Opinie | Rechtse volksmenners weten radicale beloftes aan de (jonge)man te brengen

Waarom voelen zo veel jonge mensen zich aangetrokken door extreemrechtse partijen? In Frankrijk stemt 36 procent van mensen tussen 18 en 20 jaar op de Rassemblement National van Marine Le Pen; 31 procent van dezelfde leeftijdsgroep steunt Geert Wilders; in de Verenigde Staten staat 29 procent van de jongeren tussen 18 en 29 achter Donald Trump; en 22 procent van de Duitsers tussen de 14 en 29 stemt op de AfD.

De meerderheid van jongere stemmers is niet extreemrechts. Maar het zijn toch opzienbarende cijfers, en enigszins contra-intuïtief. Lange tijd na de Tweede Wereldoorlog gold dat jongeren voornamelijk links waren; zij stonden voor een vrijere, meer rechtvaardige, opener wereld, waarin het fascisme nooit meer zou herrijzen. Extreem-rechts was iets voor ranzige oude mannen die verlangden naar een vergane wereld van orde en tucht. Idealisme was links. Ressentiment was rechts.

In de loop van de jaren negentig kwam een kentering. De morsige oude mannen stierven af, en het jeugdige idealisme van de linkse partijen begon te vervliegen, mogelijk omdat met de ondergang van de Sovjet-Unie ook het animo voor collectieve wereldverbetering verdampte. Net als de meer behoudende partijen, raakte ook centrum-links overtuigd dat vrijheid min of meer synoniem was met de vrije markt. Vandaar dat in 1998, Peter Mandelson, de woordvoerder van de Britse Labour Partij, zich liet ontvallen dat „wij geen enkel bezwaar hebben tegen mensen die stinkend rijk willen worden, als zij hun belasting maar betalen”. Hij kreeg later spijt van deze uitlating, maar het was wel typisch voor die tijd.

‘People from nowhere’

Sociaal-democratische partijen – PvdA, Labour, Democrats – werden steeds meer afgedaan als een „linkse kerk” voor stedelijke elites die profiteerden van een wereld met open grenzen. Globalisering was voor de elites financieel aantrekkelijk en intellectueel stimulerend. Immigranten deden het vuile werk voor lage lonen en gaven kleur aan een diverse samenleving. En de ‘rasechte gewone’ man was de dupe. Zo werd dat tenminste gezien door mensen die zich miskend en ongehoord voelden door die akelige kosmopolitische „people from nowhere” (in de woorden van de Conservatieve ex-premier Theresa May). Veel van de mensen die zich nu zagen als slachtoffers van die elites stemden vroeger op linkse partijen met diepe wortels in de vakbonden. Nu voelden zij zich in de steek gelaten.


Lees ook
Extreemrechts heeft (nog) niet gewonnen in Duitsland

Bekladde verkiezingsposters in de Duitse stad Cottbus.

In dat vacuüm is een nieuw soort radicaal-rechts gesprongen. Handige jonge volksmenners die beloofden dat zij een ferme bezem zouden halen door die corrupte linkse kerk. Zij zouden pal staan voor Henk en Ingrid (of Jacques en Marie, Horst en Paula, et cetera). Politici van dit slag – Jörg Haider in Oostenrijk, Jimmie Åkesson in Zweden, Pim Fortuyn, Geert Wilders en Thierry Baudet in ons land – waren niet morsig, maar meestal goed, misschien een beetje te goed, gekleed in dure pakken en iets te grote manchetknopen. Giorgia Meloni, die geen opzichtige pakken draagt en minder allures heeft, hoort toch in dit rijtje. En natuurlijk ook Donald Trump, hoewel hij veel ouder is dan de anderen.

Sommige volkstribunen koketteren met fascistische taal en symbolen, om te kijken hoe ver ze kunnen gaan in het breken van naoorlogse taboes. Onlangs verscheen op de website van Trump de term ‘unity of the Reich’. Veel van zijn fervente aanhangers weten misschien niet eens waar dit op slaat, maar genoeg weten het wel. Toch is het succes van extreemrechts niet te verklaren door nostalgie. Het is de belofte van iets radicaal nieuws, van een herleving van iets groots, van die ferme bezem.

Corpsballenrechts

Een 18-jarige Duitsers werd door de Financial Times gevraagd waarom hij zou stemmen op de AfD. Dat was, verklaarde hij, omdat de AfD een schitterende toekomst zou brengen door te breken met het sombere verleden.

Dan zijn er van die jongemannen die iets zien in goed gekapte demagogen omdat zij genoeg hebben van vrouwenemancipatie. Het corpsballenrechts appelleert aan mensen die zich gekwetst voelen in hun idee van mannelijkheid.

Trump, Wilders, Salvini, en anderen, willen breken met de status quo, dingen kapot maken

Maar wat de aantrekkingskracht ook moge zijn, het is een vergissing om extreemrechts als conservatief te bestempelen. Trump, Wilders, Salvini, en anderen, zijn niet in het minst conservatief. Zij willen breken met de status quo, dingen kapot maken.

Het conservatisme ligt nu eerder aan de andere kant van het politieke spectrum, bij vaak oudere politici die naarstig proberen om de rechtse golf tegen te houden door de nodige pijlers van de liberale democratie – onafhankelijke rechtsspraak, vrije pers, parlement – te behouden. De wederopbouw van deze instellingen na de oorlog was ooit een progressief project. Om ze te bewaren tegen mensen die ze een voor een willen afbreken is letterlijk conservatief.

Figuren uit het verleden

Joe Biden is niet alleen oud, maar veel jongeren zien hem als een figuur uit het verleden, een man die zich vastklampt aan een corrupte orde die zijn tijd heeft gehad. Je mag dan, zoals ik, denken dat geleidelijke democratische hervorming te verkiezen is boven de destructie van de oude orde, maar dat is niet meer voldoende om rusteloze jongeren te stimuleren om op de oude progressieve partijen te stemmen.


Lees ook
Rechts lijkt steeds meer op gemiddeld

Denderleeuw.

Donald Trump hoeft niet eens zo heel veel jongeren te overtuigen om op hem te stemmen. Het is al voldoende als genoeg jonge Amerikanen weigeren om Biden te verkiezen omdat hij te oud, te conservatief, of te pro-Israël, is. Dan kan Trump alsnog winnen in november. Indien herkozen, zal hij zijn uiterste best doen om democratische normen en instellingen nog verder af te breken.

Toekomstige generaties zullen dan hard moeten vechten om de schade weer te herstellen. Op afbraak volgt wederopbouw, moeten we maar hopen. Wie weet kan het idealisme om de wereld te verbeteren daardoor weer opleven.