Cao’s afsluiten gaat FNV makkelijker af, merkt de bond het afgelopen jaar

De vakbonden hebben de touwtjes bij de cao-onderhandelingen weer in handen. Die boodschap droeg FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha woensdag uit bij de presentatie van de cao-onderhandelingsresultaten van de afgelopen zes maanden. De grootste vakbondskoepel kon melden dat de lonen onder de afgesloten cao’s gemiddeld met 5,8 procent zijn gestegen. Voor mensen met een inkomen tot 110 procent van het minimumloon lag de stijging nog iets hoger, op 6,1 procent.

De afgelopen zes maanden maakte FNV in 231 cao’s afspraken over arbeidsvoorwaarden voor 2,4 miljoen mensen. Boufangacha stelt dat er „een inhaalslag” is gemaakt, maar vindt ook dat er „echt nog compensatie” nodig is. In mei van dit jaar bedroeg de gemiddelde inflatieachterstand ondanks de loonstijgingen nog 3,6 procent ten opzichte van begin 2021. Werkenden werden de afgelopen jaren hard geraakt door de inflatie, die onder invloed van de door de oorlog in Oekraïne gestegen energieprijzen in 2022 opliep tot in de dubbele cijfers. Inmiddels is de inflatie terug op een lager niveau. Afgelopen maand waren consumentengoederen en -diensten volgens het CBS 2,7 procent duurder dan een jaar eerder.

Conflictjaar 2023

Boufangacha merkte aan de onderhandelingstafels dat het de afgelopen maanden iets eenvoudiger was om nieuwe cao’s af te sluiten, zo vertelde hij bij de presentatie van de cijfers in het FNV hoofdkantoor in Utrecht. „Ik denk dat werkgevers lessen hebben getrokken uit conflictjaar 2023”, aldus de vicevoorzitter. In de schoonmaakbranche werd onlangs bijvoorbeeld een nieuwe cao afgesloten met een loonsverhoging van minstens 7 procent. De minst betaalde schoonmakers gaan er relatief meer op vooruit, daarnaast werd onder meer een verbeterde reiskostenvergoeding in de cao opgenomen.

FNV wil dat lonen meestijgen met de inflatie, via een zogenoemde ‘automatische prijscompensatie’. Als de boodschappen 10 procent duurder worden, moet het salaris met eenzelfde percentage omhoog, redeneert de vakbond. In 15 procent van de cao’s die FNV het afgelopen halfjaar afsloot, heeft de vakbond zo’n automatische prijscompensatie kunnen bedingen. De lonen stijgen dan wel automatisch, maar zo’n afspraak moet wel iedere onderhandelingsronde opnieuw worden overeengekomen. Mocht er sprake zijn van deflatie, dan wordt het loon ook naar beneden bijgesteld.

In totaal onderhandelt FNV namens 5,1 miljoen werknemers voor een collectieve arbeidsovereenkomst. Afgelopen week bleek uit onderzoek van het Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging, De Burcht, dat het aandeel werknemers dat onder een cao valt geleidelijk daalt. In 2022 lag het op 71,8 procent, ruim onder de Europese richtlijn van 80 procent. Deze „erosie van de polder”, zoals Paul de Beer, een van de onderzoekers, de trend in NRC noemde, blijkt lastig te keren. Vakbonden zien met lede ogen toe hoe veel werk is opgeknipt en uitbesteed aan bijvoorbeeld uitzendbureaus en payrollbedrijven.

Meer zekerheid was dan ook een andere belangrijke inzet in cao-onderhandelingen. In 35 procent van de afgesloten cao’s zijn afspraken gemaakt waardoor werkgevers eerder een contract voor onbepaalde tijd afsluiten, en in de helft van de nieuwe cao’s kregen werknemers meer zeggenschap over werktijden. „Een contract voor onbepaalde tijd is de beste koopkrachtverbetering voor mensen met een flexibel contract”, stelt Boufangacha.

Kabinet-Schoof

In september, voordat het aanstaande kabinet-Schoof zijn plannen voor komend jaar presenteert, zullen FNV en andere vakbonden hun nieuwe eisen presenteren. Vermoedelijk liggen de looneisen lager dan de maximaal 14 procent van vorig jaar.

Niettemin, benadrukt Boufangacha, blijft het doel om de inflatieachterstand volledig in te halen.