Hoe Vitesse slachtoffer werd van mannen die een plek in de voetbalhemel beloofden

Dat Vitesse uit het Nederlandse profvoetbal zou verdwijnen, leek lang iets onmogelijks. Natuurlijk, in het verleden gingen er ook profclubs ten onder. En ja, de problemen van de club uit Arnhem bleven zich de afgelopen jaren opstapelen. Maar een club van de statuur van Vitesse, met een enorme hoeveelheid trouwe fans en een grote regionale uitstraling? Een club uit 1892, en daarmee de op één na oudste profclub van Nederland? Die kon toch niet écht ten onder gaan.

Er zou vast op tijd een rijke investeerder opstaan. Of een groepje lokale zakenlieden, die Vitesse samen zouden financieren tot de club weer op eigen benen kon staan. Desnoods zou de steenrijke vastgoedondernemer Michael van de Kuit, eigenaar van het stadion Gelredome, zijn portemonnee trekken. Want wat had hij nou aan stadion zonder voetbalclub?

Maar maandagavond besloot de licentiecommissie van de KNVB om de proflicentie van Vitesse in te trekken. De problemen waren te groot en er was niet voldoende tijd meer om die nog op te lossen. Geen deugdelijke begroting, geen bankrekening, geen accountant. Wel een schuldenberg van zo’n 19 miljoen euro.

Vitesse gaat in beroep bij de beroepscommissie van de KNVB, kondigde interim-directeur Edwin Reijntjes dinsdagochtend aan. De club heeft in ondernemer Guus Franke, eigenaar van investeringsmaatschappij Axiom, iemand gevonden die Vitesse wil overnemen, stelt Reijntjes op de clubwebsite.

Maar ook al komt hij tot een akkoord met de schuldeisers en is hij bereid het begrotingstekort te dekken, dan nog is het sterk de vraag of zijn reddingsactie op tijd komt. De competitie begint half augustus, vóór die tijd moet Franke als nieuwe eigenaar door de KNVB zijn goedgekeurd, alle benodigde financiële informatie zijn verstrekt én moet Vitesse beschikken over een bankrekening en accountant.

Grenzeloze ambitie

Het is een ritje aan ellende dat Vitesse en de supporters al eerder hebben meegemaakt, maar tot nu toe wist de club elke keer op het laatste moment te overleven.

Telkens ontstonden de problemen door mannen met grenzeloze ambitie die de supporters een plekje in de voetbalhemel beloofden – een al te bekend fenomeen in de voetbalwereld.

De eerste die dat bij Vitesse doet is juwelier en zakenman Karel Aalbers, die in 1984 voorzitter wordt. Aalbers is bedenker van het huidige stadion Gelredome, dat in 1998 de poorten opent. Een imponerend modern, multifunctioneel gebouw met een verschuifbaar dak en een uitschuifbaar veld, op dat moment uniek in z’n soort. Vitesse kan op zaterdag of zondag lekker voetballen en de volgende dag rolt het veld zo, hopsakee, in een keer het stadion uit. Zo blijft er ruimte voor bijvoorbeeld popconcerten en EO-jongerendagen zonder dat de grasmat eronder lijdt.

Dat jaar eindigt de club als derde in de competitie, reden voor Aalbers zijn zinnen te zetten op de Champions League. Hij past er de begroting op aan. De miljoenen vliegen in het rond, onder meer geleend van hoofdsponsor NUON. Maar als plaatsing voor de Champions League mislukt, vallen de inkomsten tegen en moet Aalbers in 2000 uiteindelijk onder druk van de energiemaatschappij opstappen.

Vitesse blijft met een financiële puinhoop achter. Met behulp van de provincie, de gemeente en een paar zakenlieden blijft de club overeind. Maar sportief doet Vitesse een flinke stap terug, terwijl de club gebukt blijft gaan onder hoge schulden.

In 2010 verschijnt er weer een zakenman met ambitie aan de horizon. De lokale ondernemer Maasbert Schouten, een jaar eerder eigenaar geworden van Vitesse, komt met de Georgische zakenman Merab Jordania op de proppen. Die belooft de club binnen drie jaar kampioen te maken. Vitesse wordt door deze overname de eerste Nederlandse club die in buitenlandse handen komt.

Matroesjkapop

Zijn entree in Arnhem vormt het begin van een avontuurlijke periode die lijkt op een Russische matroesjka. Steeds komt er weer een nieuwe eigenaar tevoorschijn, maar uiteindelijk blijken ze allemaal onderdeel van dezelfde pop: de omstreden Russische oligarch Roman Abramovitsj.

Want Jordania besluit na drie jaar – geen kampioenschap gezien – om de club alweer te verkopen aan een zakenpartner, de Rus Aleksander Tsjigirinksi. En die schuift de club vijf jaar later weer door naar zijn landgenoot Valeryi Oyf.

Ze lopen allemaal aan de financiële leiband van Chelsea-eigenaar Abramovitsj, hoewel dat lang verborgen blijft. Zo sluit Jordania een geheim consultancycontract met Abramovistj, onthulde NRC vorig jaar, vlak voordat hij Vitesse koopt. In ruil voor 100.000 euro per jaar belooft Jordania zijn financier om „nieuwe voetbaltalenten” te ontdekken en „diverse contacten” beschikbaar stellen. De overeenkomst eindigt als Jordania in 2013 bij Vitesse vertrekt.

Later blijkt uit onderzoek van onder meer The Guardian, in samenwerking met NRC, Trouw en Het Financieele Dagblad, hoe Abramovitsj Vitesse in die jaren daarna op de achtergrond blijft financieren. Iets wat Oyf altijd glashard ontkent – een ontkenning waar Vitesse zich zonder aarzeling achter schaart.

Tussendoor wordt er ook gevoetbald in Arnhem, met heel af en toe wat hoogtepunten. De club staat vijf keer in de bekerfinale en weet de wedstrijd in 2017 ook een keer te winnen. AZ wordt met 2-0 verslagen – beide doelpunten afkomstig van kind van de club Ricky van Wolfswinkel – wat de enige prijs in de clubhistorie oplevert. In het seizoen 2021/2022 voetbalt Vitesse zich zowaar tot in de achtste finale van de Conference League, waarin het nipt ten onder gaat tegen AS Roma.

De bestuurlijke en financiële ellende is dan al groot. Om de sportieve ambities te financieren doet Vitesse wat het onder Aalbers ook al deed: het leeft structureel op te grote voet. Dat kan alleen zolang de Russische eigenaren de tekorten dekken, waardoor Vitesse steeds dieper bij hen in het krijt komt te staan. In 2022 is de schuld aan Oyf opgelopen tot 150 miljoen euro. Die maand besluit Oyf vanwege de inval in van Rusland in Oekraïne om de club in de verkoop te zetten.

Degradatie

Dan wordt in een klap duidelijk hoezeer de schimmige financieringen uit het verleden een probleem vormen. Huisbankier ING wil meer weten over het Russische geld dat klaarblijkelijk ruimschoots door de club is gestroomd en zegt de rekening op. De huisaccountant weigert de jaarstukken goed te keuren.

Daarnaast krijgt Vitesse van de licentiecommissie van de KNVB achttien punten in mindering, vanwege allerlei overtredingen. In een klap is Vitesse daarmee in april dit jaar al gedegradeerd en moet het op zoek naar een nieuwe eigenaar die opnieuw moet beginnen in de eerste divisie.

Weer met een buitenlandse investeerder in zee gaan, wordt moeilijk. De KNVB heeft in 2018, daags na de overname door de Rus Oyf, de regels aangepast, waardoor clubs gedetailleerd moeten aantonen wie hun eigenaar is, of wordt, wat zijn financiële belangen zijn en waar zijn geld vandaan komt. En dus komt de man die aanvankelijk als redder wordt binnengehaald, de Amerikaanse zakenman Coley Parry, niet door de keuring. Hij kan niet aantonen waar zijn geld vandaan kwam.

Maar deze Parry heeft inmiddels wel miljoenen in Vitesse gestoken om de club overeind te houden. Die zou hij, eenmaal eigenaar, omzetten in eigen vermogen, is het idee. Als dat plan halverwege afgelopen seizoen definitief mislukt wil hij zijn geld terug. Met behulp van torenhoge rentes – dik 10 procent – en boetes is de schuld van Vitesse aan Parry inmiddels opgelopen tot 14,3 miljoen euro. Onderhandelingen over sanering van die schuld slepen zich voort, waardoor een redding van de club uit Arnhem de voorbije maanden steeds verder uit zicht is geraakt.

Zo is Vitesse in een gordiaanse knoop beland die, zo bleek maandagavond, niet door te hakken viel. Interim-directeur Reijntjes blijft er niettemin op vertrouwen dat de club in blessuretijd alsnog een uitweg vindt aan de hand van Guus Franke, volgens Vitesse „een fantastische Gelderse ondernemer met sympathie voor de club, die het verleden voor ons wil oplossen.” Reijntjes: „Wij geven niet op in het belang van de club, het is zeker nog geen gelopen koers.”