelt een ervaren verpleegkundige die er werkt. „Ik doe dat niet, omdat ik niet gewend wil raken aan het extra geld dat je ermee verdient. Maar ik ken genoeg collega’s die wel moeten, omdat ze anders niet rondkomen thuis.”

Ze wil anoniem blijven, omdat in de arbeidscontracten van de lokale gezondheidsdienst NHS staat dat werknemers niet met media mogen spreken. Ze vertelt over de hoge werkdruk in het gebouw van vakbond Unison, samen met Alex Hutchinson, de manager van de lokale vakbondsafdeling.

Geregeld spreken collega’s onderling over weggaan, vertelt ze: „Bij een supermarkt, de Asda of Tesco, heb je minder stress en is het salaris ongeveer hetzelfde.” Die vergelijking geldt voor assistenten en verpleegkundigen die net beginnen; zij verdienen omgerekend tussen de 26.000 en 40.000 euro per jaar. Zelf heeft ze ook over vertrekken nagedacht, maar ze vindt haar werk te waardevol. „Al zou een lagere werkdruk fijn zijn. Door de stress schrik ik vaak wakker ’s nachts. Heb ik alles goed gedaan voor die ene patiënt?”

In de gezondheidszorg werken veel migranten en dat vinden de meeste Britten geen probleem, omdat ze zien hoe nodig de artsen en verpleegkundigen zijn. „Als je morgen alle migranten uit de zorg zou weghalen, hou je geen NHS over.”

Toen zij vijftien jaar geleden haar opleiding deed, vertelt de verpleegkundige, deden studenten van allerlei leeftijden mee. „Nu kunnen volwassenen die misschien best de zorg in zouden willen, zo’n opleiding niet betalen. Ze hebben hypotheken en kinderen om te onderhouden.” In 2017 werd de studiebeurs voor verpleegkunde afgeschaft. Acuut daalde het aantal studenten. De Conservatieven kwamen terug van hun besluit en voerden de subsidie deels weer in, in 2020. Maar het collegegeld moeten de studenten nog steeds zelf betalen, dat is 9.250 pond per jaar (bijna 11.000 euro) en de opleiding duurt drie jaar.

Vorig jaar is honderden malen ongezuiverd rioolwater in zee gedumpt

Veel NHS-afdelingen werven zelf personeel in het buitenland, ook de afdeling in Grimsby. De verpleegkundigen en artsen komen uit Nigeria, India of de Filippijnen. Ze krijgen hulp met het vinden van een huis en het openen van een bankrekening. Maar het probleem is: ze blijven niet. „In Grimsby is niet zoveel. Dus ze werken hier een jaar of twee en vertrekken dan naar grotere plaatsen als Leeds of Manchester”, zegt Alex Hutchinson. „Daar verdienen ze hetzelfde en er is meer te beleven.” Er zijn hier ook te weinig specialisten, zegt hij: „Er is maar één neurochirurg, waar patiënten maanden en maanden voor op de wachtlijst staan.”

De achterstanden in de zorg zijn tijdens de regeerperiode van de Conservatieven – ze zijn aan de macht sinds 2010 – gestaag toegenomen. Begin 2020 klapte de coronacrisis daar nog eens overheen. Meer dan 7,5 miljoen Britten wachten nu op een afspraak bij een specialist. Het streven van de NHS, dat 92 procent van de patiënten binnen achttien weken moet zijn geholpen, werd voor het laatst gehaald in 2016.

Labour heeft aangekondigd dat zij de toegang tot huisartsen willen verbeteren en de NHS zorg willen laten inkopen bij de private sector om de wachtlijsten weg te werken. Mooie plannen, schrijft de onafhankelijke denktank Nuffield Trust, maar in hun verkiezingsprogramma bestaat vervolgens „een verbazingwekkend gebrek aan detail” hoe ze die willen waarmaken. Labour trekt relatief weinig extra geld uit voor de NHS – voor zover dat uit het programma valt op te maken.

Een oude, in onbruik geraakte vissersboot.
Foto Justin Griffiths-Williams

Het strand

Aan de muur hangen nog een paar lange peddels, achterin de winkel staat nog een stel surfplanken. Maar gebruiken kan Caroline Carr ze niet meer. Twee jaar geleden heeft ze noodgedwongen haar school voor peddelsurfen gesloten. „De kinderen speelden de godganse dag in zee. Het suppen was heerlijk voor ze. Maar ik kan niet aan ze vragen om hun mond dicht te houden als ze in het water vallen.” De oorzaak van haar besluit: uitwerpselen in het water.

Haar pand ligt aan de promenade met uitzicht op zee, in Cleethorpes, op een kwartiertje rijden van de haven in Grimsby. De inwoners stemmen straks voor hetzelfde kiesdistrict, maar Cleethorpes heeft een vriendelijker uitstraling. Hier heeft de winkelstraat groene platanen en zijn de meeste winkels open. Aan de promenade liggen terrassen, fish & chips-zaken en winkeltjes die windmolentjes, slippers en ijsjes verkopen.

Het strand en de zee zijn Cleethorpes’ belangrijkste verkoopargument. Maar Anglian Water, in deze regio verantwoordelijk voor het drinkwater en de riolering, heeft vorig jaar honderden keren ongezuiverd rioolwater in zee gedumpt. Carr wijst in de richting van Grimsby: „Vlakbij de haven zit de rioolbuis die ze het vaakst gebruiken.”

Voor Caroline Carr betekende die vervuiling dat ze haar sup-school kon opdoeken. Het risico dat de kinderen ziek zouden worden was haar te groot. Ze gaf vooral les aan kinderen uit armere gezinnen die dankzij lokale subsidies bij haar terecht kwamen. „We gaven jongeren de kans om verbinding met de zee en de natuur te maken, in plaats van binnen te zitten.” In plaats van haar sup-lessen is ze een snuisterijenwinkel begonnen. Ze verkoopt schilderijen, beeldjes en servies.

De lozingen zoals Anglian Water die doet, komen in heel Engeland voor. In 2023 dumpten waterbedrijven gezamenlijk dubbel zo vaak ongezuiverd rioolwater in rivieren en in zee als het jaar ervoor. Door antieke rioleringen komen regenwater en rioolwater in hetzelfde systeem terecht. Als het hard regent, voeren overloopbuizen overtollig – vervuild – water direct af. En dat gebeurt steeds vaker.

Veel Britten zien de vervuiling als illustratie van hun verwaarloosde samenleving. De watervoorzieningen zijn eind jaren tachtig geprivatiseerd en inmiddels zijn de waterbedrijven overwegend in handen van buitenlandse investeerders. Zoals Caroline Carr zegt: „Die bestuursvoorzitters geven meer om hun bonussen en de uitkeringen aan aandeelhouders dan om kinderen die in zee willen spetteren.” De Conservatieven hebben weinig aan de vervuiling gedaan.

„Weet je nog hoe we hier vroeger over de promenade dansten?” Nu kijken de gepensioneerde Dean en Christine Higgins samen met hun hondje Chichi (ja, een chihuahua) uit over zee. Ze zijn vanuit Sheffield een paar dagen naar de kust gekomen. Sheffield is hartje Labour-land, zegt Dean, al stemde hij in 2019 ook op de Conservatieven. Dit keer wordt het waarschijnlijk weer Labour.

Christine Higgins vertelt dat ze één van de Waspi-vrouwen is. De afkorting staat voor Women Against State Pension Inequality: een campagne die compensatie eist voor vrouwen, geboren in de jaren vijftig, die verkeerd zijn voorgelicht over hun pensioenleeftijd. Bij het introduceren van de pensioenleeftijd in 1948 waren de regels voor mannen en vrouwen niet gelijk: mannen moesten tot hun 65e doorwerken, vrouwen konden stoppen als ze 60 werden.

In 2010 wilde het Conservatieve kabinet die leeftijden versneld gelijktrekken en meteen voor mannen én vrouwen verhogen naar 66 jaar. Maar vrouwen werden soms pas jaren later van die verandering op de hoogte gesteld. Higgins: „Ik keek er enorm naar uit dat ik op mijn zestigste kon stoppen. Tot een vriendin zei, nee hoor, je moet door tot je 66 bent. Doe niet zo stom, zei ik. Maar ze had gelijk.” Ze hield toch een paar jaar eerder op en teerde in op haar spaargeld.

De ombudsman bepaalde dat de overheid in gebreke is gebleven. Maar de Conservatieve regeringen weigerden een compensatieregeling voor hen op te zetten. Christine Higgins verwacht niet dat ze ooit iets krijgt. „De overheid maakt zich niet druk om burgers. Ze moeten daar wel denken, ach, ze worden ouder en zijn er binnenkort niet meer. Dan hoeven we niet te betalen.”

Reclame voor de Oasis Health Club in Grimsby.
Foto Justin Griffiths-Williams

De haven

De meeste loodsen in de haven van Grimsby zijn gesloten, verlaten en vervallen. Vergane glorie is een understatement voor hun neergelaten rolluiken, afbladderende verf en met groen overwoekerde brokkelmuren.

De visveiling van Martyn Boyers is nog in bedrijf, maar de vis wordt over land en in vrachtwagens geleverd. Boyers heeft zijn onderneming de afgelopen jaren verbreed. Ongeveer 40 procent bestaat nog uit vis en 60 procent heeft met hernieuwbare energie te maken. „Die twee vullen elkaar mooi aan.” Ze houden veiligheidstrainingen voor offshore personeel en bieden vervoer aan naar de windmolenparken voor de kust.

Het verval van de visindustrie begon hier al tientallen jaren geleden, ver voor de Brexit. De visstanden daalden gestaag door overbevissing, en landen als IJsland en Noorwegen begonnen hun eigen wateren op te eisen, waar de Britten juist graag visten.

In de verkiezingscampagne spelen de visserij en de Brexit maar een bijrol. Het vertrek uit de EU heeft de Britse economie verder vertraagd en was een vervelende extra factor in een toch al moeilijke tijd: stijgende voedsel- en energieprijzen door de oorlog in Oekraïne, achterblijvende lonen en krapte op de huizenmarkt. Een meerderheid van de Britten denkt nu dat de Brexit een verkeerd besluit was. Weinig reden voor premier Sunak om erover te beginnen en dat geldt evengoed voor Labourleider Starmer.

Het enige wat Starmer zegt over de EU is dat de handel soepeler kan. Dagblad The Times citeerde Brusselse bronnen, die best met hem willen onderhandelen, maar in ruil weer betere toegang tot de Britse wateren zouden eisen. Wil je de visserijsector definitief de nek omdraaien, geef dan vooral onze wateren weer weg, waarschuwden de vissers Starmer al. Zoals een vertegenwoordiger van de visindustrie zei: „Say a big fat no.

Martyn Boyers verwacht dat de EU helemaal niet op nieuwe onderhandelingen zit te wachten. „In Brussel denken ze heel anders over ons sinds we zijn vertrokken. Ze vonden de Brexit niks en dat is nog steeds zo.”

Een pro-Palestinademonstratie in Grimsby, op de dag dat de partijleiders het stadje bezoeken.
Foto Justin Griffiths-Williams