Voor een akkoord over de verdeling van de EU-topbanen bleek het vorige week te vroeg. Een diner in Brussel tussen de regeringsleiders op 17 juni – een week na het tellen van de stemmen voor het Europees Parlement – eindigde in mineur. Italiaans premier Giorgia Meloni was „heel boos”. Komende donderdag en vrijdag vergaderen de leiders erover door.
Het is niet verwonderlijk dat een besluit over Europa’s rolbezetting voor de komende vijf jaar niet in één keer lukt. In de Haagse formatie vergt het ook talloze overleggen om een ministersploeg samen te stellen. Ook is de kans reëel dat het deze week in Brussel eindigt met de drie namen die al enige tijd de ronde doen: Ursula von der Leyen voorgedragen als Commissievoorzitter (voor een verkiezing in het Parlement), Portugals oud-premier António Costa als voorzitter van de Europese Raad en premier van Estland Kaja Kallas als EU-buitenlandminister.
Fascinerend is vooral hoe zulke benoemingsprocessen soms iets zichtbaar maken wat normaal onzichtbaar blijft. De mediadruk is groot. Het schijnwerperlicht dient het politieke verlangen naar erkenning maar verstoort ook de benodigde vertrouwelijkheid: deur dicht, deur open? De tijdsdruk vergroot nog de kans op ongelukken in het zicht van de camera’s. Denk aan het in de haast vergeten ‘functie elders’-briefje dat de Haagse kabinetsformatie van 2021 ontwrichtte.
Op eigen wijze legde ook het mislukken van de Brusselse dinertop van vorige week nieuwe verhoudingen bloot. Partijpolitiek kruipt de Europese politiek binnen, op steeds meer plekken en met onverwachte gevolgen.
Ook hier gaf één foto een inkijkje. We zien zes regeringsleiders op stoelen en sofa’s rond een salontafel. Zes mannen: de Franse president, de Duitse bondskanselier en de premiers van Spanje, Polen, Nederland en Griekenland. Vanuit nationale verhoudingen bezien een merkwaardig gezelschap.
De sleutel ligt hier: deze zes waren niet als regeringsleiders bijeen maar als partijleiders, als de zwaargewichten van hun Europese partijfamilies. Ze opereerden in drie duo’s: premiers Donald Tusk en Kyriakos Mitsotakis voor de conservatieve EVP (die EU-wijd als grootste uit de stembus kwam), Olaf Scholz en Pedro Sanchéz voor de sociaal-democraten en Emmanuel Macron en Mark Rutte voor de liberalen.
Deze drie partijen behielden bij de verkiezingen van 6-9 juni hun meerderheid in het Parlement, zijn ruim vertegenwoordigd in de Europese Raad en wilden de buit van de topbanen graag onderling verdelen.
Een zichtbare Franse en een EU-vlag verraden dat Macron de gastheer is, maar ook dat de foto waarschijnlijk bewust naar buiten is gebracht. ‘Kijk ons, wij gaan erover’. Elders in het gebouw moesten 21 collega’s duimendraaien.
Deze inzet verklaart waarom de zes Meloni buiten hielden: op partijpolitieke grond. In EU-verband is de voorvrouw van de Broeders van Italië de leidster van de conservatieve en radicaal-rechtse ECR, waarin ook de Poolse nationalisten en Finse en Zweedse rechts-radicalen zetelen. Deze partij wordt buiten de coalitie van de andere drie gehouden. Niet aardig, maar in lijn met de democratische wet van de meerderheid.
Het diplomatieke affront voor Meloni werd groter omdat met haar partij in één moeite ook Italië, de op twee-na-grootste EU-lidstaat, buitenspel stond. Vernederend. De foto sloeg als boemerang terug op de zes mannen die hun macht etaleerden – te meer daar zij een vrouw buitensloten. Op de komende EU-top zal Meloni genoegdoening eisen, bijvoorbeeld met een stevige post voor Italië in Von der Leyens komende Commissie.
Hoewel oude en nieuwe evenwichten van geografie, grootte en gender bij zulke benoemingspuzzels blijven meespelen, domineert de partijpolitiek steeds duidelijker de EU-verhoudingen. De gevolgen zijn onvoldoende doordacht.
Maar juist omdat de Commissie afgelopen jaren steeds politieker werd – en dus minder neutraal en regelgebonden – ligt besloten in haar verdragsmatige band met het Parlement en het verlangen de Europese verkiezingsuitslag weerspiegeld te zien in de keuze voor de Commissievoorzitter en zijn of haar ploeg. Die trend zet door, ook op ambtelijk niveau.
Onvoorzien is echter hoe nu ook andere hoofdrollen in deze partijdynamiek worden meegezogen. Ook de voorzitter van de Europese Raad krijgt ditmaal een sterk partijstempel. Juist omdat de Commissie politieker wordt, is des te belangrijk dat tenminste de toppenvoorzitter kan optreden als partijoverstijgende honest broker.
De Europese partijfamilies, veelal onzichtbaar voor het publiek, zijn voor de leiders reële machtsblokken van persoonlijke relaties. Dat Rutte donderdag op zijn laatste EU-top een woordje meespreekt, doet hij minder als premier van Nederland dan als uittredend liberaal zwaargewicht.
Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.