Vier maanden na de invoering van de Digital Markets Act, de strenge Europese wet voor grote techbedrijven, neemt de EU de eerste overtreder op de korrel: Apple.
Deze Amerikaanse onderneming werpt nog te veel hindernissen op wanneer iPhone-gebruikers apps proberen te downloaden buiten Apple’s eigen App Store om, stelde de EU maandag. Vooruitlopend op de DMA kondigde Apple in januari aan concurrentie toe te gaan staan op de iPhone, maar volgens de EU hebben consumenten nog weinig keuze.
Margrethe Vestager, Eurocommissaris van mededinging, kondigde maandag aan dat ze ook nog een nieuw onderzoek start. Dat richt zich op de ingewikkelde contractvoorwaarden die Apple oplegt aan softwareontwikkelaars die buiten de App Store willen verkopen.
Als blijkt dat Apple inderdaad de DMA-regels overtreedt, kan de boete hoog uitvallen: tot 10 procent van de wereldwijde jaaromzet (die bedraagt in het geval van Apple 383 miljard dollar). Of zelfs 20 procent, als Apple herhaaldelijk zijn marktmacht blijft misbruiken, in de ogen van Brussel.
Strategisch moment
Apple’s reactie kwam op een strategisch moment – al voor het weekeinde, in de vorm van een persverklaring. Het bedrijf dreigt Europese iPhone-gebruikers voorlopig buiten te sluiten van nieuwe functies op hun telefoons. De aanleiding die het bedrijf daarvoor aanvoert: „Onzekere omstandigheden door de Digital Markets Act.” Apple blijft vaag over welke specifieke onderdelen van de Europese techwet een beperking zouden zijn voor de nieuwe trucjes in besturingssysteem iOS.
Maar de onderliggende boodschap is wel helder: als Europa strenge regels invoert om Apple’s marktmacht op de iPhone te kunnen beteugelen, dan gebruikt Apple diezelfde marktmacht om de EU te beteugelen. Europese iPhone-klanten krijgen dan niet langer het nieuwste van het nieuwste.
Eerder deze maand kondigde Apple verbeteringen aan in iOS, het besturingssysteem van de iPhone. De meest in het oog springende vernieuwing is de invoering van kunstmatige intelligentie (AI), die onder meer de wat achterhaalde digitale assistent Siri beter zou moeten maken.
Amerikanen kunnen dan communiceren met een slimmere Siri, terwijl Europa nog even opgescheept zit met de achtergestelde variant. Apple heeft het over een vertraging van enkele maanden, maar houdt een slag om de arm.
Helemaal onverwacht komt dat uitstel van Europese introductie overigens niet. Voor de upgrade van Siri gebruikt Apple ook AI-componenten van externe leveranciers, zoals OpenAI en later mogelijk Google, Microsoft en Meta.
Ook die Amerikaanse ondernemingen zijn afwachtend met het invoeren van hun nieuwste AI-uitvindingen in Europa, uit angst de strenge EU-regels te overtreden. Ook zonder miljardenboetes hebben de strenge Europese regels dus al effect.