‘Een poppenkast is het, de politiek.’
„Het is een spelletje…”
„Het boeit ons niet meer.”
Ashraf (36), Samir (31) en Yassine (24) zitten in de late middagzon voor café Dalia in Rotterdam-West. Ze laten zich bereidwillig een van de laatste berichten van PVV-leider Geert Wilders op X voorlezen. Ze volgen het allang niet meer. Je kan wel aan de gang blijven.
Wilders schreef woensdag: ‘Islam is een religie. En religiekritiek is geoorloofd. En na twintig jaar beveiliging, safe houses, vijf fatwa’s, duizenden doodsbedreigingen en het bezoeken van vele islamitische landen, kan ik zeggen dat de #islam een walgelijke, verwerpelijke, gewelddadige en haatdragende religie is.’
Samir: „Wij horen dit al jaren, joh. Het doet ons niks meer. Vroeger werden we boos. Nu zijn we ouder en wijzer. Wilders zegt die dingen voor zijn achterban.”
Ashraf: „En trouwens, áls we boos zouden worden, wat dan? Als wij gaan demonstreren of rellen komt dat in de media. Dan zeggen mensen: Zie je wel, die moslims veroorzaken inderdaad problemen. Dat wakkert de ellende alleen maar aan.”
Hanane Aamran (23) had het bericht van Wilders wel gelezen. Ook haar eerste reactie was: What’s new? „We zijn niet anders gewend.” Ze zit met een vriendin op een terras naast het Rotterdamse ziekenhuis Erasmus MC. Beiden studeren geneeskunde, ze werken als bijbaan in het ziekenhuis. Weinig mensen in hun omgeving hebben het nog over uitspraken van Wilders of andere PVV’ers. Mensen halen hun schouders op.
Dat was na de verkiezingen van vorig jaar november toen de PVV de grootste partij van Nederland werd met 37 zetels wel anders. Iedereen was in shock, zegt Hanane. Het ging voortdurend over die verkiezingsoverwinning en er werd bezorgd gevraagd of ze zich als moslima nog wel welkom voelde met zoveel PVV-stemmers. Ja hoor. „Misschien leef ik in een bubbel, maar ik kén ze niet.”
Toch kroop het onder haar huid. Want veel mensen moesten op die radicaal-rechtse partij gestemd hebben. Wie waren dat? „Je bent aan het werk en denkt bij patiënten: jij? Of jij? Of jij?” Ze vindt de vele extreemrechtse stemmers zorgwekkender dan de PVV-leider zelf. Dat politici met hem samenwerken in plaats van keihard ingaan tegen racistische opmerkingen, vindt ze ook verontrustend. „Daardoor worden vergaande uitspraken genormaliseerd.”
Ze moet wel zeggen, ze had haar vertrouwen in de politiek toch al verloren. In november stemde ze blanco. Geen enkele partij die haar aansprak. „Stemmen vind ik een plicht. Maar ik wilde wel laten zien: ik ben het niet eens met zoals het gaat.”
Anders behandeld
Vraag je op straat aan islamitische Nederlanders wat ze vinden van Wilders’ uitlatingen, dan hebben de meesten geen zin om daarover te praten. Souhad Yalte (47), die met haar dochters Daniya (15) en Sofiyya (20) aan het winkelen is in het centrum van Rotterdam begrijpt dat volkomen. „Wat moet ik erover zeggen”, zucht ze. „Het gaat niet alleen om Wilders, het is ook Faber met haar ideeën over omvolking, Bosma’s bizarre uitspraken over slavernij. En eigenlijk gaat het om veel meer.” Nederland is een divers land, maar we kunnen er niet mee omgaan, zegt ze. „Allerlei groepen worden anders behandeld.” Haar man komt uit Suriname. „Daar is iedereen Surinamer. Of ze nu Creools, Javaan, Hindoestaan of anders zijn, maakt niet uit. En hier in Nederland? Ze vragen nog steeds aan mij waar ik vandaan kom.”
Angst voor de islam, voor moslims, voor mensen die er anders uitzien dan zijzelf, krijgen mensen omdat ze dat steeds horen, zegt Maud Mahyou (48). „Dan wordt dát je referentiekader.” Kijk naar de vele PVV-stemmers in dorpen buiten de Randstad waar weinig mensen met een migratieachtergrond wonen. „Die hebben geen contact met moslims. Maar horen wel die retoriek. Die denken: dan zal het wel heel erg zijn.”
Ze wijst op ophef rond een verkeerscampagne van de gemeente Rijswijk. Die gemeente plaatste borden met overstekende mensen met de tekst: ‘Rij rustig, ik steek hier over’. Onder de foto van een vrouw met hoofddoek werd online zoveel racistische drek en zelfs doodsverwensingen geplaatst, dat de gemeente zei aangifte te gaan doen. Maud: „Mensen horen politici als Wilders de naarste dingen over de islam zeggen en denken dat het normaal is.”
Het punt dat ze zich druk maakt over uitspraken van Wilders is ze allang voorbij. Jammer dat hij geen premier is geworden, zegt ze. „Hij roept al jaren van alles. Ik zeg: laat maar zien dan. Nu hij aan de zijlijn staat, kan hij blijven roepen wat hij wil. Als premier had hij dat niet kunnen doen.”
Ze is directeur van stichting Salaam die voedselpakketten verzorgt voor Rotterdammers die moeilijk kunnen rondkomen, met en zonder islamitische achtergrond. „De pakketten zijn halal, maar 40 procent van de klanten is niet islamitisch. Óns maakt dat niet uit.” Ze lacht.
En hoe kijken haar ouders naar Wilders en zijn uitspraken? Maud Mahyou: „Die trekken zes maanden per jaar met een camper door Marokko. Die krijgen het niet mee. En als ze het van hun kinderen horen, halen ze hun schouders erover op. Dat geldt voor veel ouderen, zegt ze. Het zijn volgens haar vooral de jonge mensen, hier geboren en opgeleid, die zich bedrukt voelen. „Soms voelen ze zich hier echt niet meer thuis.”
De mannen voor café Dalia kennen verschillende jonge mensen die uit Nederland weg willen. Niet alleen om Wilders met zijn PVV, zeggen ze. Er is veel meer mis. „Gaza. Wat doet Nederland om Israël te stoppen? Ik krijg een error in mijn hoofd als ik aan Gaza denk.”
„Over vijftig jaar gaat de politiek daar sorry voor zeggen. Sorry en klaar.”
„De belasting is veel te hoog in Nederland. Je werkt de hele week en moet dan de helft wegbrengen.”
„Een huis is niet te betalen. Ik ben 24, heb een baan en woon nog steeds thuis.”
„Eigenlijk worden we hier allemaal nogal uitgemolken.”