Eind jaren tachtig veroverde popduo Milli Vanilli de wereld met dansbare hits, hun opvallende uiterlijk en onmiskenbare charisma. Tegenwoordig staat de naam synoniem voor een van de grootste schandalen in de popgeschiedenis. Het duo, bestaande uit de Franse Fabrice (Fab) Morvan en Duitse Rob Pilatus , bereikte snel de top en won zelfs een Grammy. Maar wat bleek? Het succes was gebouwd op een leugen: ze zongen geen enkele noot zelf en playbackten bij elk optreden.
De nieuwe muziekdocumentaire over Milli Vanilli, hoewel niet de eerste, vertelt het verhaal grotendeels vanuit het perspectief van de nu 58-jarige Morvan. Zeer zorgvuldig en gedetailleerd beschrijft de film de opkomst en ondergang van de beruchte band. Met als startpunt 1984, het jaar waarin Morvan en Pilatus elkaar voor het eerst ontmoeten. Er ontstaat een hechte vriendschap, gebaseerd op een gemeenschappelijk verlangen: het vinden van een familie. Beiden hadden de wens om te ontsnappen aan hun gewelddadige jeugd en geliefd te worden door een groot publiek.
In hun zoektocht naar roem en erkenning tekenen ze een contract bij muziekproducent Frank Farian, die vele succesvolle hits op zijn naam had staan (Boney M., onder andere). Maar er zit een adder onder het gras: het duo mag niet zingen op hun debuutsingle en vormt slechts het gezicht van de band. Ingrid Segieth, de voormalige secretaresse en geliefde van Farian, beweert dat de twee zonder enig protest instemden met deze voorwaarde. Volgens Morvan zelf voelden hij en Pilatus zich echter onder druk gezet. Hoe het ook zij, hun eerste nummer ‘Girl You Know It’s True’ werd een grote hit. Het resultaat was een opmars naar roem, maar ook naar een onvermijdelijke val.
De eerste helft van de documentaire schenkt uitgebreid aandacht aan de succesjaren van Milli Vanilli. Zo krijgen we een inkijkje in hoe het duo erin slaagde de façade in stand te houden. Ze toerden de hele wereld over en „omarmden de leugen”, zoals Morvan het in de film verwoordt. Beide sterren wilden hun nieuwe succesvolle leven niet de rug toekeren. „Aanbeden worden, geliefd zijn, het werd een verslaving”, vertelt Morvan.
Farian hield de regie
Regisseur Luke Korem laat verschillende betrokkenen aan het woord die elk vertellen over hun bijdrage aan het bedrog. Eén ding maakt de film echter duidelijk: Farian was de spin in het web. Zelfs het Amerikaanse platenlabel was – naar eigen zeggen – niet op de hoogte van wat er achter de schermen gebeurde. Van Farian mocht er niemand van het label bij de muziekopnames aanwezig zijn.
Lange tijd kwamen ze weg met de leugen, want – zo verklaart de documentaire – iedereen had er baat bij. Een optreden van Milli Vanilli kon je vergelijken met een goochelshow: het publiek wilde voor de gek gehouden worden. Ook Morvan en Pilatus zelf begonnen te geloven in de schijnwereld die Farrian voor hen had gecreëerd: ze beweerden dat ze meer talent hadden dan The Beatles en raakten overtuigd van hun eigen zangkwaliteiten.
De glans van hun succes verbleekte echter snel toen de schokkende waarheid in 1990 aan het licht kwam. Nadat het duo de prestigieuze Grammy Award won, leek de roem hen naar het hoofd te stijgen. Ze wilden zelf zingen op hun tweede album. Farian – boos dat Pilatus hem probeerde te chanteren – besloot hen onder de bus te gooien door bekend te maken dat ze niet zelf de liedjes zongen. Fans zagen de twee niet langer als supersterren, maar als oplichters. Farian zelf, het brein achter de succesformule, bleef buiten schot.
Lees ook
De producer van Boney M en Milli Vanilli zag fraude als kunstvorm
In een interview vertelde Korem dat hij de menselijke kant van het duo wilde laten zien en dat is gelukt. Hij toont hoe de artiesten werden geruïneerd en als zondebokken de schuld op zich namen. De documentaire doet zo een poging tot eerherstel van Morvan en Pilatus, door het duo te portretteren als slachtoffers van een industrie die hen heeft misbruikt. Pilatus is nooit van het schandaal hersteld en overleed in 1998 na een jarenlange drugsverslaving. Morvan heeft, op de vlucht voor zijn verleden, een nieuwe toekomst voor zichzelf weten te creëren. Zowaar in Amsterdam, waar hij eindelijk zijn droom heeft kunnen verwezenlijken: het hebben van een familie.