Het EK voetbal nadert en ik had willen schrijven over het interview met klinisch psycholoog Annemieke Griffin-Zijerveld in de Volkskrant deze week. Ja, de psycholoog van Almere City die de hele wereld over zich heen kreeg toen ze zich uitsprak over de situatie bij Ajax vorig jaar. En de psycholoog die een aantal Oranje-voetballers mentaal begeleidt dit EK.
„Spelers moeten leren dat niet alles perfect hoeft te zijn om optimaal te presteren. Het durven spelen en doen kan iemand al heel speciaal maken”, vertelt Griffin in het interview. Ik vind dat mooi, omdat dit natuurlijk niet alleen voor voetballers geldt, maar voor iedereen. Hoeveel mensen bevriezen niet als ze iets spannends moeten doen, bang om te falen? Ik wilde schrijven over hoe zonde dat is, omdat je van spannende dingen doen groeit, zelfvertrouwen krijgt en leert.
Maar mijn gedachten bleven telkens hangen bij de nieuwste voorspeller van de uitslagen van het EK: de bacterie. De Duitse microbioloog Markus Egert vond het zielig dat er altijd dieren als voorspellers werden gebruikt, dus om te voorkomen dat we weer allerlei octopussen en koeien voorbij zouden zien komen, heeft hij microben aan het werk gezet.
Egert liet een petrischaal zien met een ingetekend voetbalveld. Aan de ene kant een vlaggetje van Schotland, aan de andere kant een vlaggetje van Duitsland. Door de bacteriekoloniën op beide helften van het schaaltje te tellen, had hij ontdekt dat het Duitse elftal zijn eerste EK-wedstrijd zou winnen.
Ja mooi, dacht ik, maar hóe dan? Ik bedoel: die bacteriën moet je toch van een betrouwbare bron hebben gehaald voor een waarheidsgetrouwe voorspelling? Ik zocht verder en ontdekte dat Egert gewerkt had met de E. coli-bacterie. Juist, de poepbacterie. Zou hij van alle spelers op het EK een beetje poep hebben afgenomen en dat in het petrischaaltje hebben gestopt? Of zou een scheet in een zakje al voldoende zijn?
‘Zitten er bacteriën in een scheet’, googelde ik. En ik vond het artikel ‘Wat gebeurt er als je een scheet laat boven je eten?’. Dat was onderzocht door scheten te laten boven, hoe toevallig, een petrischaal. Een scheet bestaat uit gassen, maar ik las dat als je in je blote bips een scheet laat boven een petrischaaltje, er doorgaans ook wat darmbacteriën meekomen, getuige de koloniën die in de petrischalen in deze test waren gegroeid. Ook de E. coli-bacterie kan daartussen zitten.
Fascinerend. Zou Egert alleen scheten hebben afgenomen van de spitsen van alle elftallen of van alle spelers? Ik ben een beelddenker en zie Cody Gakpo en Wout Weghorst voor me op het toilet met een plastic zakje. Of zou het opvangen van scheten groepsmatig in de kleedkamer zijn gebeurd, met de Duitse microbioloog op de gang om de scheetbacteriën zo snel mogelijk in de petrischaaltjes los te laten?
De hoeveelheid onbeantwoorde vragen is eindeloos. Maar wel een prachtig experiment van Markus Egert. Waar anderen hem vast een beetje om uitlachen, dóet hij gewoon. En dat is precies wat Annemieke Griffin – Zijerveld bedoelt: een beetje meer schijt hebben aan alles is heel gezond.
Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.