De marathon van Hamburg was net vijftien kilometer onderweg toen Nienke Brinkman (30) het in haar benen voelde. Een pijn, een soort verzuring, iets wat ze nog altijd maar moeilijk kan beschrijven. „Ik kreeg zoveel spierpijnachtige kramp dat ik niet meer kon bewegen zoals ik zou moeten”, zegt ze. Haar coach Louis Delahaije, die meefietste, zag het ook: Brinkman kwam niet meer vooruit.
De wedstrijd was de laatste kans op olympische kwalificatie voor de Nederlandse atlete. Enkel de marathon uitlopen was niet genoeg, ze moest onder de limiet van 2.26.50 uitkomen. En dus zei Delahaije na negentien kilometer tegen haar: stop maar.
Brinkman voelde de pijn, dus ze begreep het. Maar na een paar seconden drong het besef door wat die keuze betekende. „Ik heb nog een paar keer gevraagd: wat als ik nu weer begin en heel hard ga lopen?” Maar ze merkte dat ze amper kon opstaan. „Dat was het moment dat ik de Olympische Spelen aan me voorbij zag glippen.”
Bijna twee maanden later heeft Brinkman die klap nog altijd niet helemaal verwerkt, vertelt ze per videoverbinding vanuit haar woonplaats in Zwitserland. Ze zegt dat ze het geaccepteerd heeft dat ze deze zomer niet naar Parijs mag, maar aan de emotie in haar stem is te horen hoeveel het haar doet. „Ik vind het nog steeds heel lastig, je werkt er zo lang naartoe.” Brinkman zucht diep. „Je vraagt jezelf af: hoe kan het nou dat je zo lang de tijd hebt om je te kwalificeren en dat het niet is gelukt?”
Voor een verklaring moeten we terug naar vorig jaar. Dan wordt voor de buitenwereld voor het eerst duidelijk dat Brinkman, die in 2022 ogenschijnlijk vanuit het niets in een Nederlands record (inmiddels verbeterd door Sifan Hassan) tweede werd op de marathon van Rotterdam en brons won op de marathon bij de EK atletiek in München, te kampen heeft met fysieke tegenslag. Een paar weken voor de marathon van Amsterdam, in oktober 2023, waar ze de olympische limiet wil lopen, moet ze zich afmelden met een blessure aan haar onderbeen.
Het is een vorm van overbelasting, al is niet meteen duidelijk waar de blessure zit en waar die vandaan komt. Sowieso kwam het als een verrassing, zegt Brinkman. „Ik zat er goed in en had een paar dagen ervoor nog een halve marathon gelopen. Er waren geen aanwijzingen dat dit zou gebeuren. Achteraf denk ik dat ik te moe was.”
Limiet in Boston
Brinkman is in 2023 voor het eerst fulltime met haar sport bezig. Daarvoor combineerde ze het hardlopen met haar universitaire opleiding in geofysica aan de universiteit van Zürich. Eind 2022 heeft Brinkman haar proefschrift, waarvoor ze trillingen op de planeet Mars onderzocht, afgerond. „Vanaf toen wilde ik me focussen op de Spelen en had ik ineens heel veel tijd. Dat heb ik opgevuld met heel veel doen.”
In eerste instantie gaat dat goed: in het voorjaar finisht Brinkman in de marathon van Boston ónder de olympische limiet, maar die tijd wordt niet erkend omdat het parcours te veel afloopt. „Na die race ben ik een tijd heel erg moe geweest. En dat heb ik te veel genegeerd”, zegt Brinkman.
De blessure in aanloop naar ‘Amsterdam’ zorgt ervoor dat ze, voor het eerst in haar nog korte topsportcarrière, langere tijd niet mag hardlopen. „Dit klinkt heel stom, maar het was alsof je heel graag een snoepje wil maar geen snoepje mag. Ik voelde me gevangen. Toen ik weer mocht lopen, was ik een blij ei.”
Omdat het olympische ticket nog altijd niet binnen is, besluit Brinkman zich op de eerstvolgende kans te richten: de marathon van Valencia in december vorig jaar. Ze krijgt daarvoor groen licht van haar begeleidingsteam, de pijntjes zijn weg. Toch komt het te vroeg. „Het ging vijf weken goed en toen kreeg ik weer last. Het was echt foute boel. Ik liep te hard van stapel.”
Met Kerst zit Brinkman geblesseerd aan het familiediner. Die vertrouwde omgeving doet haar goed, maar tegelijkertijd vindt ze het vreselijk. „In die periode ben ik veel in Nederland en ik wilde had me voorgesteld dat ik met allemaal mensen zou afspreken om een rondje te lopen. Maar dat kon dus niet.”
Ze vraagt zich in die tijd soms af of ze niet met haar sport moet stoppen. „Dat begon toen ik die eerste blessure kreeg in oktober. Het spookte door mijn hoofd: ben ik dit nou aan het doen omdat het moet van mezelf?” Brinkman komt tot de conclusie dat ze het hardlopen in de zomer van 2023 te veel als haar baan heeft benaderd. Dat het vrije, pure lopen er vanaf was en de lol ver te zoeken. „Ik was te serieus, te gefocust. Elke week moest perfect zijn, ik vroeg te veel van mezelf.”
Dat geldt ook voor haar coach Benjamin Ueltschi, die haar sinds het begin van haar hardloopcarrière bijstaat, concludeert Brinkman. Ze twijfelt al sinds de zomer over de samenwerking, omdat ze de hele tijd zo moe is. Maar ze vindt dat ze ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Haar blessure is de druppel. Het besluit om met hem te breken, noemt ze „een van de lastigste dingen” van het afgelopen jaar. „Hij heeft me naar een heel hoog niveau gebracht, maar we waren allebei te enthousiast. Dat heeft me opgebroken, ik had meer een rem nodig.” Brinkman gaat samenwerken met Delahaije, die ook Abdi Nageeye bijstaat.
Paniektrainingen
Met haar nieuwe coach doet Brinkman in de wintermaanden vrijwel niet aan hardlopen. In plaats daarvan stapt ze veel op de fiets en waagt ze zich aan een van de vele beklimmingen in de Zwitserse Alpen rond Zürich. Het is voor Brinkman zowel een manier om haar conditie te onderhouden als om haar teleurstelling over haar blessure te verwerken. „Een dag fietsen in de bergen is voor mij een micro-vakantie. Dan ben je gewoon lekker weg.”
Pas halverwege maart waagt Brinkman zich weer op de weg met haar hardloopschoenen. Vanaf dat moment is het „gekkenwerk” om op tijd klaar te zijn voor de marathon van Hamburg, vertelt ze. „Het was heel vervelend. Ik begon met drie kilometer in een week en dat schema moest steil omhoog. Eigenlijk waren het paniektrainingen.” Door de razendsnelle opbouw raakt een van haar voethefferspieren geïrriteerd. „Toen moest ik nog een stapje terug doen. Het was gewoon heel chaotisch.”
Brinkman schiet in de lach als ze erover vertelt – haar manier om de boel een beetje te relativeren. „Als iemand in die tijd vroeg hoe het met me ging, dan haalde ik mijn schouders op: ‘Weet ik niet’. Ik ging er gewoon voor.”
In Hamburg kan Brinkmans lichaam de klappen van het marathonlopen simpelweg nog niet aan. Gelukkig zijn haar vriend, moeder en zusje er, bij hen huilt Brinkman uit. „Ik voelde me zo dom. Er is zoveel informatie beschikbaar over hoe je blessures moet voorkomen, er zijn zoveel mensen die dit soort blessures hebben gehad. Waarom maak ik dan toch zo’n fout? Ik heb mezelf vaak de schuld gegeven.”
Pure sport
Het is een harde, maar belangrijke les geweest, zegt Brinkman. „Het moest me een keer overkomen. Ik denk dat het heel normaal is dat het de ene keer wat beter gaat dan de andere keer. En bij mij ging het daarvoor alleen maar in een stijgende lijn.”
Ongetwijfeld heeft meegespeeld dat ze in een paar jaar een topsportcarrière doormaakte waar anderen tien jaar over doen, denkt Brinkman. Alleen de timing van de blessure was in een olympisch jaar wel heel onhandig, zegt ze. „Maar ja, dit soort dingen komen nooit goed getimed.”
Brinkman is het hardlopen nu weer aan het opbouwen. Een doel heeft ze op korte termijn niet, dat vindt ze ook wel lekker. „Echt even die pure sport.” Doordat ze níét kon lopen, heeft Brinkman ingezien dat ze juist wíl lopen. „Het vuurtje brandt nu een beetje meer. Ik heb het racen zo gemist, dat ik zelfs van die pijnlijke negentien kilometers in Hamburg heb genoten.” Zolang de trainingsweken maar goed zijn, perfect hoeft niet meer. Dankzij een psycholoog heeft ze geleerd minder streng te zijn voor zichzelf.
Ze is zelfs van plan in Parijs naar de olympische marathon te gaan kijken, zegt Brinkman zacht. Of die beelden nou confronterend zijn of niet. Over vier jaar komt in Los Angeles een nieuwe kans, eentje die ze van plan is met beide handen aan te pakken. „Ik denk dat het wel goed gaat met me. En het komt ook goed met mij.”