Zijn terrorisme en de financiering ervan terug van weg geweest? Je zou het bijna denken. Na de verschrikkelijke aanslagen van 7 oktober staat de kwestie van terrorismefinanciering ineens weer bovenaan de agenda’s, zowel van politici als experts: waar haalde Hamas de fondsen vandaan? De vraag is relevant, en moet beantwoord worden. Tegelijkertijd kan de focus op financiering ook misleidend zijn.
Ten eerste: terroristische organisatie zijn rijker en sterker dan ooit. Uit onderzoek van de Israëlische redactie van zakenblad Forbes bleek in 2022 dat de Afghaanse Taliban, de Houthis in Yemen, Hezbollah in Libanon en Hamas in Gaza samen meer dan 7 miljard euro tot hun beschikking hebben. Alleen Hezbollah en Hamas zijn al goed voor 1,7 miljard.
Meestal zijn het staten die deze financiële ondersteuning leveren. Dat geldt bijvoorbeeld voor Hezbollah, dat vooral zijn fondsen krijgt uit Iran, en deels ook voor Hamas.
Waarom staat de Revolutionaire Garde uit Iran niet op de Europese terreurlijst?
Toch is de vraag naar de herkomst van fondsen, en de focus op zogenoemd state sponsored-terrorisme misleidend. Want de meeste terroristische organisaties zijn namelijk helemaal niet ‘duur’. Vaak zijn ze vooral georganiseerd als netwerk of, nog basaler, als een verzameling individuele cellen. De leden regelen zelf hun onderhoud en financiering. Soms vragen ze bijdragen van de bevolking, al dan niet afgedwongen als ‘belasting’. In andere gevallen overlappen terroristische cellen met criminele netwerken, en krijgen leden inkomsten uit drugs- of mensenhandel.
Het is dus noodzakelijk dat banken hun rol als poortwachter bij het aanwijzen van verdachte transacties serieus nemen. Maar daar houdt het verhaal niet op.
Bevrijdingsbeweging
Het échte probleem is dat wat de één een terroristische organisatie vindt, door de ander wordt gekwalificeerd als een bevrijdingsbeweging. Als we de sanctieregimes van de VN, de Verenigde Staten en de EU naast elkaar leggen, valt op dat Hamas wel op de sanctielijsten van de EU en de VS staat, maar niet op die van de VN. Noodhulpcoördinator en mensenrechtenchef van de VN Martin Griffiths veroordeelde de aanslagen van 7 oktober bijvoorbeeld wel, maar stelt ook dat Hamas een politieke beweging is en dat die beweging recht heeft op eigen fondsen. De meeste landen in het Midden-Oosten zijn het met hem eens. In de praktijk zorgt dit ervoor dat niet altijd goed wordt gecontroleerd of Hamas bij een bepaalde transactie betrokken is.
Een wereldwijd, uniform beleid over terrorismefinanciering is dus een illusie. Het is en blijft een politieke kwestie.
Dat betekent niet dat we het er dus maar bij moeten laten. De EU kan meer doen, zoals bijvoorbeeld nog eens goed kijken naar welke personen en organisaties op de terrorismelijst staan. Want waarom staat de Revolutionaire Garde uit Iran niet op de Europese terreurlijst? Het is een organisatie die zowel Hezbollah, Hamas als de Houthi’s steunt en een omvangrijk financieel imperium aanstuurt.
En het belangrijkste: we moeten goed bedenken of het afknijpen van de financiering in alle gevallen ook het meest effectieve wapen tegen terrorisme is. En als we terroristen dan echt op die manier willen dwarsbomen, kan onze aanpak dan niet scherper? Overheden zouden bijvoorbeeld best meer informatie kunnen delen met banken. Pas als we met dit soort verbeterpunten aan de slag gaan, kan belemmeren van financiering een succesvol middel zijn om het plegen van terroristische aanslagen te bemoeilijken.
Lees ook
De plannen van het nieuwe kabinet voor terrorismebestrijding zijn contraproductief