Donald Sutherland kon met ingetogen spel fenomenale rollen neerzetten

In een carrière van ruim zestig jaar speelde Donald Sutherland, die donderdag op 88-jarige leeftijd overleed, zo’n tweehonderd film- en televisierollen, zowel in obscure horrorfilms als in prestigieuze producties van Europese regisseurs als Fellini, Bertolucci en Chabrol. Vreemd genoeg kreeg hij nooit een Oscar, een omissie die in 2017 goed werd gemaakt door hem een ere-Oscar te geven „voor een leven van onuitwisbare personages, weergegeven met onwrikbare waarachtigheid”.

De boomlange, met markante stem en heldere blauwe ogen gezegende Donald Sutherland behoort tot de generatie acteurs die ondanks hun niet-klassieke filmsterrenlooks een kans kregen in het Hollywood van de jaren zeventig, dat naarstig probeerde een jonger publiek naar de bioscoop te trekken.

De in 1935 in het Canadese Saint John geboren Donald McNichol Sutherland vertrok in 1957 naar Engeland om er aan de London Academy of Music and Dramatic Art te studeren. Begin jaren zestig speelde hij bijrollen in televisieseries en enkele horrorfilms, waaronder zijn filmdebuut Castle of the Living Dead (1964). Deze werd geregisseerd en geschreven door Warren Kiefer, wiens achternaam de voornaam werd van Sutherlands eveneens acterende oudste zoon. Ook Sutherlands andere zoons hebben de namen van regisseurs met wie hij samenwerkte: Rossif (vernoemd naar de Franse regisseur Frédéric Rossif), Angus Redford (Robert Redford) en Roeg (Nicolas Roeg).

Sutherlands doorbraak kwam in 1967, met de anarchistische oorlogsfilm The Dirty Dozen

Politiek geëngageerd

Sutherlands doorbraak kwam in 1967, met de anarchistische oorlogsfilm The Dirty Dozen. Hij viel op in de scène waarin hij zogenaamd als generaal de troepen inspecteert. In 1968 ging Sutherland naar Hollywood, waar rollen in twee andere oorlogsfilms zijn groeiende reputatie bestendigden: M*A*S*H (als grappende en grollende hospik Hawkeye Pierce) en Kelly’s Heroes (als hippie-tankcommandant ‘Oddball’), beide uit 1970.

Donald Sutherland in january 1970.
Foto Jack Robinson/Hulton Archive/Getty Images

Sutherland was politiek geëngageerd; hij steunde de Black Panthers en verzette zich tegen de Vietnamoorlog. Tussen 1971 en 1973 werd hij dan ook in de gaten gehouden door de CIA. Samen met Jane Fonda, indertijd ook een beroemd anti-oorlogsactivist, is hij te zien in de documentaire F.T.A., waarbij de initialen staan voor Free (lees: Fuck) The Army. Rond de opname van paranoiathriller Klute (1971) had Sutherland een affaire met Fonda.

In Klute speelt hij een timide privédetective uit de provincie die een New Yorkse callgirl (Fonda) schaduwt en bespioneert om zo dichter bij een moordenaar te komen, een van zijn beste rollen. Waren zijn eerdere rollen nogal uitbundig of licht excentriek, hier toonde Sutherland voor het eerst echt zijn ingetogenheid. Door zijn onbaatzuchtige kleine spel konden zijn tegenspelers extra schitteren.

Beeld uit de film The Burnt Orange Heresy (2019), met onder anderen Mick Jagger.

Sutherland was fenomenaal als rouwende vader in de bovennatuurlijke thriller Don’t Look Now (Nicolas Roeg, 1973). Van de schitterende vrijscène uit deze film met Julie Christie – hun seks wordt doorsneden met hun postcoïtale aankleden – ging jarenlang het (valse) gerucht dat ze het echt hadden gedaan op de set, zo realistisch oogt hun passie. Ook viel hij op als titelfiguur in Federico Fellini’s Casanova (1976), waarin de beruchte vrouwenversierder Casanova wordt neergezet als mechanische marionet die absoluut geen vreugde beleeft aan zijn dwangmatige veroveringen. Ook zijn bijrol als sadistische fascistenleider Attila in Bertolucci’s 1900 (Novecento, 1976) maakte indruk.

Stil verdriet in zijn oogopslag

In de jaren zeventig en begin jaren tachtig leverde hij zijn beste werk, zoals ook te zien is in de sterke remake van Invasion of the Body Snatchers (1978) en het ondergewaardeerde Eye of the Needle (1981, als kille spion).

In het door Robert Redford geregisseerde Ordinary People (1980) is Sutherland imposant als vader die in het reine moet komen met de dood van zijn oudste zoon. De rouw leidt tot een familie- en huwelijkscrisis en in de scène waarin hij zijn vrouw (Mary Tyler Moore) opbiecht niet meer van haar te houden is Sutherland op zijn best: zijn oogopslag en twee zachte zuchten tonen zijn berusting, stille verdriet en onmacht.

In de jaren tachtig en negentig droogden de goede rollen wat op, met uitzondering van anti-apartheidsdrama A Dry White Season (1989), Six Degrees of Separation (1993) en een bijrol in JFK (1991) als uit de school klappende inlichtingenofficier. Fans van Kate Bush zullen zich Sutherland herinneren als Wilhelm Reich in de videoclip van ‘Cloudbusting’ (1985). Ook zijn vaderrol als Mr. Bennet in Pride and Prejudice (2005) was memorabel.

Donald Sutherland als president Coriolanus Snow, de dictator in de serie The Hunger Games.

Bij een jongere generatie leeft zijn naam voort dankzij zijn rol als dictator President Snow in de populaire Hunger Games

Door rollen in kleine films, maar vooral die in de televisieserie Dirty Sexy Money (2007-2009, als superrijke patriarch) werd Sutherland niet vergeten. Bij een jongere generatie leeft zijn naam voort dankzij zijn rol als president Coriolanus Snow, de dictator in de populaire serie The Hunger Games (2012-2015).

Voor Hollywoodbegrippen even indrukwekkend was zijn langdurige relatie met actrice Francine Racette, sinds 1974 waren zij een paar.


Lees ook

Deze ‘The Hunger Games’-prequel heeft trekjes van Star Wars

Muzikant Lucy Gray Baird (Rachel Zegler) kan niet vechten, maar liefde en overlevingsdrang bloeien op in ‘The Hunger Games: The Ballad of Songbirds & Snakes’.

Donald Sutherland overleed donderdag in Miami na een lang ziekbed. „Met pijn in het hart vertel ik u dat mijn vader, Donald Sutherland, is overleden”, schreef zijn zoon Kiefer op X. „Ik denk persoonlijk dat hij een van de belangrijkste acteurs uit de filmgeschiedenis is. Hij liet zich nooit afschrikken door een rol, good, bad or ugly. Hij hield van wat hij deed en deed waar hij van hield, en je kunt nooit om meer vragen dan dat. Een goed geleefd leven.”

Zijn dood komt enkele maanden voor de publicatie van zijn memoires, getiteld Made Up, But Still True, over zijn leven als Hollywoodacteur.