Oranje mist een dirigent die het aanvalsspel naar zich toe trekt

Net zo bijzonder als het bijna fatale moment zelf, is de reactie erna. De kaats van Oranje-spits Memphis Depay op Xavi Simons eindigt meters achter de aanvallende middenvelder, vrijdagavond in de dertiende minuut in het tweede EK-duel tegen Frankrijk. Een gevaarlijke plek, middenin de opbouw. Precies de punten waar bondscoach Ronald Koeman vooraf op aandrong – zorgvuldigheid en geduld in balbezit – gaan nu verkeerd.

Hoewel Depay (30) de fout maakt, verwijt de spits juist de onervaren Xavi Simons (21) iets in het voorbijgaan in de seconden erna. Niemand die Depay corrigeert of aanspreekt op zijn risicovolle balverlies. Ook aanvoerder Virgil van Dijk niet. Die schreeuwt naar buitenspeler Jeremie Frimpong, als Oranje kort na Depays fout ontsnapt aan een doelpunt.

Een half uur later gaat het nog een keer bijna mis. Bij een onzorgvuldige terugspeelbal van Depay op Tijjani Reijnders, onderschept Frankrijk. Weer op een risicovolle positie. Weer zijn er verwijtende armgebaren te zien van Depay, nu richting Reijnders.

De irritatie zegt iets over de pikorde binnen Oranje. Met 45 goals in 94 interlands is Depay al jaren een van de leidende spelers van Oranje. Koeman heeft zijn aanvalsspel voor een belangrijk deel op hem afgestemd. Depay neemt vrijwel alle corners en vrije trappen, wat zijn status benadrukt. Hij kreeg, net als Frenkie de Jong, een uitzonderingspositie van Koeman: na een spierblessure kon hij bij Oranje fitter worden gedurende de EK-voorbereiding, terwijl andere spelers al bij het begin van de EK-campagne speelklaar moesten zijn.

Koeman heeft Depay altijd belangrijk gemaakt. Met reden, de spits was van grote waarde voor hem in zijn eerste periode als bondscoach (2018-2020). In 2021 haalde hij hem naar FC Barcelona, nadat hij hem jaren eerder al naar Everton probeerde te bewegen. Maar van de goede Depay van die jaren – met zijn explosiviteit, fijne techniek en doeltreffendheid – zijn nu alleen nog flarden te zien. Zowel tegen Polen (2-1) als Frankrijk (0-0) viel zijn spel tegen. Het Franse L’Équipe gaf hem vrijdag een drie, het laagst van alle Nederlandse spelers.

Zaterdagmiddag sprak Koeman op het basiskamp in Wolfsburg zeker een kwartier met Depay – wat uitgebreid is voor Koeman, hij is doorgaans niet lang van stof. De coach nam hem apart in een witte tent die in een hoek op het trainingsveld in het kleine AOK-stadion is ingericht als gym. De reserves speelden ondertussen een partijtje, de basisspelers van vrijdagavond deden het rustig aan op de hometrainer.

Depay neemt een vrije trap tegen Frankrijk.
Foto Franck Fife / AFP

„Ik hoop een betere bijdrage te leveren, meer in de wedstrijd te komen”, zei Depay vrijdagavond laat in Leipzig. Hij zei dat hij „weinig ballen” had gekregen tegen Frankrijk en daarom „weinig in het spel voorkwam”. Dat was wel het geval in de oefenduels tegen Canada en IJsland in aanloop naar het EK, zei hij. „Dat hoop ik te verbeteren. Hopelijk kunnen mijn teamgenoten daarbij helpen.”

Zijn mindere spel hing in zijn ogen samen met het gebrek aan ondersteuning vanuit de verdediging en het middenveld, waardoor het lastiger was combinaties aan te gaan. In zijn beleving stond hij op een „eiland”. „Zodra ik de bal kreeg, probeerden ze mij te omsingelen. Dan is het lastig als je geen mensen hebt op wie je een bal kan kaatsen.” Dat de combinaties die hij aanging slecht uitpakte, erkende hij wel.

Haperend aanvalsspel

De aanvallende onmacht tegen Frankrijk onderstreept de beperkingen van dit Nederlands elftal tegen de absolute top. De expected goals, een voor coaches belangrijke maatstaf die het verwachte aantal doelpunten op basis van de kwaliteit van de kansen voorspelt, lag erg laag met 0,47, tegen 1,43 voor Frankrijk. De Fransen creëerden ruim twee keer zoveel aanvallen – 58, tegen 26 voor Nederland.

Met name in de eindfase van de aanval, mist Oranje finesse en spelintelligentie. Een fijne afstemming ontbreekt. Het is te zien na een half uur: als Oranje een kansrijke aanval opzet via Reijnders, staat Depay precies in de baan waar de middenvelder naar toe wil bewegen, terwijl hij juist ruimte zou moeten maken. Reijnders loopt zich vast, zijn schot wordt eenvoudig geblokt.

„Aanvallend hadden we niet het geduld om de juiste keuze te maken”, zei Koeman. De vier offensief ingestelde spelers tegen Frankrijk – Simons, Depay, Frimpong en Cody Gakpo – verliezen samen 33 keer de bal bij in totaal 115 balcontacten, blijkt uit statistieken van Opta. Opvallend: in de 128 interlands die het databureau sinds augustus 2013 analyseert was het voor het eerst dat geen enkele dribbelpoging slaagde bij Oranje.

Wat ontbreekt is een speler die het aanvalsspel naar zich toetrekt, het dirigeert, de vrije ruimtes vindt. Zoals Antoine Griezmann bij de Fransen, of Kevin de Bruyne bij België. Spelverdeler Joey Veerman had die rol als vervanger van Frenkie de Jong in potentie kunnen vervullen, maar overtuigde niet tegen Polen. Tegen Frankrijk begon hij op de bank en viel ook niet goed in, Koeman was ontevreden dat hij kort voor tijd nog een bal verspeelde in de drukte.

Aanvallende middenvelder Xavi Simons in duel met N’Golo Kanté (rechts).
Foto Adrian Dennis / AFP

Het duel tegen Frankrijk vormde zo een realiteitscheck. Qua resultaat goed. Verdedigend vrij stabiel. Maar aanvallend te licht, met het oog op een eventuele confrontaties tegen een van de toplanden in de play-offfase van het EK. Oranje kán op defensieve controle spelen, en heeft meerdere spelers met snelheid voor het snelle spel in de omschakeling zodra er even ruimte is. Maar dat laatste onderdeel haperde vrijdag.

Zoals tien minuten voor tijd, als invaller Georginio Wijnaldum bij een kansrijke uitbraak een zwakke bal geeft op Denzel Dumfries, terwijl hij hem in de diepte had kunnen wegsteken richting het Franse doel.

Beentjes op de grond

„Het is een elftal dat moet groeien”, zegt Koeman. Hij wijst op de kracht van Frankrijk en op het gegeven dat er bij Nederland vijf middenvelders geblesseerd zijn afgevallen. „Er zijn genoeg redenen om heel rustig met twee beentjes op de grond te staan.” Met een zuinig lachje: „Gelukkig is er nog heel wat te verbeteren, als we echt willen meedoen.”

Over een van de situaties waarbij Depay balverlies leed op eigen helft, zegt hij: „dat mag niet”. Nieuw zijn dit soort individuele fouten van Depay niet voor Koeman. Maart vorig jaar was hij ook kritisch toen de spits in het EK-kwalificatieduel tegen Frankrijk een verkeerde terugspeelbal gaf. Negen seconden later strafte Kylian Mbappé het af, bij de vierde goal van Frankrijk op een voor Oranje pijnlijke avond – de start van Koemans tweede termijn als bondscoach. Afgelopen vrijdag had Nederland het geluk dat Mbappé ontbrak.

„Je zult nooit je hele leven verliefd blijven op spelers”, zei voormalig Manchester United-coach Sir Alex Ferguson in de Netflix-documentaire over David Beckham, de speler die hij groot maakte maar met wie hij uiteindelijk brak.

Het dilemma van Koeman in aanloop naar het duel met Oostenrijk, dinsdagavond in Berlijn, is of hij zijn spits het vertrouwen blijft geven. Gezien hun goede band en zijn eerdere prestaties bij Oranje, heeft hij veel krediet bij de bondscoach. Maar met Weghorst, Zirkzee en Malen heeft Koeman alternatieven op de bank – en spelers die steeds meer argumenten hebben basisplaats te bepleiten.