De banaan en pinda schitteren

Iedere keer als ik naar Apeldoorn rijd, en dat is niet vaak, word ik getroffen door de prachtige, groene omgeving. Je komt er via dromerige wegen met bomen als sierlijke bogen en guirlandes waartussen het zonlicht flikkert. En dan heb je Apeldoorn zelf met zijn mooie parken met prieeltjes en fonteinen die uitnodigen om op zomerse dagen verkoeling te zoeken. In het sfeervolle Oranjepark met de indrukwekkende villa’s uit de koloniale tijd lijken we een tijdreis te hebben gemaakt.

Het groene hart van Apeldoorn is zo mooi als een schilderij van Seurat, maar dan één waar je rond kunt lopen en je vergapen aan de omgeving. En niet onbelangrijk: met Indische accenten. Apeldoorn was naast Den Haag de stad waar de koloniale onderdrukkers, die zich in Indonesië hadden verrijkt ten koste van de lokale bevolking, tijdens hun verlof kwamen en waar ze zich na de onafhankelijkheid van Indonesië vestigden.

Op wandelafstand van dat Oranjepark staat restaurant Zenith van de jonge chefkok Joey Stinissen en zijn partner en sommelier Jody de Widt. Ook Stinissen heeft een Indische achtergrond, die hij subtiel verwerkt in zijn gerechten.

Wanneer we binnenlopen, blijft mijn tafelgenoot stilstaan bij de opvallende kazen (verpakt in bladeren, in okerachtige kleuren), begeerlijk uitgestald in het midden van het restaurant, en besluit meteen dat hij ze wil proeven. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk op de bediening, die al snel loskomt van het wat formele keurslijf en enthousiast de gerechten en wijnen toelicht.

Foto Wouter de Wilde

Om maar met de wijnen te beginnen, die zijn goed gekozen met zachte zuren en aangename mineralen en complementeren de gerechten tot plezier van mijn tafelgenoot. Zelf begin ik met een non-alcoholische cocktail op basis van de gouden combinatie van peer en kardemom. Kardemom is geweldig, het geeft altijd warmte en diepte aan gerechten, en zoetigheden. Het kan dominant zijn als je er te veel van gebruikt, maar in deze cocktail zijn de kardemomtonen zacht en dienend aan de peer.

Dat blijkt de rode draad, deze zondagse lunch, chef Joey blinkt uit in soepele, evenwichtige gerechten: een amuse van een mini gestoomd broodje met ijselmeerpaling combineert het vol-vettige van de paling met een licht zuurtje dat het vettige van de paling tempert waardoor het een ingetogen geheel wordt.

Een spannende, hartige bonbon, met atjar van komkommer en een vloeibare, ziltige pindavulling die zo kenmerkend is voor gado gado, viert de Indische achtergrond van de chef, wordt ons verteld.

Alleen de kombucha van kiwi en zuring is wat minder: het azijnachtige van de gefermenteerde drank overheerst, het zuur prikkelt na in de keel en de kiwi is amper waarneembaar.

We worden verleid door een proeverij van zes oesters die eruit ziet als een mengpalet. Er is onder andere een gegratineerde oester, eentje met peterselie en amandel, crème fraîche en kaviaar, maar ze zien er uitbundiger uit dan ze smaken. De oester domineert de garnituur waardoor je in eigenlijk alle zes vooral de oester proeft – wat geen straf is.

Daar houden mijn kanttekeningen eigenlijk wel op, want een gerecht van asperge met schuim van daslook, crème van miso, krokantjes en parels van kombu (zeewier) is zo licht en elegant als een compositie van Schubert.

Uitstekend is ook een gestoomde en gelakte eikhaas met een lekker vlezige structuur, een hint van rokerigheid door de vadouvan, umami door de saus van dashi (zeewier), een crunch van zuurdesem en verse zomertruffel.

Ook het hoofdgerecht overtuigt: eend gegaard op de barbecue, afgetopt met smakelijke pitten en zaden, crème van gepofte aubergine, gepofte puntpaprika, ingelegde pompoen en saus van rendang. Daarbij geserveerd een heerlijk kruidig en luchtig aardappelbroodje.

Foto Wouter de Wilde

De ingrediënten waar de chef mee werkt, lijken te contrasteren, het zijn complexe combinaties, maar op het bord vormen ze een eenheid, zijn ze harmonieus. Geen onderdeel domineert. Ik vind het altijd opwindend als ogenschijnlijke tegenpolen moeiteloos integreren op het bord tot iets bijzonders.

De kazen, waar mijn tafelgenoot zo naar uitkeek, zijn speciaal. Zo is er eentje verpakt in preibladeren, een robiola in fogli di porro, nattig, korrelig en met de niet te missen ui-achtige geur en smaak van de prei. Er is een in paraffine gedoopte kaas (een oude techniek om het vocht in de kaas vast te houden) en een kaas waarvan de korst is gewassen in koffie.

Daar waar de gado gado-amuse de achtergrond van de chef vierde, is het dessert opgedragen aan sommelier Jody: een bavarois van rood fruit komt in de vorm van een amethist, haar geboortesteen, met een vinaigrette van rabarber en verveine-olie. Met daarbij een fraaie mini sablé gevuld met magnolia-ijs en gevriesdroogde framboos.

Chef Joey Stinissen en sommelier Jody de Widt combineren ambacht en creativiteit en verweven internationale invloeden met lokale producten en persoonlijke accenten tot een eigen stijl die overtuigt. En het ziet er allemaal beeldig uit, alles is kleurrijk en fotogeniek.

Ook de smakelijke friandises: een madeleine (lakmoesproef voor menig patissier, deze is geslaagd) met bruine boter, een soes gevuld met eekhoorntjesbrood, fudge met zeezout en een vrolijke banaan van witte chocolade gevuld met banaan en pinda. Wat goed is aan de banaan is dat de witte chocolade niet overheerst en de banaan en pinda schitteren.

Iedere gang als een prachtig stilleven die je eerst met je ogen en neus, daarna met je mond verslindt. Een perfect restaurant voor Apeldoorn.