Voor de ‘persoonlijke’ AI op Apple’s iPhone en Microsofts Copilot-pc ben je een open boek. Maar wie leest er mee?

Zowel iPhones als Windows-pc’s krijgen ingebouwde AI die grasduint in persoonlijke data: mails, browsergeschiedenis, foto’s, locaties en appberichten. De nieuwe, compacte AI-modellen werken lokaal, maar toch zijn er zorgen over privacyrisico’s.


Animatie Roel Venderbosch

Kijk, het past ook gewoon in je broekzak. Dat is de boodschap achter Apple’s slogan ‘AI for the rest of us’, vrij vertaald: kunstmatige intelligentie voor iedereen.

Het techbedrijf introduceert een draagbare variant op grote AI-modellen als ChatGPT, die teksten, beelden en andere digitale media verzinnen en computerklussen automatiseren. De wereld houdt zijn adem in om te zien hoeveel werk AI uit handen gaat nemen. Voor mensen met een echte baan – iets met je handen, bijvoorbeeld – is het nog een ver-van-mijn-bedshow. Tot het moment dat Apple, tegelijk met Microsoft, AI standaard in zijn besturingssystemen stopt – en het zich met je persoonlijke leven gaat bemoeien.

De AI-modellen die bedrijven als OpenAI, Google en Meta ontwikkelen, zijn log, verre van foutloos en soms slordig met data. Daar durft Apple zijn vingers niet aan te branden. Het bedrijf ontwierp compactere AI-varianten die ‘lokaal’ werken, op een telefoon of een computer. Zo’n gespecialiseerd model kan weliswaar minder, maar maakt ook minder fouten. En het werkt sneller dan opdrachten heen en weer sturen naar een datacenter.

Supercycle voor iPhones

Alvast één kanttekening bij Apple’s ‘AI voor iedereen’-belofte. Die geldt niet voor elke portemonnee. Je hebt er de allerduurste iPhone voor nodig, of een Mac met een recente chip. Het is dus een manier om nieuwe apparaten te verkopen – investeerders in Apple hopen op een ‘supercycle’, een jaar waarin veel meer gebruikers dan normaal hun toestel upgraden.

Wat kun je met die ‘Apple Intelligence’? Siri, de kwakkelende Apple-assistent, krijgt een verjongingskuur. En naast gangbare trucs als tekstsuggesties, beeldbewerking, vertalingen en samenvattingen wil Apple het dagelijkse gehannes op een telefoon automatiseren. Het AI-model graaft in mail- en chatberichten, duikelt vergeten concerttickets en dringende afspraken op en berekent de kortste route naar de spreekwoordelijke schooluitvoering van je (klein-)kinderen.

Apple is dol op dat soort uit het leven gegrepen voorbeelden. Zoals: als je je moeder moet ophalen van het vliegveld, dan zoekt je iPhone uit hoe laat haar vlucht aankomt, door haar mailtje uit je inbox te analyseren en de gegevens te vergelijken met een actuele lijst met aankomsttijden.

Dat scheelt je minstens vijftien seconden van je leven. Maar het hoeft maar één keer fout te gaan – ‘waar bleef je nou?’ – en je vertrouwt nooit meer op automatisch iPhone-advies, of op je familie.

Telefoons staan vol privéfoto’s, gezondheidsdata, financiële gegevens en intieme gesprekken met familieleden en collega’s. Volgens Apple kun je die data rustig door je iPhone laten analyseren, omdat de AI-modellen op het toestel zelf draaien en er niets met de buitenwereld gedeeld wordt. Helemaal lokaal werkt het Apple-model echter niet. Voor opdrachten die te ingewikkeld zijn voor de iPhone, wordt een hulplijn ingeschakeld: een AI-clouddienst die op afstand meedenkt en afgeschermd is tegen meekijkers.

Zelfs Apple weet niet wat zich op die servers afspeelt. Zegt Apple. Maar ook al zit het technisch blijkbaar snor, dan nog zullen anderen proberen die zeer persoonlijke data in handen te krijgen. Opsporingsdiensten kunnen nu ook al toegang eisen tot de opslagdiensten in de cloud.

Generatieve AI is een juridisch mijnenveld voor Apple. Het bedrijf wil geen gedoe met deepfakes en laat je daarom geen fotorealistische plaatjes genereren. Het AI-model is getraind op data waaruit scheldwoorden zijn verwijderd, zodat Siri niet gaat vloeken. Voor algemene vragen die ‘ze’ niet zelf aankan, schakelt Siri de hulp in van ChatGPT. Apple meldt dan duidelijk dat Siri niet verantwoordelijk is voor de inhoud. Wat ChatGPT ook hallucineert, Apple wast zijn handen in onschuld.

De pc wordt echt persoonlijk

Eerder deze maand toonde Microsoft zijn variant op de lokale AI-modellen, speciaal voor Windows. Copilot+, zo heten de nieuwe personal computers die zo krachtig zijn dat ze zelf (kleinere) AI-berekeningen aankunnen.

Hoe klein is klein? Microsofts eigen Phi-3-model, telt bijvoorbeeld minder dan vier miljard parameters – het aantal variabelen in het model. Ter vergelijking: ChatGPT-4 zou 1.700 miljard parameters bevatten.

In de nieuwe Windows 11-versie kun je met AI teksten en beelden genereren en live vertalen. Eigenlijk alles wat je met ChatGPT of Dall-E kunt doen, maar dan sneller. Microsoft houdt de deur open voor andere AI-modellen – Apple doet dat trouwens ook.

Om zoveel mogelijk opdrachten lokaal te verwerken, stelt Microsoft hoge eisen aan de hardware: 16 gigabyte werkgeheugen en een chip met een opgevoerd AI-deel. Deze nieuwe Windows-laptops kunnen zich in snelheid en batterijduur meten met Apple’s MacBooks. De pc-branche hoopt dat de nieuwe Windows-functies reden genoeg zijn om een nieuw apparaat te kopen. Dat gaat tegen de trend in: je kon juist langer met je computer doen, omdat de meeste software in datacenters draait. Nu moet je weer gaan letten op rekenkracht, uitgedrukt in ‘tops’ – trillion operations per second.

De chipmarkt krijgt het er druk mee: de supercycle van pc’s en telefoons volgt op de supercycle van Nvidia. Vanwege deze AI-chips, en alle chips die nodig zijn om de AI-modellen te voeden met data, rekent chipmachinemaker ASML op een explosieve groei in Brabant. Zo komt AI vanzelf dichtbij.

Het alziend oog

Techbedrijven zijn zo enthousiast over de nieuwe AI-functies dat ze de nadelen snel over het hoofd zien. Microsoft verslikte zich bijvoorbeeld in ‘Recall’. Het is een alziend oog dat elke vijf seconden een screenshot maakt van wat je ook aan het doen bent op je computer. Die gegevens worden drie maanden lang bewaard en geanalyseerd. Microsoft geeft een voorbeeld van een toepassing: je bekeek eerder op de dag een lekker recept voor een pizza met geitenkaas, maar bent vergeten waar je het precies zag. Recall vindt het meteen – eet smakelijk.

Veiligheidsexperts kwamen erachter dat Recall in de Windows-testversie beroerd beveiligd is. Een potentieel privacydrama, als je bedenkt dat Recall ook wachtwoorden, bedrijfsgeheimen, ranzige webbezoekjes of beveiligde chatberichten kan vastleggen. Het is een goudmijn voor hackers, afpersers en opsporingsdiensten.

Microsoft ziet het probleem niet zo, omdat Recall lokaal wordt opgeslagen, op de pc zelf. Maar het ongemak groeit, nog voor de eerste Windows Copilot+-laptop in de winkel ligt. De Britse toezichthouder ICO stelt dat bedrijven als Microsoft zich eerst moeten bezinnen op de privacyrisico’s voordat ze een product uitbrengen. Al lijken AI-trucs leuk, het belangrijkste is dat je ze straks ook uit kunt zetten.