En wat als rechts in Frankrijk en de VS lak heeft aan de staatsschuld?

De staatsschuld van de industrielanden dreigt uit de hand te lopen, óók in de VS. Maar wat als Trump dezelfde tactiek toepast als bij zijn probleembedrijven? Door


Animatie Anne van Wieren

Goed dat ze er met zijn zevenen even op gewezen werden. De staatshoofden en regeringsleiders van de zeven grootste industrielanden, de G7, kregen vorige week in Italië van Larry Fink te horen dat hun staatsschuld onhoudbaar hoog aan het worden is. Voor de G7 gemiddeld is dat 129 procent van het bbp – een getal dat zal zijn afgeleid van de IMF-prognoses van april voor het jaar 2024.

Fink is niet de eerst de beste, anders krijg je deze zeven mensen niet aan tafel. Zijn beleggingsmaatschappij Blackrock is, met 10.500 miljard dollar (10.000 miljard euro) aan belegd vermogen, met afstand de grootste ter wereld. Dus als hij ongerust begint te worden, dan kan je er van op aan dat die stemming in een groot deel van de beleggingswereld leeft.

Staatsschuld wordt verhandeld op de financiële markten in de vorm van staatsleningen (obligaties). Die markt is in omvang zo’n beetje vergelijkbaar met de gehele mondiale aandelenmarkt. Maar omdat, zeg, de Duitse tienjarige lening per 2032 lang niet zo sexy is als een aandeel in Apple, vliegen obligaties grotendeels onder de radar van het nieuws.

Een staatslening kent een vaste rente, die regelmatig aan de belegger wordt uitbetaald. Als de koers van die staatslening daalt, dan wordt die vaste rente relatief hoger ten opzichte van de nieuwe, lagere koers. En als de staat opnieuw wil lenen, verwacht de markt die nieuwe, hogere, rente te ontvangen.

Recent voorbeeld van obligatiezenuwen: begin deze maand schreef de Franse president Macron plotsklaps parlementsverkiezingen uit, die al op 30 juni worden gehouden. Beleggers herinnerden zich de presidentsverkiezingen van 2022 en vooral 2017, toen een aanvankelijke nek-aan-nek-race tussen Macron en zijn rechtse rivale Marine Le Pen onrust zaaide op de financiële markt.

Vanuit de vrees dat Le Pens Rassemblement National het misschien niet zo nauw neemt met de overheidsfinanciën, verkochten beleggers Franse staatsleningen en dreven zo de rente op. Het verschil tussen de rente die Duitsland (het stevige anker van de eurolanden) betaalt en de Franse rente liep op tot meer dan 0,7 procent, iets boven de piek van 2017. Frankrijk betaalt nu plots meer rente dan het kleine Portugal, en dat kwam de laatste twintig jaar niet voor.

Een hogere rente maakt de overheidsschuld minder goed houdbaar, en over die overheidsschuld bestaan – zie Fink – toch al zorgen. Japan heeft de allerhoogste schuld, maar die wordt grotendeels gefinancierd door de sparende burgers. De échte olifant in de kamer is Amerika. De Amerikaanse staatsschuld is, vooral door allerlei lastenverlichting en stimuleringspakketten onder de presidenten Trump en Biden, flink gestegen. Ten opzichte van begin deze eeuw zijn de VS in de ranglijst van de grote industrielanden verhuisd van een relatief lage schuld naar een hoge schuld. Dat kun je hier zien:

Italiaanse toestanden in Washington, zou je zeggen. En dat maakt nerveus. De Amerikaanse dollar is nog steeds de spil van het internationale financiële systeem, en Amerikaanse staatsleningen zijn het wereldwijde ijkpunt voor allerlei rentetarieven en transacties – vooral ook omdat ze zo betrouwbaar zijn én een extreem verhandelbaar onderpand. Zonder functionerende Amerikaanse markt verliest de wereldeconomie een belangrijke anker.

Maar de verhandelbaarheid (de liquiditeit) laat de laatste tijd soms te wensen over. Het is meermalen voorgekomen dat de markt een beetje vastliep – zoals nog eerder deze maand, toen een veiling van Amerikaanse staatsleningen dreigde te mislukken door een gebrek aan belangstelling.

Los van de gezondheid van de markt is er simpelweg de vraag of de Amerikaanse schuld niet uit de hand loopt. Het Congressional Budget Office, een onpartijdige organisatie die de overheidsfinanciën volgt, is er niet gerust op. Hier zie je drie recente scenario’s voor de staatsschuld. En die loopt voor je het weet volledig uit de hand.

Wat te doen? Fink, de topman van Blackrock, zei tegen de G7 dat meer economische groei eigenlijk de enige mogelijkheid is. Want hoe je ook de belastinginkomsten verhoogt, of de bestedingen kort, het zal volgens hem niet genoeg zijn.

Maar groei zal dan weer niet extra ten koste van het klimaat moeten gaan. En wat belastingverhoging of bestedingsbeperking betreft, lijken de politieke mogelijkheden in de VS beperkt.

Er is een alternatief scenario, trouwens. De Amerikaanse econoom WilliamSilber, van de Newyorkse Stern School of Business, opperde in april de mogelijkheid dat Donald Trump als hij in november de presidentsverkiezingen wint, zou kunnen overgaan tot zijn gebruikelijke tactiek. Dreigen met bankroet is Trumps modus operandi, tenslotte. In 1991 zocht hij zijn heil in een faillissementsprocedure om excessieve schulden van het Trump Taj Mahal-casino te herstructureren. In 1991 deed hij dat met het Trump Plaza Hotel, in 2004 met Trump Hotel and Resorts en in 2009 met Trump Entertainment Resorts.

Wat zou hem tegenhouden, zegt Silber, om hetzelfde te doen met de staatsschuld? Eerst niet betalen, dan onderhandelen met beleggers om een deel van de schuld af te schrijven. Ondenkbaar en volkomen catastrofaal. Maar er gebeuren de laatste tijd genoeg gekke dingen.