Poolzomergast in IJsland: de ijsduiker

Het is bladstil. Verwonderd kijk ik naar de opkomende nevel boven het rimpelloze water van het Mývatn-meer. De ondergegane zon trekt traag de kleuren uit het IJslandse landschap tot alleen grijstinten resteren, wanneer van ver weemoedige klanken over het wateroppervlak echoën. Het is de mysterieuze roep van een ijsduiker (Gavia immer), die in de avondschemering contact zoekt met zijn partner.

De melancholie die het schouwspel oproept is precies hetgeen mij aantrekt in de arctische toendra en de reden waarom ik hier steeds naar terugverlang.

Het zet als vanzelf aan tot reflectie en stelt me open voor de tijd die niet meer is. Al even mis ik haar nu; mijn sterke vrouw met wie ik dertig jaar mijn leven deelde en vier kinderen kreeg. Diep ligt mijn verdriet verborgen, tot het soms uit het niets aan de oppervlakte verschijnt. Het is niet koud, pijnlijk of kil, maar meer een warm gevoel van missen, van terugverlangen naar toen en me gelukkig voelen met de jaren die we deelden.

Rouw is een uitputtend én verrijkend proces dat een beroep doet op ons aanpassingsvermogen en de plasticiteit van ons brein.

Nieuwe ervaringen en de stress van het verlies activeren en reorganiseren hersennetwerken waardoor met de jaren de nieuwe werkelijkheid eigen wordt en het verlies dat ondraaglijk leek, verandert in een draaglijke herinnering. Zo resoneert de nachtelijke roep van de ijsduiker in mij.

IJsduikers broeden in hun groen iriserende zwart-witte prachtkleed langs afgelegen meren van Alaska, Canada, Groenland en IJsland.

Met hun aan het achterlijf geplaatste poten, torpedovormig lijf en dolkvormige snavel glijden deze schuwe noorderlingen ogenschijnlijk moeiteloos door het water om soms opeens geruisloos in de diepte te verdwijnen en in een minutenlange duik naar vis te jagen.

Eenmaal bovenwater wordt de vis in zijn geheel ingeslikt, waarna de graten met behulp van gastrolieten – een twintigtal erwtgrootte kiezels – in de spiermaag worden vermalen.

Een ijsduikergezin verorbert zo in de korte noordelijke zomer enkele honderden kilo’s vis.

Na de broedtijd verhuizen de ijsduikers naar zee, alwaar ze hun strakke zomerkleed verruilen voor een grijsbruine winteroverall.

Groenlandse en IJslandse ijsduikers overwinteren langs de kusten van Noorwegen en de Britse Eilanden. Enkele dwalen nog verder zuidwestwaarts en doen ook onze wateren aan.

In stilte hoop ik komende winter de zeldzame ijsduiker terug te zien om zijn unieke roep over het water te horen klinken en weer even weg te dromen naar de tijd die niet meer is.