Het lijkt lang geleden, maar veel jongeren hebben nog altijd last van de lockdowns

Stagiairs kregen overal te horen dat hun stage niet doorging, terwijl die wel verplicht was voor hun opleiding. Studenten brachten hun eerste studiejaar gedwongen thuis door met online colleges, zonder kennismaking met andere eerstejaars of ergens een feestje. Middelbare scholieren hingen hele dagen rond in hun slaapkamer achter twee schermen: een waarop de docent te zien was, een ander met YouTube- en TikTok-filmpjes. En groep 8-leerlingen liepen de musical en het eindkamp mis en daarmee hun belangrijke afscheidsmoment van de basisschool.

De maandenlange lockdowns, de avondklok, het met het hele gezin gedwongen thuiszitten, de gesloten sportverenigingen en uitgaansgelegenheden – het lijkt allemaal lang geleden. Veel mensen hebben hun ‘oude’ leven weer opgepakt, maar vooral jongeren kampen met ernstige naweeën van de coronapandemie.

De mentale gezondheid van jongeren tussen de 12 en 25 jaar is nog altijd slechter dan in de periode voor corona, blijkt uit het tussentijdse rapport In de luwte van de coronapandemie van het RIVM, onderzoeksinstituut Nivel, de GGD’s en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, dat deze donderdag wordt gepresenteerd. Vier op de tien jongeren heeft last van psychische klachten en eenzaamheid, zo’n 15 procent kampt met suïcidale gedachten. De achteruitgang van hun mentale gezondheid begon vaak tijdens of direct na de lockdowns, en duurt nog altijd voort.

Het rapport, in opdracht van het ministerie van VWS, maakt deel uit van een vijfjarig onderzoek naar de effecten van de coronamaatregelen op de gezondheid en het welzijn van de bevolking. Het eindrapport verschijnt naar verwachting in 2026.

Langdurige klachten

Wat opvalt is de omvang en langdurigheid van de klachten, schrijven de onderzoekers. Zo is het aantal doorverwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg (ggz) gegroeid. Meisjes en vrouwen uiten relatief vaker klachten dan jongens en mannen.

Volwassenen en ouderen hebben een relatief stabiele mentale gezondheid, vergelijkbaar met de pre-coronatijd, staat in het rapport. Maar juist voor jongeren – in de levensfase dat ze zelfstandig worden en ontmoetingen met leeftijdsgenoten zeer belangrijk zijn – hadden „de strikte contactbeperkende maatregelen een negatief effect”.

Nivel-onderzoeker en bijzonder hoogleraar crises, veiligheid en gezondheid Michel Dückers wijst op laatste lockdown, de Omikron-lockdown, van eind 2021 tot begin 2022. Het was de tweede winter-lockdown op rij, ditmaal zonder een avondklok. „De Omikron-lockdown had serieuze negatieve gevolgen”, zegt Dückers. „Een op de vijf jongeren had toen last van zelfmoordgedachten, dat was daarvoor een op de tien, en dat aantal daalt nauwelijks. Dat herstelt maar heel langzaam.”

Een op de vijf jongeren had toen zelfmoordgedachten, dat aantal daalt nauwelijks

Michel Dückers
Nivel-onderzoeker

De onderzoekers concluderen dat de nadruk tijdens de coronapandemie lag bij infectiebestrijding, de zorg toegankelijk houden en het beïnvloeden van het gedrag van mensen. Bij een nieuwe pandemie is het van belang dat onmiddellijk een uitgebreide, representatieve monitoring van gezondheid en welzijn wordt opgestart, staat in het rapport. Dückers zegt: „Dat is hier niet gebeurd, daar was geen aandacht voor. Het ging toch steeds weer om de waan van de dag. De acute situatie had de overhand.”

Dückers noemt als voorbeeld dat hij en zijn mede-onderzoekers pas in september 2021 konden starten met het monitoren van de mentale gevolgen van de coronamaatregelen, terwijl ze dat al in juni 2020 hadden voorgesteld. Het Maatschappelijk Impact Team (MIT), dat de sociale, maatschappelijke en economische impact van corona op de samenleving in kaart moest brengen, ging zelfs pas in de zomer van 2022 aan de slag; tweeënhalf jaar na de uitbraak. Dückers: „Terwijl er vanaf het begin genoeg experts waren die waarschuwden voor deze gevolgen. Had je al eerder gegevens gehad door goed te monitoren, had dat zomaar tot andere afwegingen kunnen leiden.” Het kabinet wil het MIT vanaf augustus ‘in waakstand’ zetten; dat kan dan bij een nieuwe gezondheidscrisis snel weer worden ingeschakeld.

Het rapport wijst er ook op dat de „aard en toon van de crisiscommunicatie bij een toekomstige crisis aangepast moet worden, zodat er meer aandacht is voor bijbehorende emoties”. Dückers wijst op de veelbekeken persconferenties van het kabinet: „Een nogal eenzijdig verhaal, gericht op besmettingen, zorgcapaciteit en de naleving van maatregelen. Je moet juist de dilemma’s benoemen, erkennen dat maatregelen pijn doen. Als je de scholen sluit vanwege oplopende besmettingen, vertel er dan bij dat de mentale gezondheid van mensen goed in de gaten wordt gehouden.”


Lees ook

Bij een nieuwe pandemie is er in Nederland weer een tekort aan IC’s en tests

Behandelkamer in het Erasmus Medisch Centrum in de zomer van 2021.

Pandemische paraatheid

Maart vorig jaar stelde het kabinet vast dat corona de ‘endemische fase’ had bereikt en werden de laatste maatregelen afgeschaft. Het kabinet werkte intussen aan het programma ‘Pandemische paraatheid’ om Nederland beter voor te bereiden op een volgende gezondheidscrisis. Zo hebben de GGD’s datawetenschappers, artsen en epidemiologen aangenomen, is er een nieuwe crisisorganisatie opgetuigd, en is de Wet publieke gezondheid zó aangepast dat de overheid tijdelijk bepaalde grondrechten mag uitschakelen en plichten kan opleggen.

Uit een tussentijdse evaluatie, die vorige week naar de Kamer werd gestuurd, bleek dat dat programma „sterk gericht is op de zorgkant”. Virusbestrijding en fysieke gezondheid zijn opnieuw „dominant”, zegt ook Dückers, „De OMT-lijn, zeg maar. Dat baart mij zorgen.” Dat merkt hij ook als hij met andere partijen en deskundigen crisisscenario’s oefent. „Duizenden kinderen die komende weken ziek dreigen te worden door een virus is veel concreter dan het vooruitzicht op mentale problemen in de toekomst.”