De Bharatiya Janata Partij (BJP) van Narendra Modi heeft hem woensdag voor een derde termijn op rij formeel benoemd tot leider van een nieuwe coalitieregering. Dat meldt persbureau Reuters. Modi’s partij werd de grootste bij de verkiezingen in India, bleek dinsdag uit de officiële uitslagen.
De winst voor de BJP was minder groot dan verwacht, waardoor de hindoenationalistische partij van Modi moet samenwerken voor een meerderheid in het parlement. De BJP behaalde 240 zetels bij de verkiezingen. De rest van de door de BJP geleide Nationale Democratische Alliantie (NDA) kreeg genoeg stemmen voor 53 zetels. Daardoor heeft de alliantie een meerderheid in het 543 zetels tellende parlement. Het is voor het eerst sinds de partij van Modi in 2014 aan de macht kwam, dat de partij niet op eigen kracht een meerderheid in parlement heeft behaald.
De 73-jarige premier bood woensdag zijn ontslag aan bij president Droupadi Murmu van India, een formaliteit in het proces om opnieuw premier te kunnen worden. Volgens een anonieme NDA-leider kan Modi zaterdag ingezworen worden, meldt Reuters.
De algemene verkiezingen in India duurden zes weken. Volgens de verkiezingscommissie ECI brachten 642 miljoen mensen hun stem uit, ondanks de extreme hitte op meerdere stemdagen.
Lees ook India verrast door verkiezingsuitslag: een klinkende overwinning voor de Indiase premier Modi werd het niet
Robert Swaak, tot eind april bestuursvoorzitter van ABN Amro, moet steeds vragen waar die twee letters voor staan. Het antwoord van zijn medewerkers: AT betekent ‘afscheidstour’. In zijn laatste weken als hoogste baas van de bank – hij nam 23 april afscheid – bezocht hij een aantal binnenlandse en buitenlandse ABN-vestigingen.
Dat deed Swaak (1960) tijdens zijn vijf jaar als hoogste baas van ABN Amro vaker. „Besturen van zo’n bank gaat niet vanaf de vijfde verdieping in Amsterdam, vind ik, ik moet echt in die bank aanwezig zijn.” Maar de afspraken waar ‘AT’ bij staat in zijn agenda, hebben een ander doel: het personeel en klanten de mogelijkheid geven om nog één keer met de boomlange Nederlander te spreken. Als Swaak ze daartoe de ruimte geeft. „Ik hou niet zo van afscheid nemen.”
Voor de hoogste baas van een groot, beursgenoteerd bedrijf zijn de laatste maanden heel anders dan voor de meeste ‘gewone’ medewerkers. Voor iedereen is het een gekke periode. Maar waar gewone medewerkers de laatste dagen vaak vullen met vakantiedagen en geen grote beslissingen meer hoeven te nemen, is dat anders voor ceo’s. Tot de aandeelhouders de bestuursvoorzitter op diens laatste aandeelhoudersvergadering (AVA) ‘décharge’ geven, is hij of zij nog volledig verantwoordelijk.
NRC wilde graag eens inzicht krijgen in hoe zulke laatste weken verlopen, en zien hoe Swaak, die tegenover journalisten altijd behoedzaam formuleert, op de werkvloer is. Daarom vroeg NRC aan ABN Amro of het mogelijk was om mee te lopen. Swaak was, na wat overtuiging van naaste medewerkers, bereid.
NRC mocht mee naar de ‘AT’ in Parijs. En was ook bij nog een aantal andere laatste keren: een laatste keer nieuw personeel spreken. Een laatste keer met de ‘future generations board’ van de bank. En bij het feitelijke afscheid: de algemene aandeelhoudersvergadering op 23 april. Ook sprak NRC met enkele van Swaaks naaste medewerkers over die laatste weken. Het lukte niet om bij klant- en aandeelhoudergesprekken te zijn, vanwege gevoelige informatie en privacy.
Een opdracht voor de toekomst
In het souterrain van een statig pand aan de Boulevard Haussmann in Parijs, naast een kantine waar verse koffie, verse croissants en chique taartjes worden geserveerd, wordt Swaak in een grote kring uitgezwaaid door dertig managers van de Franse dochter van ABN Amro, Neuflize OBC. Hij is niet alleen: hij heeft zijn opvolger meegenomen, de Française Marguerite Bérard.
Terwijl iedereen om hem heen staat – hij torent boven iedereen uit – krijgt Swaak als eerste het woord. In het Engels – hij verstaat Frans wel, maar spreekt het naar eigen zeggen niet goed genoeg. Hij begint met een persoonlijke noot – hoe zijn eerste maanden verliepen, vanachter de camera van zijn laptop tijdens de coronapandemie – maar de rest gaat vooral over de bank. En dan met name over waar de bank naartoe gaat. Ook al weet hij dat hij er over een paar weken niets meer over te zeggen heeft.
Alle medewerkers, van jongste bediende tot manager, krijgen gedetailleerde vragen: hoe kan het beter? Hoe is de communicatie met Amsterdam?
Foto Olivier Middendorp
Maar ook meer persoonlijke vragen: hoe is de reistijd in Parijs? Hoe is het klimaat in het kantoor?
Foto Olivier Middendorp
Hij geeft de Franse managers zelfs nog een opdracht mee. Over duurzaamheid: „We moeten ons afvragen wat dat nu echt betekent. Het móét echt worden geïntegreerd in hoe we opereren. We hebben nog veel werk te doen – maar we weten wel waar we heen willen.”
Na zijn speech neemt Bérard het woord, in het Frans. Ze spreekt over ‘de Franse slag’ (die ze duidelijk niet zal hebben) en over de typisch Nederlandse Tikkies voor kleinere bedragen – de onderlingebetaalapp is een dochterbedrijf van ABN Amro.
Vervolgens mogen de managers vragen stellen. Die gaan vooral, in het Frans, naar Bérard. Swaak lijkt er niet echt mee te zitten: de Française is natuurlijk in haar thuisland; de Franse collega’s zijn het Engels niet altijd goed machtig.
De vloer op
In de middag bezoekt Swaak ook nog de ‘werkvloer’ – dat deed hij bij elk werkbezoek. Alles bij elkaar duurt de rondwandeling door Neuflize wel twee uur. En op elke afdeling schakelt Swaak probleemloos van onderwerp. Hij begint bij de accountantsafdeling – als voormalig accountant bij PwC weet hij hier zeer inhoudelijke vragen te stellen. Daarna volgen onder meer de ict-afdeling, de anti-witwasdivisie, de zakenbankiers, de handelaars en de private bankers.
Alle medewerkers, van jongste bediende tot manager, krijgen gedetailleerde vragen: hoe kan het beter? Hoe is de communicatie met Amsterdam? Hoe verschillen jullie rapportages van die van het hoofdkantoor? Passen jullie al AI toe? Hoe gaan jullie om met Trump in jullie economische modellen?
Volgens zijn stafchef, meegereisd naar Parijs, lijkt Swaak tijdens dit soort gesprekken bijna met zijn hoofd te kunnen zappen. Waar anderen op een gegeven moment verzadigd zijn, kan hij altijd wel weer van kanaal wisselen. Hij is daardoor volgens collega’s niet altijd goed bij te benen. Waar ‘normale’ mensen een gesprek nog even moeten verwerken, is Swaak alweer dóór.
Aan het einde van de dag vertelt Swaak wat hij met al die gesprekken doet na afloop. „Ik probeer echt in elk gesprek 100 procent aanwezig te zijn, me niet te laten afleiden. Dat is lastig: er komt altijd wel weer een telefoontje uit Amsterdam. Aan het einde van de dag, als ik thuis ben, in het vliegtuig zit of in de auto naar huis, download ik mezelf.”
Ik probeer echt in elk gesprek 100 procent aanwezig te zijn, me niet te laten afleiden
Dat ‘downloaden’ gaat als volgt: in zijn volgens de stafchef onleesbare handschrift schrijft hij aantekenboekjes vol met wat hij naar aanleiding van de gesprekken heeft bedacht dat er anders moet bij ABN Amro. Dan is hij het kwijt.
Eenmaal terug in Amsterdam bespreekt hij vervolgens zijn aantekeningen met zijn collega’s in het bestuur of de managers net eronder. „En als ik dat gedaan heb, afgewikkeld heb, dan streep ik het door en gooi ik het weg. Dat is hoe ik al tientallen jaren werk.”
Met stroopwafels
Een paar weken later komt Swaak op de vijfde verdieping van het ABN Amro-hoofdkantoor de NRC-verslaggever ophalen. Daar, aan de Amsterdamse Zuidas, zit het bestuur van de bank. Vanwege de vertrouwelijke zaken die daar worden besproken, achter een extra toegangspoortje – resulterend in een soort eigen gemeenschap van bestuurders, ondersteunend personeel en chauffeurs. Op instigatie van Swaak vieren ze als groep zelfs SinterKerst.
Swaak probeert steeds een ander trappenhuis te nemen, om zo veel mogelijk collega’s spontaan tegen te komen.
Foto Olivier Middendorp
Via een van de trappenhuizen loopt Swaak vlug naar beneden: „Hou je me bij?”, vraagt hij. Hij vertelt al afdalend dat hij steeds een ander trappenhuis probeert te nemen, om zo veel mogelijk collega’s spontaan tegen te komen. Met losse hand op hun schouder vuurt hij dan direct allemaal vragen op ze af. Die collega’s reageren volgens Swaak nog wel eens verbaasd: ‘Heb je als hoogste baas geen eigen lift?’.
Eindpunt is deze keer een naar stroopwafels ruikende ontvangstruimte, die leidt naar het auditorium op de begane grond. Daar worden vandaag de nieuwste medewerkers van de bank welkom geheten – met een versgebakken wafel met ABN Amro-logo. Elke twee maanden vindt zo’n welkomstevenement plaats, en steeds mag een hoge bestuurder bij de bijeenkomst aanschuiven. Voor de laatste – en ook eerste – keer is dat nu Swaak. Hij pakt geen wafel, maar inspecteert wel even het logo.
De timing van de bijeenkomst is pikant: vlak ervoor was bekend geworden dat de bank een vacaturestop heeft ingevoerd om kosten in de hand te houden. Het bestuur onder leiding van Swaak heeft ook besloten dat de verlenging van tijdelijke contracten voortaan door hen moet worden goedgekeurd. Dat betekent dat de aanwezigen – allemaal in het bezit van zo’n tijdelijke verbintenis – een onzekerdere toekomst tegemoet gaat bij de bank.
Als de nieuwe medewerkers naar binnen mogen, gaat Swaak spontaan bij de ingang staan om handen te schudden. Hij laat het aan de ander om ook daadwerkelijk de hand uit te steken.
Als iedereen binnen is, doet Swaak samen met presentator Job Reijntjes – in het dagelijks leven gedragsadviseur voor de bank – de opening. Op een voor Swaak veel te kleine stoel wordt hij door Reijntjes twintig minuten in het Engels ondervraagd. De eerste vraag gaat over de olifant in de kamer: de hiring freeze. „Ik ben blij dat je het vraagt”, antwoordt Swaak. Zo werkt de ceo bij moeilijke beslissingen het liefst, zeggen zijn naaste medewerkers. Meteen de pleister eraf.
Swaak legt in zijn vloeiende Amerikaans-Engels – hij woonde tussen zijn twaalfde en zeventiende in de Verenigde Staten – het hoe en waarom uit: de kosten dreigden hoger te worden dan de bank haar aandeelhouders had beloofd. Hij krijgt van Reijntjes geen vraag over de impact voor de aanwezigen in de zaal – en begint daar zelf ook niet over. De nieuwe collega’s kunnen er zelf ook geen vragen over stellen. Daar is geen tijd voor.
Er volgt nog een anekdote over zijn eerste weken bij de bank in 2020 – hoe hij onder meer in korte broek de volledig digitale algemene aandeelhoudersvergadering deed. Zijn benen waren toch niet in beeld. Aan het eind volgt een hard – maar kort – applaus.
Buiten de zaal pakt hij nu wel een stroopwafel, en met volle mond snelt hij terug naar de vijfde.
Met de ogen dicht
Swaak nodigt NRC ook uit om bij het gesprek te zijn met de Amerikaanse Hailey de Boer, voorzitter van de ‘future generations board’, een soort adviesraad werknemers tot 35 jaar bij ABN Amro. Zij wil eerst alleen even persoonlijk wat dingen tegen Swaak zeggen. Na 5 minuten achter gesloten deuren haalt Swaak koffie voor De Boer, waarna een waarschijnlijk minder persoonlijk gesprek volgt voor de oren van de NRC-verslaggever.
Swaak hecht veel waarde aan het jongerenbestuur, herhaalt hij meermaals. Hij hoort De Boer dan ook uit: hoe kijken de nieuwe generaties naar de bank, ook buiten ABN Amro? Waar maak je je het meeste zorgen over? Hij is gerustgesteld als het antwoord klopt met waar de bank veel over nadenkt: oorlog, geopolitiek en biodiversiteit. „Ik heb vroeger ook op het Malieveld gestaan tegen nucleaire wapens.”
Als De Boer hem vragen stelt – vooral hoe de positie van het als adviesraad dienende bestuur te versterken – antwoordt hij behoedzaam en in weinig concrete zinnen – zoals hij vaak tegen journalisten praat. Zijn tip: wacht niet tot het bestuur jou vragen komt stellen. Claim je plek. Bied inhoud: „Content works.” Hij zegt toe dat hij de positie van de board in de gaten houdt – dat dat betekent dat hij over zijn eigen graf moet regeren, blijft onbesproken.
Swaak weet veel van de mensen om hem heen, en informeert vaak naar het thuisfront van zijn naaste collega’s. Volgens collega’s heeft hij de harde, zakelijke bank die ABN Amro ooit was, wat menselijker gemaakt. Maar over zichzelf en zijn privéleven (hij is getrouwd en heeft vier volwassen kinderen) laat hij weinig los.
Ja, dat als hij gasten thuis in West-Brabant heeft, ze nog wel eens gek worden als hij met zijn vrouw ’s ochtends – zoals ze gewend zijn – de actualiteiten bespreken. Maar ook dat gaat eigenlijk over werk: het nieuws beïnvloedt dat immers.
Maar tegenover De Boer laat hij iets doorschemeren over zijn jeugd. Omdat ze iets gemeen hebben: net als De Boer zat Swaak op een Amerikaanse high school. Ze wisselen herinneringen uit over jaarboeken. Waarom vertelt hij niet wat vaker over zijn Amerikaanse ervaringen tegenover anderen? „Omdat de meeste Nederlanders high schools alleen kennen van films en series; ze begrijpen het niet.”
Net geen tranen
Op woensdag 23 april om 14.00 uur wordt het zonder dat iemand erom vraagt stil. Op het hoofdkantoor begint de algemene aandeelhoudersvergadering onder leiding van president-commissaris Tom de Swaan. Swaak zit naast hem, met twee glazen water en papieren voor zijn neus – ook zijn vaste aantekenboekje. Dat heeft hij tijdens de soundcheck alvast klaargelegd. In de zaal zitten de vaste gasten van dit soort vergaderingen: altijd dezelfde aandeelhouders, een vertegenwoordiger van de Vereniging van Effectenbezitters. Milieudefensie is er ook.
Aan het eind van de aandeelhoudersvergadering volgt een hard – maar kort – applaus voor Swaak.
Foto Olivier Middendorp
De Swaan opent de vergadering met zijn verslag, Swaak volgt met een van papier voorgelezen speech over de prestaties van de bank van het afgelopen jaar. Daarna gaat De Swaan meteen door naar het volgende agendapunt. Al meldt de president-commissaris wel dat hij aan het eind nog wat woorden tot Swaak zal richten.
Swaak hoort zonder zichtbare emotie de mensen aan die het woord nemen tijdens de vergadering: De Swaan, de voorzitter van de OR, en de aandeelhouders die vragen stellen. Bij bepaalde onderwerpen – diversiteit, gender gap – gaat er een wenkbrauw omhoog of volgt er een knikje. Bij vragen aan hem antwoordt hij uit zijn hoofd. En ook nu spreekt hij weer gewoon over de toekomst van ABN Amro, ook al maakt hij daar geen deel meer van uit: „We komen erop terug bij de eerstekwartaalcijfers.”
Bij de speech van Bérard – in het Nederlands, ook weer over de Franse slag en Tikkie – komt er een grote grijns. Achteraf verklaart Swaak dat hij op dat moment tevredenheid voelde over hoe de overdracht is gegaan.
En dan richt De Swaan nog een paar woorden tot Swaak. Die kijkt naar beneden of naar links, naar de president-commissaris, vertrouwt hij na afloop de NRC-fotograaf toe. „Rechts zaten de collega’s. Ik schoot al vol, dus keek ik ze maar niet aan.”
Na afsluiting van de AVA komen aandeelhouders en collega’s langs om Swaak de hand te schudden of zelfs een knuffel te geven. Tijdens de borrel buiten de zaal loopt hij alle vaste AVA-gangers langs: allemaal mannen die Swaak tijdens zijn vijf jaar als ceo regelmatig ongevraagd van advies voorzagen via e-mail – sommigen zelfs wekelijks. Eigenlijk moet hij naar de fotograaf van Het Financieele Dagblad, die hem op beeld wil voor zijn afscheidsinterview. Maar steeds is er weer iemand anders die hij aandacht schenkt.
Drie weken later
Om 07.00 uur een persbericht, om 09.00 uur een call met analisten, twee uur later met de media. De ceo van ABN Amro presenteert op 15 mei de eerstekwartaalcijfers: „solide” resultaten, met een nettowinst van 619 miljoen euro.
Twee uur later zit Swaak zichtbaar ontspannen en bruin gekleurd van twee weken vakantie met zijn vrouw achter een camera. Hij heeft niet geluisterd naar hoe zijn opvolger Bérard het die ochtend deed. „Ik heb mezelf gedwongen om op afstand kennis te nemen.”
Hij kijkt tijdens het videogesprek met NRC nog een keer terug op zijn laatste weken. Wanneer begon het afscheid nemen voor zijn eigen gevoel? „Het is niet de eerste keer dat ik zo’n proces meemaak. Maar wel de eerste keer in zo’n publiek domein als een bank. En daarom voelde ik: je moet tot en met de laatste dag, de laatste minuut, je verantwoordelijkheid nemen.”
Op de vraag of hij wel genoeg ruimte heeft gegeven aan zichzelf en aan anderen om afscheid te nemen, is het antwoord stellig: „Dat was voor mij de manier om ervoor te zorgen dat we dingen blijven doen die we moeten doen. En afscheid, afscheid. Voor mij is het altijd tot ziens. Of zoals de Amerikanen zeggen: see you later.”
Volgens collega’s heeft hij de harde, zakelijke bank die ABN Amro ooit was, wat menselijker gemaakt.
Grand Hotel Huis ter Duin heeft de zaakjes op orde, op tijd voor als naar verwachting Donald Trump met zijn gevolg neerstrijkt in de duinen bij Noordwijk voor de NAVO-top in Den Haag. De inspectie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) constateerde eind maart nog tekortkomingen op drie van de vier aandachtsgebieden, maar het hotelmanagement meldt aan NRC dat deze „aandachtspunten” zijn „opgevolgd en verbeterd”, zo bleek bij een inspectie van 28 mei. De NVWA bevestigt dit: aanstaande woensdag wordt het overzicht van inspecties geactualiseerd.
Huis ter Duin schoot in maart volgens de inspectie tekort in de omgang met voedsel, informatie over allergenen in niet-voorverpakte levensmiddelen en hygiëne. De ongediertewering was wel op orde. De NVWA geeft op de site voorbeelden van mogelijke terkortkomingen op deze gebieden, maar laat niet weten hoe het oordeel in individuele gevallen tot stand komt. Ook Huis ter Duin gaat hier niet op in. „Wij onderstrepen dat voedselveiligheid en een veilige werkomgeving voor zowel gasten als medewerkers bij ons dagelijks prioriteit hebben.” Volgens het hotel was eind maart, „zoals gebruikelijk bij NVWA-controles”, sprake van „een momentopname van de situatie op dat specifieke tijdstip”.
Speculatie
Huis ter Duin bevestigt niet dat Trump, als hij naar de NAVO-top komt, in Noordwijk logeert. De speculatie hierover is mede gebaseerd op het feit dat president Obama tijdens de Nucleaire Veiligheidstop in Den Haag in 2014 ook in Huis ter Duin verbleef. Het hotel heeft „230 luxueuze kamers, twintig sfeervolle suites en vier stijlvolle penthouses”, meldt de website. Ook is er een restaurant, Latour, met een (één) Michelin-ster. Tussen 1987 en 2018 verbleef het Nederlands mannenvoetbalelftal hier rond interlandwedstrijden.
Of Huis ter Duin, dat al maanden geleden werd afgeboekt voor de data van de NAVO-top, extra onder de aandacht is gekomen van de NVWA door Trumps verwachte bezoek is onbekend. „De NVWA werkt risicogericht, op basis van meldingen, de voorgeschiedenis van het bedrijf en andere factoren die het risico kunnen beïnvloeden”, aldus een woordvoerder.
Drie uit vier onvoldoendes is aan de hoge kant: het gemiddelde bij bedrijven in gebreke ligt iets onder de twee onvoldoendes. Tegenover 1.790 bedrijven in overtreding heeft NVWA 12.597 bedrijven helemaal goedgekeurd, meldt een overzicht van eind april. Twintig bedrijven staan onder verscherpt toezicht. Het merendeel van de tienduizenden bedrijven in de horeca, ambacht en retail (onder meer supermarkten) is langer dan twee jaar geleden of nooit geïnspecteerd, waardoor er geen recente gegevens zijn.
Niemand weet wat Donald Trump gaat doen. Grote kans dat Trump het zelf ook niet weet. „Ik neem het uiteindelijke besluit graag in de laatste seconde”, zei hij toen hem woensdag werd gevraagd of de Verenigde Staten, samen met Israël, Iran gaan bombarderen. Dit lijkt geen – of niet alleen een – pose om Iran te doen gissen of en wanneer de Amerikaanse president de opdracht geeft hun belangrijkste ondergrondse kerninstallatie te bombarderen. Trump twijfelt. Tussen zijn kiezersbelofte de VS buiten uitzichtloze internationale conflicten te houden en de kleine maar aantrekkelijke kans een heldenrol te spelen op een historisch gunstig moment.
Het bevestigt wel het beeld van Trump als impulsieve, onberekenbare, egocentrische en beïnvloedbare leider. Degene die hem vlak voor die laatste seconde spreekt, kan hem ervan overtuigen afzijdig te blijven, of juist om een onvoorspelbare nieuwe oorlog te ontketenen. De ene dag roept de president op tot „totale overgave” van het Iraanse regime. Een paar dagen later laat hij zijn woordvoerder de boel sussen met de boodschap dat er ruimte blijft voor diplomatieke onderhandelingen. Het kan volgens haar nog weken duren voor de president een besluit neemt.
Lees ook
Trump houdt niet van internationaal conflict, maar hij wil óók de machtige krachtpatser van de wereld zijn
Trumps achterban is diep verdeeld over de mogelijke militaire interventie. America First-fundamentalisten als Tucker Carlson (ex-Fox) en Steve Bannon (ex-adviseur), vooral invloedrijk via hun podcasts, roepen Trump op binnenlandse oorlogshitsers en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu te negeren. Republikeinse Trumpbekeerlingen als senatoren Lindsey Graham en Ted Cruz hopen juist dat hij de heilige bondgenoot Israël helpt en voor eens en altijd een einde maakt aan Irans nucleaire ambities. Voor- en tegenstanders proberen op hem in te praten, door bezoekjes aan het Witte Huis te regelen, en via Fox News en op X.
Missie volbracht
Trumps isolationisme is meer imago dan realiteit, want hij legt andere landen graag zijn wil op. Dreigen met militair ingrijpen is hem niet vreemd. Maar zodra de eerste Amerikaanse megabom valt op het Fordow-complex waar Iran uranium verrijkt, heeft hij geen controle meer over wat hij voor zichzelf politiek kapotmaakt.
Trump overrompelde het politieke establishment in 2016 als de zakenman die immigratie zou aanpakken. Maar hij won de Republikeinse voorverkiezingen misschien wel door af te rekenen met het partijdogma van moralistische buitenlandse militaire interventies, zoals de „eindeloze oorlogen” in Afghanistan en vooral Irak. Trump noemde de inval in Irak in 2003, een besluit van George W. Bush, „misschien wel de vreselijkste beslissing” in de presidentiële geschiedenis. En de legitimering ervan, dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens zou hebben gehad, „een leugen”.
Zes weken na het begin van de invasie had Bush een toespraak gegeven op een vliegdekschip met achter hem een enorm spandoek met de woorden ‘mission accomplished’. De Amerikaanse krijgsmacht zou vervolgens nog bijna negen jaar oorlog voeren in Irak, naar schatting tweeduizend miljard dollar spenderen en er vierduizend militairen verliezen. Om over de desastreuze gevolgen voor Irakezen zelf nog maar te zwijgen.
Irak is een collectief trauma en een nooit herstelde deuk in de reputatie van de VS. Zowel Democraten als Republikeinen erkennen inmiddels de verzinsels en fouten die er zijn gemaakt om daar regime change te bewerkstelligen. Toch dreigt uitgerekend Trump zich nu op vergelijkbare wijze in een Midden-Oosters drama te storten.
Er is op dit moment geen sprake van inzet van Amerikaanse grondtroepen, laat staan een volledige invasie van Iran of enige ‘nation building’. Maar een besluit om het nucleaire programma van Iran te vernietigen, zodat het geen gevaar meer kan vormen voor de rest van de wereld, kan gestoeld zijn op vergelijkbare misvattingen en bewust ingestoken leugens over massavernietigingswapens.
Trumps eigen inlichtingenchef, Tulsi Gabbard, heeft gezegd dat Iran wel uranium verrijkt, maar niet aan een kernwapen werkt. Trump valt haar openlijk af en beweert het tegendeel. „Het kan me niet schelen wat zij zei. Ze waren heel dichtbij het krijgen van een kernbom.” Bewijs heeft hij niet geleverd.
Daar houdt de parallel met Irak niet op. Net als in 2003 overheerst bij voorstanders een naïef geloof dat een korte klap voldoende zal zijn. Het is onzeker of Amerikaanse ‘bunkerbusterbommen’ het nucleaire programma van Iran volledig kunnen uitschakelen. En zo’n aanval zal sowieso tot vergelding leiden, bijvoorbeeld op de tienduizenden Amerikaanse militairen die in het Midden-Oosten gestationeerd zijn. Of met een terreuraanslag in de VS.
De Iraanse ayatollah Khamenei heeft de Amerikanen „onherstelbare schade” in het vooruitzicht gesteld als ze zich in het conflict mengen. Vernietiging van diens bewind in Iran, waar Netanyahu op uit lijkt, kan de regio bovendien verder destabiliseren. Zo kan Trump in eenzelfde moeras terechtkomen als zijn voorgangers.
President Trump liet tijdens de installatie van een vlaggenmast bij het Witte Huis in het midden of hij Iran wil bombarderen. Foto Brendan Smialowski/AFP
Het bombarderen van Iran is vooral verleidelijk uit opportunisme. De slagen die Israël recent heeft toegebracht aan Hamas in Gaza, Hezbollah in Libanon, de Houthi’s in Jemen en de Iraanse luchtverdediging maken dat het land op dit moment relatief weinig terug kan doen. Opeenvolgende Amerikaanse presidenten hebben willen voorkomen dat Iran een kernwapen kan ontwikkelen. Generaal Erik Kurilla, de hoogste Amerikaanse bevelhebber in het Midden-Oosten, zei eerder deze maand tegen het Congres dat er nu een unieke kans ligt, „als we de moed hebben”.
Bovendien zou Trump het niet kunnen verkroppen als Netanyahu de eer krijgt van een – tot nu toe – succesvolle militaire campagne tegen Iran. Volgens een reconstructie van The New York Times heeft de Israëlische premier het Witte Huis telkens op de hoogte gehouden van zijn aanvalsplannen en probeerde Trump hem daar maandenlang van te weerhouden. In de nacht van de eerste beschietingen distantieerde Marco Rubio, de minister van Buitenlandse Zaken en interim-Nationale Veiligheidsadviseur, zich braaf van Israëls „eenzijdige actie”. Maar sinds de rechtse zender Fox News en mensen om Trump heen de aanval prezen, doet de president juist alsof hij daar een hand in had.
Schietgrage bondgenoten
De wijze waarop Israël Trump lokt om mee te doen aan zijn missie, doet meer denken aan ‘Libië’ dan aan ‘Irak’. In 2011 wilden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ingrijpen tegen het moorddadige regime van de Libische dictator Moammar Gaddafi, maar konden dat niet zonder Amerikaanse slagkracht. De Verenigde Staten onder president Barack Obama volgden de schietgrage bondgenoten. In wat eigenlijk alleen een snelle luchtoorlog had moeten zijn, kwam Gaddafi aan zijn eind – net als een jaar later de Amerikaanse ambassadeur. Libië is nog steeds een onveilige puinhoop. Het bewijst dat eenvoudig lijkende bombardementen nooit zonder nevenschade zijn.
Lees ook
Hoe Libië weer eens opduikt in het nieuws
Ook in Iran hebben ze Libië op hun netvlies. Gaddafi had, in de hoop buitenlandse bombardementen te voorkomen, juist zijn nucleaire programma opgegeven.
Als Trump besluit Israël te volgen en Iran zelf te bombarderen, loopt hij het risico terecht te komen in het rijtje Amerikaanse presidenten die zich in het Midden-Oosten verslikten. De reputatie van George W. Bush is blijvend aangetast door zijn keuze Irak onder valse voorwendselen binnen te vallen. Barack Obama noemde het gebrek aan voorbereiding op de nasleep van de oorlog in Libië zijn grootste fout. Trumps voorganger Joe Biden verslikte zich in 2021 in de terugtrekking uit Afghanistan, na twintig jaar mislukte Amerikaanse staatsopbouw. Dat angstbeeld maakt dat Trump nog wel even zal twijfelen.
Volgens The Wall Street Journal ligt het Amerikaanse aanvalsplan al klaar. Trump zal niet proberen het bombarderen van Iran tegenover de Verenigde Naties of de NAVO te rechtvaardigen. Het is zelfs de vraag of hij het Congres erbij zal betrekken. Hoe sterk een deel van zijn achterban ook ageert tegen dit avontuur, „de MAGA-beweging zal Trump steunen”, zei Steve Bannon deze week over Trumps Make America Great Again-aanhang. „We vinden het niet leuk. Misschien haten we het wel”, aldus Bannon. „Maar uiteindelijk gaan we erin mee.”