De schilder Jacopo da Pontormo is vermoord. Hij is aangetroffen in de kapel van de San Lorenzo in Florence, liggend onder de fresco’s die hij aan het schilderen was. De moordenaar heeft een beitel in zijn hart gestoken, vlak onder het borstbeen. Zo begint Perspectieven, de knappe historische roman van Laurent Binet (1972).
U kent Binet natuurlijk van HhhH, het boek over de aanslag op nazi-leider Heinrich Heydrich dat hem in Nederland beroemd maakte – de auteur is hier zelfs geliefder dan in Frankrijk. Daarna liet Binet de Franse filosoof Roland Barthes onder een vrachtwagen komen, om ons in De zevende functie van taal mee te voeren langs filosofen, retorici en linguisten. In Beschavingen liet hij vervolgens de wereldgeschiedenis diametraal anders verlopen: het waren de Inca’s uit Zuid-Amerika die Europa onder de voet liepen in plaats van andersom. Voor Binet is, kortom, geen gedachte-experiment te gek, geen veronderstelling te onwaarschijnlijk, geen tijdperk niet de moeite waard en geen genre oninteressant.
De moord op de schilder Jacopo da Pontormo vindt plaats in Florence, in 1557. We lezen erover in een brief van de kunsthistoricus Giorgio Vasari aan de schilder Michelangelo Buonarroti, wereldberoemd dankzij de fresco’s die hij schilderde in de Sixtijnse kapel in Rome. Al jaren verblijft Michelangelo in de Italiaanse hoofdstad, waar hij werkt aan de Sint-Pieter, hoewel ook de hertog van Florence, Cosimo de’ Medici hem graag in zijn stad zou zien terugkeren.
Voor deze roman heeft Binet zich op de zestiende eeuw gestort, op de machtsverhoudingen tussen de Medici’s, de Estes en de Carafa’s, tussen Frankrijk en Spanje, tussen het Vaticaan en de protestanten; een woelig tijdperk van politieke en religieuze spanningen en morele conflicten. Het tijdperk van de Contrareformatie en het Concilie van Trente. Een tijd vol achterdocht, geweld en verraad. Kortom: een uitstekende periode voor een romanschrijver die met een flinke dosis verbeeldingskracht de uithoeken van de literatuur verkent. Eerder leefden Choderlos de Laclos, Umberto Eco, Mathias Enard, en in Nederland bijvoorbeeld Hella S. Haasse en Hélène Nolthenius zich al uit in de intriges van deze eeuw.
Lees ook
De wereldgeschiedenis op zijn kop: wat als de Inca’s Europa hadden veroverd?
Binet koos voor de vorm van een roman in brieven. Meer dan tien personages laat hij corresponderen, niet alleen Vasari en Michelangelo, maar ook figuren als Piero Strozzi, de maarschalk van Frankrijk, een pigmentwrijver, nonnen uit twee Italiaanse kloosters en een paar (leerling)schilders. Cruciaal voor het verhaal is de correspondentie van Catharina de’ Medici, koningin van Frankrijk, met haar nichtje Maria de’ Medici, de dochter van de hertog en de hertogin van Florence. In hun brieven vind je een echo van Choderlos de Laclos’ Les Liaisons dangereuses. Zo verbergt de door Binet als gewetenloos neergezette Catharina de’ Medici haar sluwe plan om de hertog van Florence te beschadigen achter zogenaamd goede raad. (‘Zondig als je het niet laten kunt, maar houd je goede naam in ere’, waarna ze haar jonge, naïeve nicht aanraadt met de page op wie ze verliefd is te vluchten – een doodzonde natuurlijk.)
Binet las ook de correspondentie van Vasari, Michelangelo, Machiavelli en andere briefschrijvers uit die tijd. Zo bezigt ieder zijn eigen taalgebruik, al kun je je bij het lezen van de Nederlandse vertaling wel afvragen of een adellijke dochter die het in een brief aan een koningin over een huwelijkskandidaat heeft, nu echt zou zeggen: ‘Men noemt hem snood, dat wordt een rotklusje!’ . De eer van de arme Maria de’ Medici loopt nog meer gevaar: bij de vermoorde schilder thuis is een obsceen schilderij aangetroffen van een erotische Venus en Cupido die de schilder haar gezicht heeft gegeven.
Via zijn correspondenten creëert Binet even zoveel onbetrouwbare vertellers. Iedere briefschrijver heeft zijn eigen invalshoek, zijn eigen perspectief en verdedigt zijn eigen belang. Als lezer krijg je dat hele mozaïek voorgeschoteld, volg je de intriges, speur je mee naar de moordenaar. Die heeft bovendien na zijn misdaad een deel van Pontormo’s fresco overgeschilderd. Het is dus al met al een ingewikkelde kwestie, waar Vasari, die de opdracht heeft de moordenaar te vinden, zijn handen vol aan heeft.
Als lezer beland je niet zozeer in een klassieke thriller, maar eerder in een spannend maatschappelijk labyrint; je ziet hoe vorsten machtspolitiek bedrijven, hoe de rooms-katholieke kerk worstelt met de (eigen) moraal en hoe de arbeidersklasse zich tracht te verenigen om zijn rechten op te eisen.
Lees ook
Flirten, dumpen, konkelen als een dolle
De boodschap van de boeteprediker Girolamo Savonarola staat de briefschrijvers nog helder voor de geest: hij beschuldigde de kerk van immoreel gedrag en zedeloosheid, organiseerde boekverbrandingen en riep op tot de vernietiging van kunstwerken. Kunsten waren volgens hem zondig vermaak en moesten verdwijnen in het vreugdevuur van ijdelheden. Niet voor niets schrijft Michelangelo aan een collegaschilder dat ze verwikkeld zijn in een gevecht tegen ‘pikzwarte machten, want onze vijanden klimmen als spinnen tegen de wand naar ons toe.’ Michelangelo’s geschilderde naakten dreigen op last van de kerk van een sluier of van een onderbroek te worden voorzien. Hij vreest zelfs dat zijn fresco’s in de Sixtijnse kapel vernietigd zullen worden. ‘Het zijn wrede tijden, vriend, voor de verdedigers van kunst en schoonheid’, schrijft hij omineus, ‘alles zal vernietigd worden’.
In interviews legt Binet een parallel met onze tijd. Hij foetert tegen het herschrijven van passages uit de boeken van Roald Dahl en Agatha Christie. Een werk herschrijven vindt hij erger dan het in de ban doen. Auteurs van nu bevinden zich volgens hem in dezelfde situatie als Michelangelo vijf eeuwen geleden. Het gaat om hetzelfde: stap voor stap wordt de vrijheid van artistieke expressie onderdrukt – teken van opkomende autoritaire machten.
Lees ook
‘Taal is het machtigste wapen ter wereld’
Als lezer van Binet moet je voor lief nemen dat historische figuren met een flinke dosis fantasie worden neergezet. In deze roman navigeert hij niet alleen briljant tussen feit en fictie, tussen rangen en standen, tussen de patriarch en de vrouw die haar vrijheid zoekt. Hij observeert via de zestiende eeuw de actualiteit van de eenentwintigste. In Perspectieven reis je ademloos mee in zijn wervelende plot, zoek je namen uit de geschiedenis op, denk je na over de betekenis van kunst, speur je naar een moordenaar, herken je politieke machinaties, leg je verbanden. Geen gek avontuur voor één enkele roman.