Om de tentoonstelling ‘Paris 1874 Inventer l’Impressonisme’ in het Musée d’Orsay te bekijken, moet je bereid zijn om deel uit te maken van een grote massa mede-kunstliefhebbers. In een klein wak in de drukte werd ik, met een groeiende groep medebezoekers, aan de grond genageld door een schilderij getiteld ‘Morts en ligne‘. Doden op een rij. Wat we zagen: een lange rij dode soldaten, verspreid over een kale vlakte. In de achtergrond wat over was van het verslagen Franse leger, keurig opgesteld inclusief een muziekkapel. Daar weer achter het in as gelegde stadje Bazeilles, onder dikke rookwolken.
Dit schilderij noch de maker Auguste Lançon kende ik, maar nu opeens, kijkend naar de voorstelling, begreep ik niet hoe het mogelijk was dat Déjeuner sur l’herbe van Manet destijds zoveel opwinding had veroorzaakt. Een picnic in the park vergeleken met het tafereel dat Auguste Lançon zijn publiek voorschotelde. Hoe had dit schilderij zo’n verscholen bestaan kunnen leiden in het depot van het ‘Musee de la Guerre de 1870’ in Gravelotte? En waarom was het nu weer te voorschijn gekomen?
Wat op die tentoonstelling in het Musee d’Orsay scherp tot me doordrong, is hoezeer je waarneming van kunst wordt gestuurd door de omstandigheden. Dat was toen zo en het is nog steeds zo. Destijds, ontdekte ik, lezend in de catalogus, was dit schilderij helemaal niet verscholen maar een bron van consternatie. De brandende stad, de karren waarop de lijken vervoerd worden. En helemaal vooraan tot helemaal achterin, de dode jongens omringd door hun spullen. Bajonetten, rugtassen van koeienhuid, kleren, eetgerei en heel opvallend, dobbelstenen her en der. De grote, blote voet van de dode man rechtsvoor. Zometeen komen de lijkwagens die achterin al klaarstaan. Dan gaat het zand erover en begint het vergeten.
Horrible vonden critici en publiek dit schilderij eensgezind, des te meer omdat het zo goed is, van voor tot achter gevuld met pijnlijk sprekende details. Het was het jaar 1874, de Franse nederlaag tegen de Pruisen was een nationaal trauma.
Lançon werkte als illustrator, in de tijd toen foto’s nog schaars waren. In die hoedanigheid was hij in 1870 terechtgekomen in een ambulance, tijdens de fatale slag tussen de Fransen en de Pruisen. „Dag na dag”, vermeldt het tekstbord op de tentoonstelling, „observeerde en documenteerde hij het hartverscheurende schouwspel van een vervloekte oorlog.” Vergeefs, zijn naam raakte in vergetelheid en zijn schilderij verdween in een depot van een museum in de Franse provincie. Destijds was het de pijnlijke herinnering aan een mislukte oorlog die de grondslag vormde voor het Duitse keizerrijk. Een geschiedenis die de Fransen het liefst zo snel mogelijk begroeven. Met succes.
Maar de tijd doet haar eigen werk, op de duur. En nu hangt het weer in het Musée d’Orsay. Slagveld, rookpluimen, dode jongens, dit schilderij resoneert met onze eigen wereld, nu. Ver weg, maar toch, de associatie is helder. Maatschappijkritiek uit een tijd toen mensen zich nog druk maakten over schilderijen met bloemenvelden.
Tentoonstelling 1874 Inventer l’Impressionnisme tot 14 juli 2024 in het Musée d’Orsay Parijs