Stap van Eppo Bruins naar het kabinet verdeelt de ChristenUnie

De ChristenUnie is nog altijd verdeeld over wat ze aan moeten met de PVV. Vorige week verraste Eppo Bruins, oud-Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie (2015-2021), door als kandidaat-minister voor de NSC het aanstaande kabinet in te stappen. Eerder gedurende deze formatie maakte de ChristenUnie duidelijk dat ze niets zag in een kabinet met de PVV, nu levert de partij plots de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Met tegenzin. Zo bleek wel uit de reacties van de partijtop. Mirjam Bikker probeerde Bruins van het idee af te brengen en heeft hem de keuze „ten stelligste” ontraden. Zij was „teleurgesteld”. Hij zit er „niet namens ons”, zei ze.

Ook de CU-jongeren lieten van zich horen op X. Jongerenafdeling PerspectieF haalde in een post een citaat van Bikker aan waarin zij aangaf dat de CU „niet mee zou doen” als de formerende partijen „leentjebuur” wilden spelen in hun zoektocht naar bewindslieden. PerspectieF suggereerde vervolgens dat Bruins zijn lidmaatschap zou moeten opzeggen.

Er ontspon zich online een discussie die tekenend is voor de verschillende kampen binnen de ChristenUnie. Zij die vinden dat de CU wel weer wat rechtser mag worden, en zij die vinden dat samenwerken met de PVV een harde grens is; een „no go” zoals een CU-raadslid uit Gouda het verwoordde omdat samenwerking de PVV normaliseert. Het partijbestuur volgt de tweede lijn.

Vorig jaar ontstond in CU al onrust door samenwerking met PVV in Flevoland

Precies een jaar geleden creëerde een voorgestelde samenwerking tussen de PVV en de CU in de provincie Flevoland al een soortgelijke onrust in de partij. Een petitie van lokale ChristenUnie-leden tegen de stap volgde, maar regionaal fractievoorzitter Harold Hofstra zette ondanks interne kritiek zijn handtekening onder de coalitie met BBB, VVD, SGP en PVV.

Ook nu weer staat een rechtser deel van de ChristenUnie anders in de kabinetsdeelname van Bruins. Harold Hofstra, inmiddels gedeputeerde in Flevoland, liet weten de reactie van PerspectieF „ontzettend teleurstellend” te vinden. Hij vond Eppo Bruins „een uitstekend en gewaardeerd politicus en ben ontzettend blij met deze voordracht”. Andere lokale ChristenUnie-leden vielen hem bij en spraken van „zure reacties”.

Opiniestuk

De carrièreswitch van Eppo Bruins is op zijn minst opvallend. Bruins stopte in 2011 zijn toenmalige lidmaatschap van het CDA juist op ómdat de partij in zee ging met de PVV als gedoogpartner in Rutte I, en stapte over naar de ChristenUnie. Hij werd Kamerlid en stond ook in de afgelopen Europese Verkiezingen nog als lijstduwer (nummer 15) op de kandidatenlijst van de ChristenUnie.


Lees ook

Trots maar ook ongemak bij beoogde bewindslieden – en die Hongaarse nationaliteit wordt nu opgegeven

Dirk Beljaarts, beoogd minister van Economische Zaken, die dinsdag sprak met formateur Van Zwol en beoogd premier Schoof. Hij zei tegen de pers dat hij zijn (tweede) Hongaarse nationaliteit opgeeft.

Inmiddels ziet hij zichzelf als de „juiste man op de juiste plek” om onderwijsminister te worden in het aanstaande kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB, zei hij dinsdag voorafgaand aan zijn kennismaking met de formateur. Op de vraag hoe hij het vond om nu met de PVV in een kabinet te stappen, reageerde Bruins dat alle partijen zich „houden aan het hoofdlijnenakkoord en dus binnen de grenzen van de rechtstaat bewegen”. Bruins heeft maandagavond zijn lidmaatschap van de ChristenUnie te hebben opgezegd. „Er komt een nieuwe tijd aan, die is voor mij bij NSC.”

Toen het Kamerlidmaatschap in 2021 voor Bruins stopte, werd hij voorzitter van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie. In die hoedanigheid schreef Bruins onlangs in een opiniestuk in Het Financieele Dagblad dat wetenschapsorganisaties „terechte zorgen” hadden over de in het coalitieakkoord aangekondigde bezuinigingen in het onderwijs, zoals het voornemen om het Nationaal Groeifonds (bedoeld voor onderzoek en innovatie) te schrappen.

Daarover merkte Bruins op dat „tijdelijke fondsen al gauw ten prooi aan politieke vluchtigheid en grilligheid”. Bruins, die in het opiniestuk bepleitte dat structurele financiering van wetenschappelijk onderzoek van groot belang was om „maatschappelijke uitdagingen, zoals de energietransitie en de betaalbaarheid van de zorg, te tackelen”, zal nu als beoogd minister voor onderwijs verantwoordelijk worden voor forse bezuinigingen.

‘Uit elkaar gegroeid’

De overstap van Bruins legt een scheidslijn bloot die dwars door de ChristenUnie loopt, en raakt aan de vraag wáár de partij zich op het politieke spectrum positioneert. Daarover is discussie, ook nu de ChristenUnie haar zetel verloor in het Europese parlement terwijl de SGP haar zetel behield.

Lang kozen CU en SGP voor een gezamenlijke Europese lijst. Na het toetreden van Forum voor Democratie vijf jaar geleden in de Europese partijfamilie waartoe CU en SGP behoren, koos de ChristenUnie ervoor niet meer samen de verkiezingen in te gaan en in plaats van de Europese conservatieven voortaan bij de christendemocraten te gaan horen.

Zelf ziet de ChristenUnie zich als een „verbindende partij in het midden”, aldus CU-partijvoorzitter Ankie van Tatenhove. „De flanken roeren zich”, duidt zij het recentste verkiezingsresultaat. „Er is een radicaler rechts geluid en Nederlanders willen stemmen op de flanken.” Volgens haar was de afgebroken samenwerking met de SGP een „weloverwogen keuze om ons eigen geluid te laten horen”. Volgens Van Tatenhove zijn de CU en SGP „uit elkaar gegroeid”.

Of de ChristenUnie nu op de juiste koers vaart, zal voorlopig nog intern discussie zijn. Duidelijk is dat de SGP de wind in de zeilen houdt, terwijl de ChristenUnie krimpt. Tijdens de Tweede Kamer-verkiezingen in november halveerde de ChristenUniebijna van vijf naar drie zetels.

Momenteel verliest de ChristenUnie kiezers aan partijen aan de rechterkant van het spectrum: NSC, SGP, VVD en BBB. De vraag is nu waarvoor de ChristenUnie zal gaan kiezen: koers houden of van richting veranderen?

Met medewerking van Liam van de Ven.