Al dagenlang zijn de partijleiders van PVV, VVD, NSC en BBB druk met het verdelen van de ministersposten. Achter gesloten deuren en zo geheim mogelijk: als ze naar binnen of naar buiten gaan, zeggen ze niets. Het lijkt ongebruikelijk lang te duren. „Maar alles aan deze formatie is ongebruikelijk”, zegt NSC-leider Pieter Omtzigt desgevraagd. „Daar zou ik geen conclusies aan verbinden.”
In het nieuwe kabinet-Schoof worden die ministers, naast de premier zelf, het allerbelangrijkst: alleen zij mogen stemmen in de vergadering van de ministerraad op vrijdag. Staatssecretarissen zijn daar alleen bij als er iets speelt op hun terrein, en dan alleen op uitnodiging.
De vier aanstaande coalitiepartijen hebben zo goed als zeker hun namenlijstje al een tijdje klaarliggen. Ze hebben ook alle vier hun favoriete ministeries, die passen bij hun identiteit: BBB wil graag Landbouw, PVV Asiel, VVD Financiën en NSC, dat ‘goed bestuur’ als belangrijk thema heeft, zou graag Binnenlandse Zaken binnenhalen.
Vlak voor het zomerreces moet het nieuwe kabinet onder leiding van Dick Schoof op het bordes staan
Maar zeker is ook: Geert Wilders, Dilan Yesilgöz, Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas kunnen hun kandidaten pas gaan bellen als ze zeker weten welke ministeries hun partij krijgt, want lang niet elke naam past bij elk onderwerp.
De naam die het langst klinkt, al sinds vorig jaar zomer, is die van Mona Keijzer. Zij was bij BBB binnengehaald als premierskandidaat, nu is zij de vicepremierskandidaat van Van der Plas. Welk ministerie Keijzer krijgt, is nog onduidelijk, mogelijk Economische Zaken of Sociale Zaken, al zou het ook nog iets heel anders kunnen worden.
Te vroeg genoemd
Vanaf november, meteen na de Tweede Kamerverkiezingen, noemde Van der Plas zelf de naam van Aalt Dijkhuizen, oud-bestuursvoorzitter van de Wageningen University & Research (WUR). Maar misschien gaat voor hem de regel op dat je naam ook weer niet te vroeg moet rondgaan, omdat dat je kansen juist verkleint. Van der Plas wil er al een tijdje niets meer over zeggen.
Bij de VVD wordt Tweede Kamerlid Eelco Heinen genoemd als minister van Financiën. In het debat over het coalitieakkoord keek zo’n beetje de hele VVD-fractie naar hém toen het over ‘de nieuwe minister van Financiën’ ging. Bij de PVV lijkt het zo goed als zeker dat Fleur Agema minister wordt van Volksgezondheid. In de Tweede Kamer gaat zij namens haar partij over de zorg. Agema zou ook vicepremier worden in het kabinet-Schoof. De partijleiders hebben al een tijd geleden met elkaar afgesproken dat zij in de Tweede Kamer blijven als fractievoorzitter. Omdat Dick Schoof partijloos is, krijgen alle vier de partijen volgens betrokkenen nu allemaal een eigen vicepremier.
Onder VVD’ers gaat rond dat Aukje de Vries, demissionair staatssecretaris voor Toeslagen, graag weer in het kabinet komt, net als Mariëlle Paul, minister voor Onderwijs. Voor Kamerlid Sophie Hermans, in de formatie medeonderhandelaar van VVD-leider Dilan Yesilgöz, zou er een plek in het kabinet in zitten, en mogelijk ook voor Kamerlid Bente Becker.
Er zijn ook VVD’ers die denken dat Kamerlid Silvio Erkens in aanmerking komt voor een functie die met klimaat te maken heeft, als staatssecretaris of minister. Voor Defensie zou Christophe van der Maat de belangrijkste ministerskandidaat zijn, hij is op dat ministerie nu nog staatssecretaris. BBB’er Gijs Tuinman, onderscheiden met de Militaire Willems-Orde, zou dan mogelijk de staatssecretaris worden van Defensie.
Lees ook
Het Torentje is gevuld, de strijd om de ministeries kan beginnen
Kandidaten ‘van buiten’
Bij NSC staat Kamerlid Caspar Veldkamp klaar om minister van Buitenlandse Zaken te worden, zijn collega Eddy van Hijum wordt genoemd als minister van Binnenlandse Zaken. Andere namen van mogelijke bewindslieden die rondgaan bij de partij van Omtzigt: Kamerlid en oud-columnist Rosanne Hertzberger, Kamerlid Sandra Palmen. Maar vooral NSC, dat het kabinet-Schoof graag zo extraparlementair mogelijk wil laten zijn, zal óók met kandidaten van buiten moeten komen. Zo gaat de naam rond van Marianne van den Anker, oud-wethouder namens Leefbaar Rotterdam. Ze is nu Ombudsman van Rotterdam.
Als je naam genoemd wordt, is dat nog helemaal geen garantie dat je ook echt in het kabinet komt. In iedere formatie klinken namen van mensen die nooit in een kabinet terechtkomen. Soms gaan namen ongefundeerd rond in het geruchtencircuit, soms vallen namen op het laatste moment af. Leuk is dat lang niet altijd. VVD’er Frank de Grave, die in 1994 vaak genoemd werd als minister in het eerste Paarse kabinet (PvdA, VVD, D66), maar afviel, zei daar in 2007 over in NRC: „Die periode is slopend. Mensen gaan je bellen en feliciteren, op je werk ontstaat er discussie of je wel zomaar weg kan.”
In de formatie van het vierde kabinet-Balkenende (CDA, PvdA en ChristenUnie) in 2007 had PvdA-leider Wouter Bos een lijst met 130 namen, aangevuld met 36 namen die de partij had aangedragen. Eén van die mensen die was afgevallen, was Paul Depla, toen wethouder in Nijmegen. Hij zat, vertelde hij na de formatie aan NRC, „in het circuit”, en zelfs „de voorwas” was al gedaan: ze hadden al gepolst wat hij van de afspraken in het regeerakkoord vond. Maar op het beslissende moment hoorde Depla niets meer. Hij appte ‘Lig ik eruit ofzo?’ aan Wouter Bos. ’s Avonds belde Bos. Het ging niet door. „Ik heb wel even gevloekt”, zei Depla.
Lees ook
Ik werd genoemd
Selecteren op loyaliteit
Dat het kabinet extraparlementair moet worden, staat beschreven in het eindverslag waar informateur Kim Putters in maart mee kwam. Het is een diepe wens van Pieter Omtzigt. De bedoeling daarbij is dat ongeveer de helft van de bewindslieden die partijen aandragen „van buiten” komt, en dat „hooguit enkele leden van de betrokken fracties” minister of staatssecretaris worden.
Dat maakt het werven en selecteren lastiger. Partijen zien hun fractie als een talentenpool, waar uitblinkers vanzelf naar boven komen drijven. Maar bij de PVV, waar geen partijdemocratie bestaat en de fractie vooral naar Geert Wilders luistert, ligt dat moeilijker. Wilders moet zijn kandidaat-bewindspersonen vooral selecteren op loyaliteit. Zo lijkt er zo goed als zeker een plek in het kabinet te zijn voor zijn vertrouweling Barry Madlener, Tweede Kamerlid en oud-Europarlementariër. Mogelijk als staatssecretaris.
Op maandagochtend, de onderhandelaars waren net weer begonnen, kwam Kamerlid Léon de Jong van de PVV aanlopen met een banaan en een pakje melk. Hij was op weg naar de draaideur. „Meneer De Jong”, riep een journalist, „Sociale Zaken?” Léon de Jong leek er nerveus van te worden, hij boog af naar de stenen trap die naar beneden ging.
Maar de kans dat híj in het kabinet komt, wordt niet heel groot geacht: zijn partner is Fleur Agema, die bijna zeker minister wordt. Het is ongebruikelijk dat partners samen het kabinet ingaan.
Bestuurlijke ervaring
Een naam die vaak rondgaat, is die van PVV’er Sietse Fritsma op Asielbeleid. Fritsma is oud-medewerker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en voerde in de Tweede Kamer lange tijd het woord over asiel. VVD’er Fred Teeven, oud-staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, zou ook belangstelling hebben voor die portefeuille. Maar zou dat ook kunnen namens de PVV?
De VVD heeft al eerder in de onderhandelingen bedongen dat er een vetorecht geldt voor de partij waar iemand lid van is, als die persoon als buitenstaander wordt voorgedragen door een ándere partij. Het lijkt ondenkbaar dat een andere partij kandidaten voorstelt van de PVV, NSC of BBB: die hebben nog nauwelijks of zelfs geen mensen met bestuurlijke ervaring. Voor de VVD, met veel ervaren bestuurders en veel oud-Kamerleden, ligt dat anders.
Je hebt het over 25 tot 30 nieuwe bewindspersonen, dat kost tijd
Op maandagmiddag rijden medewerkers van de Tweede Kamer een wit scherm de kamers binnen waar de onderhandelaars bij elkaar zitten. Het scherm is bedoeld om nieuwe bewindspersonen op de foto te zetten, vertelt formateur Richard van Zwol. Dat zal gebeuren nadat ze zich daar hebben voorgesteld aan de onderhandelaars. Wanneer dat zover is, weet Van Zwol nog niet, zegt hij. „Je hebt het over 25 tot 30 personen, dat kost tijd.”
Van Zwol wil nog niet zeggen hoe ver de partijen zijn met het invullen van de posten. Maar ook als ze daar uit zijn, zegt Van Zwol, en de mensen gevonden zijn, moet er nog veel praktisch geregeld worden. Kandidaten moeten nog gescreend worden, en de Tweede Kamer gaat voor het eerst hoorzittingen organiseren met kandidaat-bewindslieden. Vlak voor het zomerreces moet het nieuwe kabinet onder leiding van Dick Schoof op het bordes staan. Hij sluit zelfs niet uit dat sommige bewindspersonen door „de krapte van de logistiek” misschien pas later bekend zullen worden. „Tot in de jaren zeventig was het gebruikelijk dat ze eerst de ministersploeg rond maakten en de invulling van de staatssecretariaten er achteraan lieten sukkelen. Dat zou in theorie nu ook kunnen.”