Kamer neemt motie aan om club van misdaadbestrijders ‘versneld af te bouwen’

De Tweede Kamer wil dat een twee jaar geleden opgericht samenwerkingsverband van mensen van politie, Openbaar Ministerie, douane, belastingdienst, Koninklijke Marechaussee en het ministerie van Defensie die gezamenlijk strijden tegen de georganiseerde criminaliteit, wordt opgeheven.

Een meerderheid in het parlement stemde dinsdagmiddag voor een motie van de VVD, PvdA-GroenLinks en BBB waarin wordt vastgesteld dat de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC) „versneld moet worden afgebouwd”. De reden voor de motie is dat deze organisatie, waar honderd misdaadbestrijders werken, „onvoldoende heeft aangetoond meerwaarde te hebben” in de aanpak van de zware criminaliteit. De Kamer verzoekt het kabinet om de financiële middelen die al voor het volgende jaar waren gereserveerd „te verdelen onder de deelnemende organisaties”.

Demissionair minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid, VVD) ontraadde de motie. In maart van dit jaar schreef ze de Kamer nog „dat de eerste resultaten [van het NSOC] zichtbaar waren”. Het samenwerkingsverband heeft volgens de minister „het beoogde potentieel in de integrale bestrijding van de georganiseerde criminaliteit”. Ze wilde dat het NSOC ten minste nog twee jaar kon doorwerken.


Lees ook

Harde kritiek binnen politie op nieuw team tegen zware misdaad

Het MIT wil vooral „het verdienmodel” van misdadigers in kaart brengen en richt zich „veel minder op personen en goederen”.

Ongenoegen

Haar partijgenoot en Tweede Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen heeft geen vertrouwen in het NSOC. „Het werk van deze club heeft niets opgeleverd en de gelden die ermee zijn gemoeid, jaarlijks zo’n 35 miljoen euro, kunnen beter worden besteed bij de misdaadbestrijding. Bovendien werken alle betrokken organisaties nu ook al samen.” De beoogde nieuwe minister van Justitie David van Weel (VVD) moet volgens haar het NSOC opheffen.

Het samenwerkingsverband was de voortzetting van het zogeheten Multidisciplinair Interventie Team (MIT), dat door de vorige minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus (CDA) in 2019 werd opgericht om de zware misdaad „een flinke slag” toe te brengen. Het instellen van het MIT was een reactie op de moord op advocaat Derk Wiersum op 18 september 2019.

De nieuwe superopsporingseenheid zou zich richten op „het duurzaam verstoren van ondermijnende criminele bedrijfsprocessen in binnen- en buitenland”. Dat diende het te bewerkstelligen „door het structureel opsporen en ontmantelen van criminele netwerken, het aanpakken van sleutelfiguren, het in beslag nemen van crimineel vermogen en het opwerpen van barrières voor crimineel handelen en voor het verkrijgen van crimineel geld”.

Drie jaar na de aankondiging was het MIT nog steeds niet operationeel. De oprichting wekte met name bij de Nationale Politie veel ongenoegen. De landelijke recherche verweet het MIT „roofbouw” te plegen op de politie, omdat de organisatie ervaren agenten wegkocht door hogere salarissen te bieden.

‘Doodzonde’

Yesilgöz besloot in 2022 tot een „koerswijziging”: de opsporingseenheid MIT werd vervangen door samenwerkingsverband NSOC. De nieuwe club richtte zich vooral op „het ontvlechten van de financiële verwevenheid van onder- en bovenwereld. Dat spitst zich toe op de aanpak van criminele geldstromen via handelsstromen, het doorlichten van logistieke en financiële dienstverleners, en (niet-ambtelijke) corruptie”.

Directeur Joost van Slobbe van het NSOC zei deze dinsdag het „doodzonde„ te vinden dat zijn organisatie dreigt te verdwijnen. „Het opbouwen van samenwerking duurt jaren en die tijd zou ons gegund moeten worden.” Volgens hem zijn de zes deelnemende organisaties enthousiast over het NSOC. „Dit is wat ze willen.”


Lees ook

Mislukt misdaadbestrijdingsteam MIT heeft overheid bijna 160 miljoen gekost

Het Justitieel Complex Schiphol waar  verdachten van de moord op Derk Wiersum naartoe worden gereden. Na de dood van de Amsterdamse advocaat werd het MIT in 2019 opgericht.