De benoeming van Mark Rutte tot secretaris-generaal van de NAVO is op een haar na geregeld. Rutte kreeg dinsdag de steun van Hongarije en Slowakije. Daarmee ontbreekt alleen nog de stem van Roemenië, dat te elfder ure president Klaus Iohannis naar voren schoof als kandidaat, maar die nu eigenlijk niet anders meer kan dan zich terugtrekken.
De lobby voor Rutte verliep aanvankelijk soepel, totdat Iohannis zich kandideerde, de Hongaarse premier Viktor Orbán volhardde in zijn verzet, Slowakije zich stilhield. Twee weken geleden legde Orbán twee eisen op tafel. Hij wilde niet deelnemen aan NAVO-activiteiten ten behoeve van Oekraïne en eiste excuses van Rutte voor diens kritiek op Hongaarse anti-lhbti-wetgeving.
Vorige week kwam Orbán al met secretaris-generaal Jens Stoltenberg overeen dat Hongarije buiten de steun voor Oekraïne blijft. Stoltenberg vloog speciaal voor die concessie, en dus ten behoeve van kandidaat Rutte, naar Boedapest. Het toneelstukje in Hongarije was vooral bedoeld voor Orbáns achterban – niemand kan een NAVO-lidstaat dwingen om aan alle NAVO-activiteiten deel te nemen.
Lees ook
NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg gaat naar Boedapest om Rutte te helpen
Maandagavond hadden Orbán en Rutte een door diplomaten zorgvuldig voorbereid onderonsje in de marge van een EU-top in Brussel. Het was een goed gesprek, was van beide kanten te horen. Rutte zei na afloop dat hij „voorzichtig optimistisch” was over de steun van Hongarije.
In het gesprek heeft Orbán geen excuses geëist, aldus Rutte. Wel spraken de twee af om „naar de toekomst te kijken”. Rutte zei dat hij de uitzonderingspositie van Hongarije wat betreft Oekraïne ook als secretaris-generaal zal steunen en het gesprek nog zou vastleggen in een brief. Een ‘knieval’-reisje naar Boedapest blijft Rutte daarmee bespaard.
Uitzonderingspositie
Orbán probeerde na afloop de vraag of Rutte excuses had aangeboden eerst te ontlopen met een grapje. „Excuses? Waarvoor? Dat hij is geboren?” Daarna: „Excuses? Excuses? Ik heb geen excuses nodig, van niemand. Zo’n type ben ik niet.” Belangrijker vond Orbán dat Rutte de uitzonderingspositie van Hongarije honoreert. Het gaat om de toekomst, zei ook Orbán, niet om het verleden.
In de brief, die Orbán dinsdag publiceerde, schrijft Rutte: „Ik heb kennis genomen van het feit dat enkele opmerkingen die ik maakte in 2021 als premier van Nederland, in Hongarije tot ontevredenheid hebben geleid. Mijn prioriteit in een mogelijk toekomstige hoedanigheid als secretaris-generaal van de NAVO zal zijn om eenheid te bewaren en alle bondgenoten te behandelen met eenzelfde niveau van begrip en respect.”
Excuses? Excuses? Ik heb geen excuses nodig, van niemand. Zo’n type ben ik niet
Rutte zal Nederland nog als demissionair premier vertegenwoordigen op een formele EU-top eind volgende week, als de knopen over de Europese topposities doorgehakt moeten worden. Als Roemenië groen licht geeft vergaderen de NAVO-ambassadeurs eerst informeel onder leiding van de langstzittende ambassadeur. Daarna moet een benoeming in een vergadering van de Noord Atlantische Raad, het hoogste politiek orgaann van NAVO, formeel worden bekrachtigd. De zaak zou dan ruim voor de NAVO-top in juli in Washington beklonken kunnen zijn.
Het komt dan ook niet slecht uit dat Nederland dit jaar eindelijk officieel de NAVO-uitgavennorm voor defensie van 2 procent van het bbp haalt. Maandagavond gaf Stoltenberg het nieuwste overzicht van defensie-uitgaven door de bondgenoten vrij. Nederland komt op 2,05 procent, aldus de rekenmethode van de NAVO. Den Haag heeft dit jaar 21,4 miljard euro voor Defensie begroot.
Lees ook
Wél een vergadertijger, maar krenterig op defensie. Heeft Rutte genoeg vinkjes voor de NAVO?
Drie jaar geleden was een Nederlandse NAVO-chef nog ondenkbaar geweest, omdat Den Haag vér achter bleef met defensie-uitgaven. Nederland was dat lid van de sportclub dat altijd sukkelt met zijn contributie en boze brieven van de penningmeester krijgt. In de afgelopen drie jaar heeft het kabinet onder leiding van Rutte als antwoord op de grootschalige Russische inval in Oekraïne een inhaalslag gemaakt. Net op tijd staat Nederland nu met 22 andere NAVO-landen in het goede rijtje.
President Obama
Al onder president Obama (2009-2017) ergerden de VS zich aan de lage uitgaven voor defensie van Europese bondgenoten. In 2014 werd afgesproken dat elke bondgenoot in tien jaar tijd naar 2 procent van het bbp zou groeien. Drie jaar geleden voldeden pas zes landen aan de norm.
Inmiddels geldt deze 2 procent – een enigszins arbitrair gekozen streefcijfer – als een minimum. In de NAVO gaan steeds meer stemmen op om verder te gaan, richting 3 of zelfs 4 procent. Polen zit inmiddels op 4,12 procent. Italië, Spanje en Canada zitten nog ver onder het minimum.
In het hoofdlijnenakkoord van het aanstaande kabinet-Schoof wordt de 2-procentsnorm geëerbiedigd, al bleek uit ambtelijke analyses dat de financiële dekking daarvoor slechts tot en met 2025 geregeld is.
Rutte was verheugd over de Europese NAVO-cijfers. „Als je ziet wat er in de wereld aan de hand is”, zei hij maandagavond, „dan moeten we gewoon onze eigen broek kunnen ophouden.”