Wat is er aan de hand met de Nederlandse bermen? In de groenstroken langs veel wegen staan opvallend wilde bloemenzeeën. Klaprozen knalden je al een paar weken tegemoet, nu zijn daar allerlei andere bloemen bij gekomen: van manshoog vingerhoedskruid tot felblauwe korenbloemen. Het lijkt veel fleuriger te zijn langs de weg dan andere jaren. Is dat zo? En hoe kan dat?
Ja, Nederlandse bermen zien er behoorlijk anders uit dan een paar jaar geleden, toen kortgemaaid nog de standaard was, zegt ecoloog Philippine Vergeer. Zij doet onderzoek naar ‘toekomstbestendige bermen’ aan Wageningen University & Research. „Maar nee, de oorzaak is niet eenduidig.”
De zaadjes van klaprozen kunnen vele jaren in de bodem liggen ‘wachten’ op ideale omstandigheden
Volgens haar komt de bloemrijkheid in veel gemeentebermen door een ander maaibeleid, waarbij er bijvoorbeeld tijdens de maand mei en soms ook de gehele maand juni niet meer wordt gemaaid om insecten een handje te helpen. Soms gebeurt dat in combinatie van het actief inzaaien met inheemse bloemenmengsels.
„Langs snelwegen komt het ook door oprukkende soorten, die het mede door klimaatverandering beter doen.” Bijvoorbeeld de gevlekte scheerling: een vrij grote, opvallende plant met witte, schermvormige bloemen. Deze giftige soort verspreidt zich de laatste jaren door Nederland, merkwaardig genoeg vrijwel alleen via snelwegbermen. Dat komt mogelijk doordat het in bermen warmer is vanwege al het asfalt ernaast.
Extreem nat weer
Daarnaast wijst Vergeer op het extreem natte weer dat Nederland dit voorjaar heeft gehad, waardoor veel planten simpelweg groter worden en meer bloemen hebben dan andere jaren. Ook kunnen bijvoorbeeld de zaadjes van klaprozen vele jaren in de bodem liggen te ‘wachten’ op ideale omstandigheden. Die zijn er nu, anders dan in de voorgaande, extreem droge, jaren.
Ondanks deze combinatie van factoren is de verandering in elk geval deels te danken aan een vrij radicale en opvallend snelle verandering van maaibeleid op veel plekken in Nederland. Diverse gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat voerden de afgelopen drie jaar zogeheten ‘ecologisch bermbeheer’ in, waarbij het maaibeleid meer is gericht op insecten. Als er wel wordt gemaaid, laten de maaiers anders dan vroeger een groot deel van de bloeiende planten staan.
Er is nog wel het een en ander aan te merken op dat ecologische bermbeheer, zegt ecoloog Kars Veling van De Vlinderstichting. Zo moeten bermbeheerders niet denken dat het een simpele bezuiniging is, omdat het vooral draait om ánders maaien in plaats van helemaal niet meer maaien. „Als je helemaal niet meer maait, nemen grotere planten en bomen het juist over van de bloemen. Maar de bermen zien er absoluut anders uit dan een aantal jaar terug, echt een vooruitgang.”
Binnenkort verschijnt er van de Vlinderstichting een onderzoek dat uitsluitsel moet geven over het exacte effect van fleurige bermen op vlinders en andere bestuivende insecten, maar hij kan alvast zeggen: „Er is een zichtbare stijging in dit soort bermen ten.” Bermen zijn vrij gevaarlijke habitats voor insecten omdat ze vaak worden doodgereden door auto’s, maar ze planten zich er zoveel voort dat het voor de soorten positief uitpakt. Ook kunnen hagedissen, kikkers en muizen er gedijen.
Lees ook
Kweek je eigen boeket in een snijbloementuintje
Grote hakselaar
In 2019 kwam De Vlinderstichting met een keurmerk voor insectvriendelijk maaibeheer, waarbij bijvoorbeeld helemaal afscheid wordt genomen van het zogeheten ‘klepelen’: hierbij worden alle planten in een berm door een grote hakselaar gehaald, en de restanten in de berm achtergelaten. Dat is wel lekker snel, maar niet goed voor de bloemrijkheid. Inmiddels hebben tientallen grote bermbeheerders het keurmerk omarmd.
Tegelijkertijd is er niet één oplossing voor alle Nederlandse bermen. Wat goed is op veengrond hoeft dat niet te zijn op zandgrond. En wat werkt voor beestjes hoeft niet per se positief te zijn voor alle plantjes.
Als het minder maaien door voorbijgangers wordt opgevat als simpele bezuiniging, blijkt ook dat het verzet van omwonenden groeit; behalve mensen die het mooi vinden zijn er ook altijd mensen die het slordiger vinden staan. „Omwonenden en weggebruikers moeten goed bij dit soort besluiten worden betrokken,” zegt Kars Veling van de Vlinderstichting.
Biodiversiteit is ook niet het enige waar bermbeheerders op moeten letten, zegt Philippine Vergeer: „Langs snelwegen zie je toch dat veiligheid op nummer één staat”, zegt ze. Borden moeten zichtbaar zijn, en de vangrail moet niet overwoekerd raken. Daardoor zal er in augustus langs veel snelwegen toch weer flink worden gemaaid.
‘Nagelschaartje’
Hopelijk gebeurt dat wat subtieler dan voorheen, zegt Kars Veling: „Het liefst zou je natuurlijk met een nagelschaartje, heel precies, alleen de planten weghalen die weg kúnnen.” Maar dat is gezien de hoge kosten voor het maaien niet realistisch, erkent hij.
Het gunstige effect van de wildere bermen kan al snel flink optellen: er ligt ongeveer 18.000 kilometer berm langs Nederlandse wegen. En door het succes in bermen, gaan de laatste tijd ook meer stemmen op om ook op Nederlandse dijken minder en anders te maaien, en inheemse bloemen te zaaien.
Begin juni deden onderzoekers van de Radboud Universiteit een oproep om van de bloemrijke dijk de standaard te maken, in plaats van de strak gemaaide variant die nu nog de standaard is. Dat zou de komende jaren nog eens 17.000 kilometer aan extra bloemenweides in Nederland kunnen creëren.
Lees ook
Hoe kies je duurzame bloemen? En andere tips voor een perfect valentijnsboeket