De spinazie is op. Je loopt in de supermarkt of groentewinkel sinds een week grote kans mis te grijpen. „De laatste keer dat ik het me kan herinneren was acht jaar geleden. Toen was er ook een paar weken niets te krijgen”, zegt Corné Boeren (57), spinazieteler in Lies, een gehucht bij Breda.
Met enige droefheid wandelt hij langs de percelen. Onder normale omstandigheden is spinazie 28 tot 30 dagen na het zaaien oogstklaar. „Maar dat gaan deze broeders niet redden”, zegt hij mismoedig, gehurkt, enkele kleine plantjes liefdevol uit de grond trekkend. Het duurt lang voordat zijn spinazie volgroeid is. „Ik zit nu dik over de vijf weken.”
Oorzaak van de spinazieschaarste is de aanhoudende regen, eigenlijk al vanaf oktober vorig jaar. „Ik heb deze spinazie anderhalve week geleden gezaaid”, vertelt Boeren. „Tussen de buien door.” De blaadjes zijn gelig, wortels zijn afgestorven, kleine haarwortels ontbreken of zijn te klein om er voeding mee uit de grond te halen.
Dit voorjaar kon hij slechts de helft van de plantjes oogsten. Hij heeft gisteravond volgroeide spinazie van het land gehaald. Na veertig dagen. „Ik schat dat er in die veertig dagen 280 millimeter regen op is gevallen.” Normaliter is dat 80 millimeter. Bovendien staat het grondwater door de aanhoudende regen hoog. „Daardoor kan het regenwater niet snel naar beneden. Dan krijg je plassen.”
De dupe van de tegenvallende oogsten zijn spinazie-eters, maar zeker ook de producenten; vooral de boeren die vaste contracten hebben met vaste prijzen bij inkooporganisaties. Door de spinaziedip stijgen de prijzen. „De meeste boeren profiteren daar niet van”, zegt Ton Slagter, teler van vollegrondsgroente in het Noord-Hollandse Lutjebroek, en bestuurslid van de vakgroep akkerbouw en vollegrondsgroente van boerenorganisatie LTO Nederland. „De meeste boeren zitten vast aan hun contract. Alleen de boeren zonder contract profiteren, want reken maar uit: als je 70 procent kunt leveren voor de dubbele prijs, kom je goed uit.”
Dat voordeel geldt inderdaad voor een minderheid van de telers, stelt Bert Smit, onderzoeker duurzame plantaardige productie aan Wageningen University & Research, en hangt samen met het product. „Als de prijs van prei, sla, aardbeien en asperges ineens stijgt, dan ben je als teler spekkoper.” Een groente als spinazie komt vaak bij de conservenindustrie. „Die contracten voorzien in een strak oogstritme met vaste prijzen.”
Duiven, hazen en slakken
Na het tekort aan verse spinazie ligt er binnenkort ook minder bloemkool, broccoli en sla in de schappen, vermoedt Ton Slagter. „Het aanbod zal dit jaar 20 tot 25 procent minder zijn.” Als oorzaken noemt hij behalve de aanhoudende regen ook vraat van ganzen, duiven, hazen en konijnen. „Die vreten juist de goede percelen kaal.” Ook slakken doen gewassen kwaad. „Biologische bestrijdingsmiddelen zijn niet afdoende. Terwijl er voor een slak op de sla bij de consument nul tolerantie is.” Ten slotte noemt hij het natte én warme voorjaar. „We hebben eerder moeten oogsten dan normaal. Daardoor is er een gat gevallen.”
Op zijn bedrijf even buiten Breda zaait Corné Boeren om de dag een deel van zijn percelen in met spinazie. „Zodat we de hele week continu kunnen oogsten.” Spinazie groeit normaliter snel, dus er kan jaarlijks een keer of vier worden geoogst, op zijn 28 hectare. Helaas lukt continu oogsten al lang niet meer. „De laatste percelen van vorig jaar hebben we ook al niet kunnen oogsten, door alle regen in oktober. En het heeft sindsdien voortdurend geregend.”
Boeren is voor het overgrote deel afhankelijk van spinazie. Hij heeft ook wel wat sla staan, rucola bijvoorbeeld. „Maar kijk eens naar die gele blaadjes. Daar kan ik ook niks meer mee.” Hij kan zijn schade nergens verhalen. „Dit heet ondernemersrisico. Dit gaat van het bedrijfsresultaat af. Als je niet oppast, sta je straks in de rode cijfers.” Anderzijds: „We calculeren tegenvallers in. Zodat we een paar weken kunnen rondkomen. Wie weet blijft het de rest van het jaar wel droog.”
De nieuw aangetreden LTO-voorzitter Ger Koopmans pleitte onlangs voor het verhogen van de subsidie op het afsluiten van een verzekering tegen extreme weeromstandigheden. Een goed voorstel, vinden de boeren, voor akkerbouwers die bijvoorbeeld aardappelen, uien en bieten verbouwen en die soms in één klap hun oogst zien mislukken. Voor telers van vollegrondsgroente zou een fiscale vrijstelling echter urgenter zijn, stelt Ton Slagter; dat wil zeggen dat je een deel van je inkomen opzij mag leggen voor een ‘rampenpot’ zonder dat je daarover belasting hoeft te betalen.
Waar spinazieteler Corné Boeren echter vooral mee geholpen zou zijn, zegt hij, is als keurmeesters minder rigide zouden zijn. „Keurmeesters vinden dat de spinazie het gehele jaar door precies hetzelfde moet zijn. Net als luiers of zo. Als iets wat in de fabriek wordt gemaakt.” Supermarkten kopen volgens hem liever helemaal geen groente in dan dat ze een groente moeten verkopen waarvan de houdbaarheid tijdelijk wat minder lang is. „Het gaat om financieel gewin. Als de supermarkten een zak moeten weggooien, kost hun dat geld. Dus dan zeggen ze: dan maar helemaal geen spinazie.”
Onderzoeker Bert Smit: „Supermarkten willen graag het hele jaar continu aanvoer van hoge kwaliteit. Als de kwaliteit minder is, betalen ze vaak ook minder. Maar als het aanbod echt daalt, is mijn indruk dat de inkopers iets eerder genoegen nemen met een wat mindere kwaliteit.”
Spinazieteler Boeren wandelt langs zijn percelen. Af en toe klinkt een luide knal waarmee hij duiven verjaagt. Boeren hoopt dat de regen stopt. „Mensen zeggen wel eens dat ik zo chagrijnig word als het gaat regenen. Tja, ik heb het liever droog. En als het erg droog wordt, kan ik altijd zelf beregenen.” Hij wijst naar boven, naar de wolken. „Dit is het enige wat we nog niet kunnen regelen.”