‘Alleen maar winnaars vanavond’, stelde politiek verslaggever Arjan Noorlander in Europa Kiest: De Stemming (NPO 1). En inderdaad, bij vrijwel alle partijfeestjes die in beeld kwamen, werd de uitslag van de Europese verkiezingen gevierd als een overwinning. GroenLinks-PvdA juichte omdat zij vermoedelijk de grootste wordt. PVV-leider Geert Wilder juichte zachtjes, en in zijn eentje (de PVV deed geen feestje) omdat hij van 1 naar 7 zetels ging: „Wij zijn by far de grootste winnaar.”
De uitslagenavond op televisie donderdag was wat wezenloos en kort. Geen uitslagen, die komen pas zondag, alleen twee peilingen. Geen achterafdebat, de onbekende lijstrekkers bleven wederom goeddeels buiten beeld. Het volk had er geen zin in en de Haagse politici waren te druk. Goed, de opkomst was met 47 procent de hoogste in drie decennia, maar, zo zei opiniepeiler Gijs Rademaker in talkshow Renze: „Het blijft ontzettend pijnlijk dat de meerderheid niet is op komen dagen.”
Nederland was misschien niet zo geïnteresseerd maar de rest van Europa volgde met veel belangstelling onze verkiezingen. „Heel Europa zit te kijken’’, zei Noorlander tenminste. Daarmee bedoelde hij eigenlijk de betrokkenen in Brussel. Waarom? Europa-correspondent Kysia Hekster: „Ik kan zeggen dat wij een soort gidsland zijn geworden.” Nederland is trendsetter wat betreft de opkomst van de boerenlobby en radicaal-rechts. Volgens Europa-correspondent Stefan de Vries in Op1 reageerde bijvoorbeeld de christen-democratische fractie in Brussel daar op door antimigrantenretoriek van radicaal-rechts over te nemen: „Want dat scoort lekker.”
In Nieuwsuur legde verslaggever Arjen van der Horst vanuit Brussel uit dat deze uitslag niet zo veel verandert. Maar, zo stelde hij, Brussel krijg wel te maken met een heel andere Nederlandse regering. Volgens hem kenden ze bij de EU vooral premier Rutte die als „het oliemannetje” allerlei conflicten kon gladstrijken. Nu krijgen ze: „een eurosceptische regering die de confrontatie lijkt te zoeken, en veel eist en wil, zonder daar veel tegenover te stellen.”
Bij links overheerste de opluchting dat de voorspelde grote winst van radicaal-rechts was uitgebleven. Noorlander en andere duiders legden uit dat dit een „opkomstverkiezing” was: wie de meeste kiezers überhaupt uit hun huizen had weten te krijgen, kreeg de winst. PVV-stemmers lopen niet warm voor de EU dus die bleven thuis. De stemmers van links en het midden vinden de EU wel belangrijk dus die komen wel. Presentator Jort Kelder noemde het in talkshow Op1 „de meest elitaire verkiezing” omdat volgens hem voornamelijk progressieve hoogopgeleiden en bemiddelde conservatieven kwamen stemmen. Nieuwsuur maakte dat inzichtelijk door in een reportage het rijke Rozendaal (hoge opkomst) af te zetten tegen het arme Rucphen (lage opkomst).
Op1 had hierover een boeiende spreker, de electoraal geograaf Josse de Voogd die stemgedrag koppelt aan woongebieden. In heel Europa heb je bijvoorbeeld op elkaar lijkende hipsterwijken waar de jonge bevolking groen en links stemt. Hij heeft er ook een korte WNL-serie over gemaakt, Aangehaakt Europa, maar die had ik gemist.
Franco
Interessant was ook het land dat niet op De Voogds Europese kiezerskaart paste: Spanje. In heel Europa zijn de grote steden links en de ommelanden rechts. Maar doordat in Spanje de fascistische dictatuur van Franco nooit goed is opgeruimd stemt de stadse elite daar conservatief tot extreem-rechts, terwijl de arme bevolking op het feodale platteland juist links stemt.
Franco! Die had ik niet verwacht deze avond. Al een halve eeuw dood maar blijkbaar toch nog invloedrijk. Toegegeven, ik had niet zo’n zin in deze verkiezingsavond maar ik heb er toch weer wat van opgestoken.