Spijt van de Brexit, maar teruggaan is geen optie

Reportage

Na de Brexit Onder Conservatieve politici is het nog steeds een taboe: het hebben over de nadelen van de Brexit. Maar uit peilingen en op straat blijkt dat veel Britten spijt hebben. „Ik merk er niks van, behalve dan dat de prijzen zijn gestegen.”

Steeds komt in Banbury de beruchte rode bus langs. Die waarmee de Leave-campagne, met Boris Johnson als één van de prominente figuren, door het land toerde in 2016. Over de breedte van de bus stond in koeienletters dat de overheid de 350 miljoen pond die elke week naar Brussel ging, wel beter kon besteden.

Zo noemt bijvoorbeeld Jay Allen die bus. Hij is automonteur en woont even buiten Banbury. „We zouden door de Brexit toch, hoeveel was het, 350 miljoen pond besparen, die dan mooi naar de gezondheidszorg kon gaan? Ik heb er geen enkel bewijs van gezien.” Allen staat met zijn hazewindhond voor een tweedehands-gadgetwinkel op zijn vriendin te wachten. In de etalage liggen cameralenzen en toetsenborden.

Hier in Banbury, een oud marktstadje in het zuidoosten van Engeland, tussen Londen en Birmingham, stemde in juni 2016 bij het referendum de krapste meerderheid van heel Engeland vóór het vertrek uit de Europese Unie. Met precies vijfhonderd stemmen verschil was het kiesdistrict waarin Banbury ligt het meest verdeeld over de vraag of het Verenigd Koninkrijk de EU zou moeten verlaten. Leave won. De verdeeldheid is ook nu nog voelbaar, hier en daar gecombineerd met een dosis desillusie. En bij degenen die voor Remain hadden gestemd, voor blijven, het besef dat er voorlopig geen weg terug is.

Drie jaar geleden, op 31 januari 2020, deed het Verenigd Koninkrijk wat nooit eerder was vertoond: het land verliet de Europese Unie, een gemeenschap waar tot dan toe altijd alleen maar leden bíj waren gekomen. De afspraken over uittreding waren het resultaat van jaren van moeizame onderhandelingen tussen Brussel en Londen, en continue politieke chaos in Westminster.

Verkeerde besluit

Een coronapandemie, een oorlog in Oekraïne en drie Conservatieve premiers later zijn de eerste conclusies te trekken over de uittreding. Ja, het Verenigd Koninkrijk is weer een zelfstandige diplomatieke macht. Meteen na de inval in Oekraïne namen de Britten het voortouw in maatregelen tegen Rusland. En een ander succesmoment was tijdens de coronacrisis, toen het VK veel sneller kon beginnen met het vaccineren van de bevolking dan de EU-lidstaten, die de inkoop van vaccins gezamenlijk hadden geregeld.

Tegelijk presteert de Britse economie slechter dan vergelijkbare landen en brengen de eigen handelsakkoorden met niet-EU-landen nog lang niet de welvaart en bloeiende export die bedrijven was voorgespiegeld. Vaak zijn die akkoorden nog niet eens gesloten, zoals met de Verenigde Staten, een belangrijk handelspartner – een deal laat waarschijnlijk nog jaren op zich wachten. En de immigratie naar het VK is de afgelopen jaren niet afgenomen, zoals beloofd door de Brexiteers, maar juist toegenomen.

Het Brexit-kamp won in Banbury met precies vijfhonderd stemmen verschil. Foto Justin Griffiths-Williams

Veel Britten konden de afgelopen jaren het B-woord niet meer horen. De uittreding was eindelijk een feit, de onderhandelingen voorbij, laten we erover ophouden. Maar inmiddels tekent zich een trend af: steeds vaker zijn burgers van mening dat de Brexit geen goed idee was – ze hebben bregrets, grappen de media.

Peilingbureau YouGov stelde eind vorig jaar vast dat een meerderheid van 56 procent denkt dat het verlaten van de EU, met haar vrije verkeer van goederen en diensten, het verkeerde besluit was. Andere onderzoeken laten dezelfde beweging zien. Volgens een peiling in opdracht van denktank UK in a Changing Europe zou bij een hypothetisch nieuw referendum 57 procent ervoor stemmen om weer tot de EU toe te treden. De overige 43 procent blijft liever buiten de Unie.

Sinds de zomer van vorig jaar loopt dat percentage critici langzaam maar zeker op. Ongeveer één op de vijf Britten die vóór vertrek heeft gestemd, is inmiddels van mening veranderd. Als belangrijkste reden geven de meeste van hen (25 procent) dat „het leven erop is achteruitgegaan”. Zo’n 19 procent wijt de stijging van kosten van het dagelijks leven aan de Brexit, en 10 procent noemt de negatieve impact die de uittreding heeft gehad op handel.

In 2016 hoorde automonteur Jay Allen bij de 50,3 procent in Banbury die voor uittreden stemde. Hij vond het belangrijk dat het VK weer soeverein in de besluitvorming zou zijn, „zoals vroeger toen het VK ook alleen tegen de wereld ten strijde trok”. „En iets van verandering leek me goed. Maar ik merk er niks van, behalve dan dat de prijzen zijn gestegen. Voor zover ik het kan beoordelen, heb ik voor iets gestemd dat niks heeft uitgemaakt.”

Automonteur Jay Allen stemde voor Brexit. „Maar ik merk er niks van, behalve dan dat de prijzen zijn gestegen.”

Enorm teleurgesteld is Allen niet, hij haalt zijn schouders erover op: „Dit is ongeveer wat ik had verwacht van onze overheid.” Al heeft hij wel zijn conclusies getrokken en gaat hij bij volgende verkiezingen waarschijnlijk niet meer stemmen. „Het heeft toch geen zin. Alleen als je rijk bent en machtig, dan trekt de politiek zich iets van je aan.”

Electoraat verjongt

Méér dan door tot inkeer gekomen spijtoptanten verandert de publieke opinie doordat het electoraat de afgelopen zes jaar is verjongd. Stemgerechtigde achttienplussers van nu vinden het zonde dat het VK uit de EU is vertrokken. Terwijl de groep ouderen die juist voor uittreding stemde, heel langzaam maar zeker uit de statistieken verdwijnt.

Die generatiekloof is precies wat Simon Flynn om zich heen ziet, hij is zelf halverwege de veertig en zit tussen beide generaties in. Hij zit aan een opklaptafel in de hippe foodcourt van het overdekte winkelcentrum in Banbury, met Mexicaans streetfood, sushi, koffietentjes en kraampjes die allerlei soorten fudge verkopen. Zijn ouders en hun partners stemden alle vier vóór Brexit, hij en zijn zus waren juist voor blijven. Een paar van zijn vrienden hadden ook voor vertrekken gestemd, maar die hadden meteen de dag erna spijt. „‘We hebben een fout gemaakt’, zeiden ze, ‘we hadden niet door hoe belangrijk dit was’.”

 

Ook Simon Flynn noemt de rode bus en de belofte miljoenen ponden in de nationale gezondheidsdienst NHS te steken. „Wat een onzin was dat. Het probleem was dat mensen het geloofden en op het verkeerde been zijn gezet.” Juist de NHS is de afgelopen maanden in het nieuws door recordwachttijden voor patiënten en personeelstekorten. Hij zou graag zien dat het VK weer toetreedt tot de EU, maar vindt het niet waarschijnlijk dat het snel gebeurt. „Ik hou van Europa en denk dat samenwerken veel beter is, tegen Rusland en als het bijvoorbeeld om klimaatverandering gaat. Maar er zal een generatie overheen moeten gaan voordat een lidmaatschap weer acceptabel is.”

Het oude marktstadje Banbury stemde in juni 2016 bij het Brexit-referendum met de krapste meerderheid van heel Engeland voor het vertrek uit de EU. Foto Justin Griffiths-Williams

Uiteindelijk, zegt hij, was immigratie voor veel Britten de belangrijkste overweging om voor de Brexit te stemmen. „Omdat de immigranten onze banen zouden afpakken, dat idee. Maar ik denk dat veel mensen niet helemaal begrepen dat je door uittreding niet alle immigranten zou tegenhouden.”

Sinds de Brexit is de netto immigratie toegenomen, al gaat het nu vooral om burgers van buiten de EU die naar het VK komen. Een deel van die stijging is incidenteel en kwam in 2022 door gevluchte Oekraïners en Hongkongers die asiel hebben gekregen vanwege de problemen in hun thuisland. Maar ongeveer een kwart van de stijging bestaat uit werkvisa voor mensen van buiten de EU, de meeste komen uit India, de Filippijnen en Nigeria. Ze doen seizoensarbeid of werken in de gezondheidszorg. Typisch werk dat anders waarschijnlijk naar Europeanen was gegaan.

Brexit was geen misser

De Brexit heeft de negatieve sentimenten over immigratie bij het EU-kritische deel van de bevolking niet verholpen. De bevestiging daarvan wandelt in Banbury op straat, een keurig ouder echtpaar stiefelt arm in arm naar hun auto. Zij en bijna al hun vrienden waren vóór het vertrek uit de EU en dat zijn ze nog steeds, zegt de dame van het stel, die liever anoniem blijft. „Het is prettig om weer op onszelf aangewezen te zijn.”

Ze spreekt schande van asielzoekers die op kosten van de staat in hotels verblijven in afwachting van hun asielprocedure. Drie hotels in Banbury bieden ook zulk onderdak. „De Polen hier werken hard, maar déze mensen komen hierheen en zitten de hele dag op hun telefoon te kijken. Zorg ervoor dat die mensen het land niet inkomen.” Ja, knikt haar man: „Dat geld kunnen ze beter aan de NHS uitgeven.” Volgens hen was niet de Brexit een misser, maar is het de huidige regering die de fouten maakt.

 

Voor de Britse politiek is de uittreding ook drie jaar na dato nog steeds een heikel probleem. Het taboe op negatieve gevolgen van de Brexit is er, zeker bij de Conservatieve regeringspartij, nog niet af. Zíj maakten immers onder leiding van ex-premier Johnson de afspraken met Brussel, die harde, magere afspraken waarmee het VK voortaan buiten de Europese interne markt en de douane-unie viel. Daardoor ontstonden de rijen vrachtwagens bij de oversteek naar Frankrijk in Dover, hadden de supermarkten – af en toe – lege schappen en de pompstations geen benzine meer op voorraad.

In het vreugdevuur ermee

De Conservatieven waren de afgelopen jaren bovendien meer met zichzelf bezig dan met de best mogelijke afhandeling van de Brexit. De dubieuze relatie met de werkelijkheid van ex-partijleider Boris Johnson begon hem op te breken. Na een reeks affaires en integriteitskwesties trad hij vorig jaar af, waarna maanden van interne partijchaos volgden.

Dus het grote spreekwoordelijke vreugdevuur waarin de Tories alle onzinwetgeving uit Brussel hadden willen gooien, is er nog steeds niet van gekomen. Het speciale ‘ministerschap voor Brexit-kansen’ dat Johnson had bedacht, hief zijn opvolger Liz Truss alweer op. En haar flitspremierschap van nog geen twee maanden was te kort om substantieel verschil te maken.

Huidig premier Rishi Sunak heeft de wetgeving over de herroeping van EU-regels overgenomen – in zijn campagne voor het leiderschap van de Conservatieve Partij vorig jaar maakte Sunak een filmpje waarop hij demonstratief stapels A4’tjes met ‘EU-wetgeving’ erop door de papierversnipperaar gooit. Toegeven dat er ook nadelen aan de Brexit blijken te zitten en dat de economische problemen van het VK in elk geval deels door de uittreding komen, heeft ook Sunak nog niet gedaan.

Weronika Socha runt een populaire Poolse supermarkt in Banbury, een plaatsje in het zuidoosten van Engeland. In het dagelijks leven merkt ze weinig meer van de Brexit. Foto Justin Griffiths-Williams

Afgelopen week stemde het Lagerhuis in eerste aanleg in met de ‘vreugdevuurwet’, waardoor aan het einde van dit jaar zo’n vierduizend Brusselse wetsartikelen zouden kunnen vervallen. Alle ministeries moeten hun wetgeving doorpluizen en van de EU-regels nagaan of die ingetrokken kunnen worden of hervormd moeten worden.

Er bestaan grote twijfels over dit plan: omdat het voor ambtenaren een gigantische klus is, eigenlijk niet te doen in minder dan een jaar. Bovendien zitten er regels bij die géén onzin zijn, zoals wettelijke bescherming van werknemers en consumenten, of milieuwetgeving. Aanpassingen of het intrekken van zulke regels zou ook steeds een politieke keuze betekenen, niet alleen een ambtelijke. Maar de tijd dringt voor Sunak. Volgend jaar zijn er landelijke verkiezingen en ook onder Conservatieve stemmers neemt de scepsis over het succes van de Brexit toe. Hij kan zo’n vreugdevuur goed gebruiken in de beeldvorming.

Oppositiepartij Labour probeert intussen over te brengen dat als zij die verkiezingen winnen en aan de macht komen, ze een redelijke middenweg willen vinden. Opnieuw toetreden of onderhandelen over toegang tot de Europese interne markt is volgens partijleider Keir Starmer geen optie, maar een vriendelijker en constructiever verhouding met de EU moet ervoor zorgen dat economische problemen makkelijker worden opgelost. Make Brexit work.

Grote vraag is voor Labour of hun voormalige kiezers in het noorden van Engeland zich hierin kunnen vinden; zij stapten bij de laatste verkiezingen in 2019 massaal over van Labour naar de Conservatieve Partij, omdat Boris Johnson beloofde de Brexit voor elkaar te krijgen.

Politiek een bende

Of haar buurtgenoten nou bregrets hebben of niet, in het dagelijks leven merkt Weronika Socha weinig meer van de Brexit. Ze runt de populaire Poolse supermarkt Smakolyk net naast de grote winkelstraat: ze verkoopt Tyskie-bier en Oekraïense borsjtsj uit de diepvries. De opstartproblemen met papierwerk die ze vlak na de uittreding had, zijn allang voorbij. „Alleen de prijzen zijn gestegen, maar die zijn in Polen zelf ook de lucht in geschoten sinds de oorlog in Oekraïne.” Sommige vleeswaren zijn nu bijna dubbel zo duur – daar klagen klanten wel over, maar ze kan er weinig aan doen.

Banbury heeft een vrij grote Poolse gemeenschap, vertelt Socha. Van discriminatie merkt ze weinig. Op die ene man na die altijd moppert over hun afvalcontainers, die voor de winkel op straat staan. „Hij heeft nooit letterlijk ‘ga terug naar je eigen land’ tegen me gezegd, maar wel dingen als ‘waarom ben je hier, je staat in de weg, ik heb zo geen ruimte’. Ach, dat is één iemand, over het algemeen zijn Britten vriendelijk.”

Ze heeft zelf al jaren een Britse partner, die tegen de Brexit was. Bij het referendum heeft ze nog geprobeerd hem over te halen te stemmen, maar hij is niet gegaan. „Zo politiek geïnteresseerd is hij niet.” Zoals dat voor meer jongeren gold destijds.

Hoewel veel Oost-Europese migranten sinds het referendum het VK hebben verlaten, heeft Socha nooit overwogen terug naar Polen te verhuizen. „Al is het hier niet meer zo geweldig als vroeger, als tien of vijftien jaar geleden. En de politiek maakt er een bende van.” Zo vat ze, bijna zeven jaar na het referendum, de conclusie van de uittreding wel zo’n beetje samen: de Brexit heeft het VK niet de verbetering in welvaart en levensstandaard gebracht waar veel Leave-stemmers op hadden gehoopt.

Hoe is het nu met de hoofdrolspelers uit het Brexit-tijdperk? En hebben ze spijt?

Nigel Farage

Professioneel stoorzender

Zijn rol toen: De Brexit was er nooit van gekomen zonder stoorzender Nigel Farage. Als leider van de UK Independence Party (UKIP) was hij één van de drijvende krachten achter het idee om uit de Europese Unie te stappen. Na het referendum in 2016 bleef hij druk uitoefenen op de Conservatieve Partij om de Brexit zo hard mogelijk te krijgen.

Zijn rol nu: Farage blijft de Conservatieven graag het leven zuur maken. Vorig jaar heeft hij geprobeerd om rond de klimaatdoelstellingen van het kabinet, die hij te ambitieus vindt, ook een referendum af te dwingen. Dat is mislukt; de meeste Britten steunen de klimaatplannen.

En, heeft hij spijt? Welnee. En dankzij zijn eigen televisieshow op nieuwszender GB News heeft hij een lekker platform om de Conservatieve Partij te bekritiseren. Onlangs lekte uit dat de regering van premier Rishi Sunak op betere voet zou willen komen met Brussel en handelsafspraken met de EU zou willen. Farage waarschuwde dat een terugkeer naar de politiek niet op zijn bucket list staat, maar dat hij niet aan de kant kan blijven staan als zoiets zou gebeuren. „Zie het als dreigement.”

Dominic Cummings

Wraakzuchtige ex-adviseur

Zijn rol toen: Cummings was in 2016 de campagnedirecteur van Vote Leave. En hij bedacht de campagneleus die zo goed aansloeg: Take back control. Nadat Boris Johnson in 2019 een grote verkiezingszege had geboekt en premier werd, benoemde hij Cummings als zijn naaste adviseur.

Zijn rol nu: Min of meer uitgespeeld. In november 2020 gingen Cummings en Johnson op slechte voet uit elkaar en sindsdien liet Cummings geen kans passeren om te wijzen op fouten die Johnson maakte in de tijd dat hij met zijn neus erbovenop zat in Downing Street. Maar Johnson is weg en dus zijn ook Cummings’ herinneringen minder relevant. Nu timmert hij aan de weg als politiek commentator.

En, heeft hij spijt? Zoiets weet je bij Cummings nooit zeker. In een interview met de BBC zei hij op de vraag of hij de Brexit nog een goed idee vond, dat „bij iedereen die op zo’n vraag met zekerheid antwoord geeft, een steekje los zit”. Hij gaf ook min of meer toe dat ze de Brexit-campagne met onwaarheden gewonnen hebben: hij wist dat de bedragen die ze noemden over de Britse afdracht aan Brussel, niet klopten.

Theresa May

Premier van de mislukte deals

Haar rol toen: Theresa May trad na het referendum in 2016 aan als premier nadat David Cameron was opgestapt vanwege de uitslag. De hardliners in haar partij, die een zo hard mogelijke Brexit wilden, wezen tot drie keer toe de afspraken af die zij met de Europese Unie probeerde te maken.

Haar rol nu: May zit nog in het Lagerhuis en heeft de last van het premierschap dat haar zo zwaar leek te vallen, volkomen van zich af laten glijden. Vorig jaar kwam ze in een glittergalajurk naar de vertrouwensstemming over de positie van Boris Johnson. En ze hield een geestige toespraak over wijlen Queen Elizabeth. May beschreef hoe ze bij een picknick in Schotland een stuk kaas op de grond liet vallen. Ze legde de kaas snel weer op tafel en toen ze zich omdraaide, zag ze hoe de koningin alles had gezien. Die hield haar mond.

En, heeft ze spijt? Dan vooral dat háár deals er nooit doorheen kwamen. In aanloop naar het referendum hield May zich aan de regeringslijn dat blijven beter was. Na de uitslag zei ze tegen haar politiek adviseur dat „degenen die voor de Brexit hadden gestemd, er het zwaarst onder zouden lijden”.

David Frost

Onverstoorbaar Brexit-onderhandelaar

Zijn rol toen: Voormalig diplomaat David Frost is een hardliner die namens de Conservatieve regering van Boris Johnson de uiteindelijke afspraken met Brussel wist te bereiken. Hij liet altijd de No Deal-Brexit boven de gesprekken hangen: als het niet ging zoals het VK wilde, dan kwamen er wat hem betreft helemaal geen afspraken.

Zijn rol nu: Het leek er vorig jaar even op dat David Frost minister zou worden in het kabinet van premier Liz Truss, de eerste opvolger van Boris Johnson en net als Frost van de libertaire rechterflank van de Conservatieve Partij. Maar de twee posten die ze hem had aangeboden, zou hij niet goed genoeg hebben gevonden.

En, heeft hij spijt? Zeker niet. „Brexit werkt, we hebben geen reden om spijt te hebben van het besluit dat ons land heeft genomen”, zei hij vorig jaar. Volgens hem komende de tegenvallende economische cijfers in het Verenigd Koninkrijk vooral door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. Helemaal in character zei Frost ook dat het bij de EU lag om de verhoudingen met het VK te verbeteren. „Kan de EU boven zichzelf uitstijgen, of blijven ze ons lastig vallen en de les lezen?”