De plaats van afspraak is Antonio Scurati’s werkkamer in Milaan, op loopafstand van het centraal station, maar ver genoeg van de drukte van toeristen en zakenlui. Met een zwaai gooit de schrijver, in een sportief en elegant hemelsblauw pak, de voordeur van het appartementsgebouw open: „Je hoeft mijn naam niet te zoeken, die staat toch niet op de bel.” Later, tijdens het interview, vertelt hij dat onbekenden op een dag de entreehal van het flatgebouw waar hij woont waren binnengedrongen en dat hij toen een envelop met droge uitwerpselen ontving. Ook de gevel werd beklad.
Dat gebeurde na de parlementsverkiezingen van 2022, nadat Scurati kritiek had geuit op het nieuwe bewind van de radicaal-rechtse Giorgia Meloni, die haar politieke carrière begon bij een neofascistische partij. Scurati is de auteur van de trilogie M., drie veelgeprezen en breed vertaalde romans over de fascistische dictator Benito Mussolini.
In deel drie, De laatste dagen van Europa, schetst Scurati hoe een naïef Europa eerst nog denkt Hitlers expansionistische oorlogszucht te kunnen beteugelen en hoe Mussolini zijn land onvoorbereid mee de oorlog insleurt. „De immense politieke tragedie van de twintigste eeuw lijkt geen enkele invloed meer te hebben op onze manier van denken en handelen”, zegt de schrijver pessimistisch. „We zijn ons historisch inzicht kwijt en leven in een eeuwigdurend heden.”
De talrijke parallellen tussen zijn romans en de hedendaagse Italiaanse en Europese politiek maken hem een van de interessantste intellectuelen van dit moment. Antonio Scurati is een veelgevraagd commentator van zowel het historische fascisme als het radicaal-rechtse populisme van vandaag. Maar in Italië kwam hij daardoor in het vizier van de uiterst rechtse pers. Het blad Libero verwees naar hem als ‘de man van M.’ – een gewilde, vulgaire woordspeling op de titel van zijn boeken. In het Italiaans klinkt ‘uomo di M.’ als ‘uomo di merda’, strontvent.
We zijn ons historisch inzicht kwijt, we leven in een eeuwigdurend heden
Nu hij in een nieuwe storm is beland, duikt het scheldwoord weer op in rechtse kranten, die jagen op persoonlijke verhalen die hem in diskrediet zouden kunnen brengen. Zonder succes, maar het drukt duidelijk op hem. „Ik ben echt moe”, geeft hij toe. „Niet alleen van de enorme onderneming om Mussolini zo in detail te beschrijven. Ook van alle druk en stress eromheen, en van dit vergiftigde klimaat.”
Hij ploft neer op een zwarte leren sofa naast zijn uitpuilende boekenrek, waarin zijn Mussolini-bestsellers prominent staan uitgestald. Bovenop een stapel kranten ligt een exemplaar van dagblad La Repubblica met de kop: ‘De Rai censureert Scurati’.
Dat is die nieuwe storm. De Italiaanse publieke omroep had de schrijver verzocht een monoloog te schrijven en voor te dragen naar aanleiding van 25 april, de dag waarop Italië de bevrijding van het nazifascisme viert. In zijn monoloog benadrukt Scurati dat het fascisme niet alleen aan het eind of slechts incidenteel, maar systematisch politiek geweld heeft gebruikt. De schrijver nodigt de huidige machthebbers – en erfgenamen van die ideologie – uit dat te erkennen en er afstand van te nemen. „Maar liever herschrijven zij de geschiedenis”, luidt Scurati’s harde conclusie.
Wanneer hoorde u dat u die tekst niet mocht voorlezen op tv?
„Ik was me aan het scheren en mijn koffertje stond al klaar, toen ik werd opgebeld dat het tv-optreden was geschrapt. Het stemde me bitter, maar ik besloot het daarbij te laten. Dat was buiten Giorgia Meloni gerekend.”
De Italiaanse premier postte Scurati’s tekst integraal op haar Facebookpagina, met het sarcastische commentaar dat zij censuur verafschuwt en de Italianen de kans wilde geven de tekst zelf te beoordelen. Fijntjes voegde ze eraan toe dat Scurati 1.800 euro zou krijgen ‘voor een monoloog van één minuut, het maandloon van menig tv-medewerker’, en dat de zender dit blijkbaar niet wilde betalen.
„De afgesproken vergoeding lag lager”, zegt de auteur zuchtend, „en is nooit een struikelblok geweest.” Maar het maakte niets meer uit. Meloni had de schrijver als een ordinaire geldwolf weggezet. En het punt dat Scurati wilde maken, ging verloren in de polemiek.
„Ik til zwaar aan wat de premier heeft gedaan”, zegt hij. „Als regeringsleider, met de enorme macht die zo’n functie met zich meebrengt, heeft ze een persoonlijke aanval gelanceerd tegen een intellectueel, een onbeschermde burger van haar land. Zo’n actie hoort niet thuis in een liberale democratie.”
Glijdt Italië af naar een onliberale democratie?
„Zeer geregeld krijg ik de vraag wat Meloni van plan is met Italië en of ik bezorgd ben over de toekomst. Nee, dat ben ik niet, eenvoudigweg omdat die onliberale evolutie zich nu al voor onze ogen voltrekt. Elke dag is er een nieuw incident. Zo is Italië in oktober de eregast van de Buchmesse, de internationale boekenbeurs in Frankfurt. Roberto Saviano, een internationaal bekend auteur (en criticus van Meloni, red.) wordt uit de officiële delegatie geweerd, met het potsierlijke excuus dat men ‘nieuwe stemmen’ kansen wil bieden.
„Kijk, wat betreft Meloni ben ik nooit alarmerend geweest. Ik heb, met permissie, het fascisme te lang en te diepgravend bestudeerd om te verkondigen dat honderd jaar later zich in dezelfde vorm een nieuwe Mars op Rome zou kunnen voltrekken. Zo’n gedachtegang, die ik verwerp, leidt af van het échte gevaar. En dat schuilt niet in een terugkeer naar een autoritair regime en de afschaffing van het democratische kiessysteem. Het ware gevaar schuilt in de kwalitatieve afbrokkeling van het democratische leven en in de dagelijkse erosie ervan. In plaats van ons bezorgd af te vragen wat de toekomst brengt, zouden we ons daar beter nu al mee bezighouden.”
In Italië zijn televisiedebatten verbale vechtpartijen geworden. Rationele argumenten doen er niet meer toe
Aan de vooravond van de Europese verkiezingen verkeert radicaal-rechts in Europa in een winning mood. Populistische politici hebben veel van Mussolini geleerd, zegt Scurati. Behalve fascist was de Duce bovenal een populist, legt hij uit in zijn essay Fascisme en populisme – Mussolini nu.
De dictator begon als journalist, aan het roer van het socialistische partijblad Avanti! (‘Vooruit’). Hij maakte korte metten met de taaie taal van zijn voorgangers, waardoor de verkoopcijfers verviervoudigden. „Bij de krant leerde hij communiceren met het volk. Zijn commentaarstukken waren zeer doeltreffend.”
Schreef Mussolini goed?
„Hij schreef trefzeker, in korte zinnen. En zonder zich te bekommeren om enige samenhang tussen wat hij schreef en de werkelijkheid. Of tussen wat hij die dag zou verkondigen en de dag erna. Stuk voor stuk waren het slogans, voorafgegaan door die onvermijdelijke ‘ik’. Mussolini gebruikte de krant net zoals populistische politici zich tegenwoordig bedienen van X (het vroegere Twitter, red.).”
Valt u iets op aan de politieke communicatie tijdens deze verkiezingscampagne?
„Dat die naar pure propaganda afglijdt, en dat de journalistieke berichtgeving – in elk geval in Italië – zich neerlegt bij die tendens. Rond élk standpunt en thema heerst een enorme polarisering, met kwalijke gevolgen voor de kwaliteit van het publieke debat. In Italië zijn televisiedebatten verbale vechtpartijen geworden. Rationele argumenten doen er niet meer toe.
„Ook kranten gaan mee in die ‘brutalisering’ van het publieke debat en van de politieke communicatie. Ik gebruik doelbewust ‘brutalisering’, het sleutelwoord dat Hannah Arendt al in haar standaardwerk ‘Totalitarisme’ (over de oorsprong van nazifascisme en stalinisme, red.) introduceerde. De geschreven pers was in Italië altijd al partijdig. Veel kranten zijn verbonden aan partijen en ideologische groeperingen. Maar we zitten nu in een nieuwe fase van ontsporing, met dagbladen die critici van deze regering persoonlijk aanvallen en die de spreekbuis zijn geworden van de premier.”
Populistische politici zeggen dat alleen zij de spreekbuis zijn van het volk.
„Zoals Mussolini zei: ‘Ik ben het volk en het volk ben ik’. Dat uitgangspunt leidt tot de extreme verpersoonlijking van de politiek en de totale identificatie met de leider. Na hem zouden vele anderen dat imiteren, met verontrustende antidemocratische gevolgen.
„Wie wetenschappelijke, technische of humanistische kennis heeft, wordt gewantrouwd, in diskrediet gebracht, gemarginaliseerd. Er is geen respect meer voor feiten, kennis en ervaring. Voor populisten is die marginalisering van kennisdragers noodzakelijk, want kennis is de bron van een kritische houding jegens de macht. Daarna word je hun schietschijf. Nationalistische partijen trekken van leer tegen de ‘technocraten van Brussel’. En in Italië worden schrijvers kop van Jut.”
Het is een noodzakelijke stap in het ‘misbaar’ maken van kennis en inzicht. Zodra kennisdragers succesvol zijn gemarginaliseerd, zegt Scurati, wordt kritiek geven, of oppositie voeren, ook niet langer getolereerd. „Ze maken geen tegenstander, maar een vijand van je”, zegt de auteur. „En daarna wordt ook het parlement in diskrediet gebracht.”
De monoloog die Scurati op tv zou voorlezen, begint met een eerbetoon aan Giacomo Matteotti. Het socialistische parlementslid was de laatste die met open vizier streed tegen de fascistische dictatuur. Fascistische knokploegen hebben Matteotti exact een eeuw geleden vermoord. „Aan alle populistische bewegingen gaat een hevige anti-parlementaire polemiek vooraf”, zegt Scurati. „Want waartoe dient een parlement, als de leider toch de wil van het volk belichaamt?”
Een democratisch systeem onderscheidt zich juist door de manier waarop de rechten van minderheden worden gewaarborgd
Mussolini noemde de parlementsleden al de ‘mummies van Montecitorio’ (de naam van de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden, red.) en in de VS pookte Trump in 2021 zijn volgelingen op tot een gewelddadige bestorming van het Capitool. In Italië werd een jaar eerder flink gesneden in het aantal parlementsleden, een hervorming die het paradepaardje was van de populistische Vijfsterrenbeweging. En Meloni’s meerderheid brengt op dit moment alles in stelling voor een rechtstreekse verkiezing van de regeringsleider. Volgens de oppositie versterkt die hervorming, die nog niet is afgerond, de macht van de premier en de regering, ten koste van het parlement en de president.
Ook Scurati waarschuwt voor een verlies aan democratische controle. Een democratie, herinnert hij, is veel meer dan plooien naar de wil van de meerderheid: „Een democratisch systeem onderscheidt zich juist door de manier waarop de rechten van minderheden worden gewaarborgd.” Italië zal de vrije verkiezingen wel handhaven, erkent hij. „Maar de andere steunpilaren van de liberale democratie – zoals de vrijheid van informatie, van meningsuiting en van onderwijs – worden wel degelijk geraakt.”
Bij Meloni bespeurt hij bovendien een vorm van ‘agressief revanchisme’. Het typeert volgens hem politici die zijn opgegroeid in de neofascistische beweging. „Ze kunnen niet zonder vijandbeeld. Ze voeden zich met rancune en dat belet hen om tot staatslieden uit te groeien. Ze kwamen aan de macht en zeiden over álle Italianen te willen regeren, maar het lukt hen niet. Omdat ze zich altijd uitgesloten en gemarginaliseerd hebben gevoeld. Nu hebben ze het gevoel dat dit hún moment is, en willen ze zich wreken. En dat belooft helemaal niets goeds.”