In de jaren negentig kreeg hij als jonge onderzoeker op de Universiteit Gent „extreem veel vrijheid”, zegt Rik Van de Walle, nu rector van die universiteit. „In het kiezen van mijn onderzoeksthema’s, in het bepalen met wie ik wilde samenwerken, ik kon veel reizen.” Dat gunt hij de nieuwe generatie onderzoekers óók, maar toch heeft hij ervoor gekozen om alle samenwerkingen tussen de UGent en Israëlische universiteiten en onderzoeksinstellingen stop te zetten. Tot nu toe is de UGent de enige Vlaamse universiteit die dat gedaan heeft. In Nederland heeft vooralsnog geen enkele universiteit dat gedaan. Van de Walle legt graag uit waarom.
Zijn ruime kantoor in het rectoraat van de universiteit kijkt uit op het grijze Universiteitsforum (Ufo). Dat is het gebouw dat vanaf 6 mei tot half juni werd bezet door pro-Palestina-demonstranten. Het protest werd georganiseerd door Gent Students4Palestine, met als eis dat de universiteit alle banden met „Israëlische instituten” zou verbreken.
6 mei was ook de dag waarop de studentenprotesten in Nederland begonnen, op de Universiteit van Amsterdam. Maar waar het tentenkamp op de Roeterseilandcampus al in de eerste nacht werd ontruimd door de politie, gedoogde de UGent de bezetting van het Ufo-gebouw. Demonstranten hadden tenten opgezet en spandoeken opgehangen. Ze scandeerden leuzen, gaven workshops en toespraken, kookten voor elkaar.
Binnengedrongen
In de eerste week schreef Van de Walle nog aan de studenten dat hij de banden met Israël niet zou verbreken. De UGent heeft sinds 2018 een mensenrechtencommissie en die had de lopende samenwerkingen met Israël al getoetst. In het geval van UGent ging dat overigens over samenwerkingen in consortia met allerlei landen, over onderzoeken naar onder andere alzheimer, obesitas en tarwe.
Eind mei besloot de rector tóch om alle samenwerkingen met Israëlische universiteiten en onderwijsinstellingen stop te zetten. Van de Walle had de mensenrechtencommissie gevraagd om zich nogmaals te buigen over die samenwerkingen – dit keer niet op projectniveau, zoals gebruikelijk, maar op instellingsniveau. Dit alles gebeurde kort nadat het protest uit de hand was gelopen. Studenten waren het rectoraat binnengedrongen, vernielden spullen, bekladden muren. Een paar beveiligers raakten gewond. Voor Van de Walle was hiermee de maat vol: de bezetting van het Ufo moest ophouden. Omdat de studenten niet wilden luisteren, stapte de universiteit naar de rechter. Die besloot (in hoger beroep) dat de betogers het gebouw niet meer mochten bezetten.
Van de Walles beslissing om de banden met Israël te verbreken, lijkt in tegenspraak met de ingelijste woorden aan een muur van zijn kantoor: „TWIJFEL”, „VERTROUWEN” en „NUANCE”. Maar de rector vindt juist dat hij die waarden heeft nageleefd. „Twijfel, nuance, vertrouwen in het denken. Je moet jezelf verplichten om vragen te blijven stellen en een bereidheid hebben om je denken bij te sturen. Dat is toch een kerntaak van een universiteit? En ja, mijn denken is de afgelopen tijd geëvolueerd.”
Lees ook
Met badkuipen vol cement blokkeren Wageningse studenten hun campus
Waarom besloot u uiteindelijk om toch de banden te verbreken?
„De mensenrechtenschendingen in Israël zijn toch wel bijzonder in termen van omvang, aard en duur. Het aantal ziekenhuizen dat gebombardeerd wordt, het aantal onderwijsinstellingen, het percentage vrouwen en kinderen. En er is geen enkel uitzicht op het beëindigen ervan. Geen enkel signaal vanuit de regering. Dus denken wij – de mensenrechtencommissie en ik – dat de situatie in Gaza exceptioneel erg is. En dan is er de verwevenheid tussen Israëlische universiteiten en onderzoeksinstellingen aan de ene kant en overheid, defensie en veiligheidsdiensten aan de andere kant. Daarom stapt de commissie in dit geval af van haar gebruikelijke, fijnmazige aanpak en kijkt ze op instellingsniveau in plaats van projectniveau.”
Bent u niet óók gezwicht onder de druk van de protesten?
„De studenten hebben de problematiek duidelijk op de kaart gezet en ons ertoe aangezet er meer aandacht aan te besteden. Het zou absurd zijn dat te ontkennen.
„Maar wij hebben niet alle eisen van de demonstranten ingewilligd. Zij willen een volledige boycot van Israël. Die zal ik nooit verdedigen. Nooit, never. Voor mij kan het niet dat je een samenwerking met een individu of onderzoeksinstelling stopt alleen op basis van locatie. Dat is net zo ondenkbaar als dat je mensen negatief bejegent alleen vanwege hun nationaliteit. Op een gegeven moment heeft onze mensenrechtencommissie geadviseerd in de toekomst een-op-een-samenwerkingen met Israël niet meer toe te laten, louter omdat ze Israëlisch zijn. Ik heb me daar vol tegen verzet.”
Anders dan in Nederland wordt een universiteitsbestuurder in Vlaanderen democratisch gekozen. U bent verkozen door de medewerkers en studenten van de universiteit. Heeft dat een rol gespeeld in uw beslissing om de demonstranten tegemoet te komen?
„Ja en nee. Ik heb me op geen enkel moment afgevraagd hoeveel mensen er volgend jaar wel of niet op mij gaan stemmen. We weten ook niet eens of alle demonstranten studenten waren. Maar ik ben wel gekozen om de visie van de universiteit uit te dragen. En het grote belang dat wij aan mensenrechten hechten is een wezenlijk element in het dna van de UGent.”
De Nederlandse rectores magnifici plaatsten twee weken geleden in Trouw een open brief waarin ze schreven dat ze niet categorisch alle banden met Israël zullen verbreken. Dat past niet bij de academische vrijheid die ze zo belangrijk vinden. Ze zullen wel de samenwerkingsverbanden „zorgvuldig wegen”.
Van de Walle vindt het onduidelijk wat ze precies bedoelen. „Als men de brief aan mij zou voorleggen en zou zeggen: deze brief impliceert dat je de samenwerkingen met Israëlische universiteiten gewoon moet voorzetten, dan zou ik die niet tekenen. Als ze bedoelen: je moet elke samenwerking afzonderlijk screenen, dan onderteken ik wel, want dat is precies wat wij gedaan hebben, op institutioneel niveau.”
„Overigens is de academische vrijheid van individuele onderzoekers niet aangetast door onze beslissing”, zegt hij. „En voor alle duidelijkheid: ik heb begrip voor het standpunt van de Nederlandse rectoren. Maar wij zijn wel een universiteit die mensenrechten bijzonder belangrijk vindt. Onder meer omdat we veel onderzoekers hebben die zich ermee bezig houden.”
Maar op institutioneel niveau beknot u de academische vrijheid nu wel als het om Israël gaat.
„Je kunt zeggen: de kerntaken van de universiteit zijn onderzoek doen en kennis verspreiden, en die taken gaan boven alles en iedereen. Als je dan doorredeneert, kom je tot de conclusie dat betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen altijd ondergeschikt is aan die kerntaken. Dat is een zeer legitiem standpunt, maar het onze is: die kerntaken blijven gebonden aan randvoorwaarden en één daarvan is dat wij niet willen bijdragen aan mensenrechtenschending.”
Lees ook
Bombardement van een prof en de bezetting van een kernreactor: studentenprotesten zijn eeuwenoud
De UGent heeft alleen samenwerkingen met Israël lopen in groepsverband, gefinancierd met EU-geld. Is het juridisch wel mogelijk om die samenwerkingen op te zeggen?
„Wat juridisch mogelijk is, zijn we nu aan het bestuderen. We gaan eerst kijken of de universiteiten die als problematisch uit de screenings kwamen, uit de consortia kunnen worden verwijderd. Als dat niet lukt, stappen we er zelf uit – ook als het ons geld zal kosten.”
Nu u voor Israël van de ‘fijnmazige’ screening door de mensrechtencommissie bent afgestapt, moet u dat dan ook niet voor andere landen doen?
„Ik zie daar op dit moment geen aanleiding voor. Maar als er bewijs op tafel komt dat in een ander land sprake is van dezelfde situatie als in Gaza, dan is het evident dat wij daarvoor hetzelfde beleid zullen hanteren.”
De pro-Palestina-demonstranten van de UGent zijn nog steeds niet tevreden. Ze willen verder gaan met protesteren, omdat ze vinden dat u óók de banden met Israëlische bedrijven moet verbreken. Is dat niet frustrerend?
„Frustrerend is het woord niet. Het is meer een gevoel van niet begrijpen, wat iets anders is dan onbegrip. Onbegrip is veroordelend, maar ik begrijp het oprecht niet. De commissie heeft ook die bedrijven gescreend. En daaruit blijkt dat momenteel geen bewijs bestaat van betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen.
„Twee keer ben ik in gesprek gegaan met een grote groep studenten. En we hebben een bemiddelaar ingezet – die coördinator diversiteit en inclusie was op onze universiteit –, maar het is niet gelukt om tot een oplossing te komen, omdat de actievoerders enkel en alleen een volledige boycot van Israël willen.”